Michael Rosemann en Martin Betts verkennen in A Spotify model of personalised higher education mogelijkheden van gepersonaliseerd leren in het onderwijs door de vergelijking te maken met de wijze waarop muziekplatform Spotify personalisering volgens de auteurs met succes inzet. Volgens mij is op hun betoog wel wat af te dingen.
Traditionele onderwijsprogramma’s hebben volgens Rosemann en Betts voornamelijk een vast schema, met wisselende leerresultaten. Gepersonaliseerd leren kan volgens hen vele vormen aannemen, zoals aangepaste inhoud, een verschillend verloop, diversiteit in didactiek, manieren van ‘leveren’ (bijvoorbeeld online of fysiek) en verschillende ondersteuning. Er is echter vaak geen sprake van schaalgrootte. De ambities zijn groot maar didactische succesvolle en commercieel levensvatbare modellen staan volgens de auteurs nog in de kinderschoenen. Volgens hen zijn er grosso modo drie wegen naar personalisering: selectie, toewijding en automatisering.
- Selectie, of de Lerende-route, behelst personalisatie gestuurd door de lerende. Volgens Rosemann en Betts is dit is de snelst groeiende vorm van gepersonaliseerd leren. Lerenden kiezen tussen bijvoorbeeld face-to-face en online onderwijs, en bestuderen zelfstandig online bronnen om hun leerdoelen te bereiken. Zij komen meestal alleen naar de locatie voor de beoordeling. Onderwijsinstellingen schakelen daarbij over overschakelen van een model voor de productie van inhoud naar een model dat wereldwijd beschikbare bronnen orkestreert.
- Toewijding, of de Docent-route, kun je vergelijken met de persoonlijke adviseur die bijvoorbeeld binnen de financiële wereld gebruikelijk is. Binnen het onderwijs kun je dan gebruik maken van aparte bedrijven die leercoaches aanbieden om het persoonlijk rendement van de leerinvestering te helpen optimaliseren. Deze coaches adviseren lerenden volgens de auteurs bij het selecteren en bestuderen van onderwerpen, het beoordelen en aanbevelen van leerbronnen, en het aanleren van effectieve leer- en afleerstrategieën op basis van de specifieke context van studenten.
- Automatisering, of de A-route, is de nieuwe facilitator van gepersonaliseerd leren. Digitale technologieën worden gebruikt om nieuwe modellen van betrokkenheid ‘op maat’ te ontsluiten. De auteurs kijken daarbij naar Spotify als voorbeeld van personalisering buiten de onderwijssector en suggereren dat universiteiten soortgelijke praktijken kunnen overnemen.
Op welke terreinen kunnen onderwijsinstellingen zich dan laten inspireren door Spotify als het gaat om gepersonaliseerd leren?
- Een app gebruiken om het leren op persoonlijk gewenste plaatsen en tijden te vergemakkelijken. Lerenden leren vooral buiten de ‘klas’, door middel van een mobiele applicatie.
- Inhoud samenstellen via “leerlijsten” -geselecteerd door medewerkers, lerenden of algoritmes- die gebaseerd zijn op stemming, context of onderwerp. Het kan daarbij gaan om uitgebreide, ‘niche-‘ of zeer eigentijdse lijsten die door gebruikers worden gemaakt met een snelheid die voor een onderwijsinstelling volgens de auteurs niet haalbaar is.
- Tools voor het beoordelen van gebruikers om inhoud af te stemmen op individuele leervoorkeuren (‘preference-based personalised learning‘).
- Het creëren van gemeenschapsruimtes en -functies voor gedeelde leerervaringen. De auteurs vergelijken dit met de ‘family-accounts‘ van Spotify.
- Lerenden in staat stellen favoriete docenten ’te volgen’ en deel te nemen aan hun onderwijs.
Het voorbeeld van Spotify toont volgens de auteurs aan dat personalisering haalbaar en uitvoerbaar is op grote schaal. Op dit moment zijn omvangrijke voorbeelden van substantiële personalisering echter nog zeldzaam. Onderwijsinstellingen kunnen zich volgens de auteurs laten inspireren door sectoren als entertainment om gepersonaliseerde leerervaringen aan te bieden en een concurrentievoordeel te behalen bij het aantrekken van een generatie die in alle aspecten van hun leven naar personalisering streeft.
Mijn opmerkingen
- Ik blijf het benadrukken: het ontwikkelen van een curriculum is een vak apart. Dat kun je niet zo maar aan lerenden overlaten. Een leertraject samenstellen is een stuk ingewikkelder dan het samenstellen van een playlist op Spotify. De twee zijn onvergelijkbare grootheden.
- De voorgestelde manier van personalisering doet een groot beroep op zelfregulering. Veel lerenden zullen niet in staat zijn om hun leren te reguleren, en hebben een meer gestructureerde begeleiding nodig.
- Het tegemoet komen aan leervoorkeuren hoeft lang niet altijd te leiden tot goede leerresultaten. Curriculumontwikkelaars denken daarom ook na over de relatie tussen doelen, activiteiten (en didactiek) en manieren van beoordelen. Je kunt beter investeren in effectieve leerstrategieën dan pogingen doen om tegemoet te komen aan leervoorkeuren.
- Personalisering heeft ook nadrukkelijk nadelen. Het kan leiden tot een grotere kloof tussen lerenden die moeite hebben met leren, en lerenden die gemakkelijk leren. Ook moet je ervoor waken dat leren niet te veel een ‘eenzaam’ proces wordt.
- Een dergelijke aanpak zet de deur open voor commercialisering van het reguliere onderwijs (o.a. door coaches apart in te huren). We hebben bepaald geen positieve ervaringen met marktwerking bij publieke goederen en diensten.
- Ik vind Spotify helemaal niet zo sterk in personalisering. Ik krijg veel suggesties die niet passen bij mijn muziekvoorkeur. Dat kan ook komen door de muziek die ik via Spotify beluister (van Kerkraadse vasteloavendsmuziek, de Matheus Passion, Tavares, Marianne Rosenberg, Rammstein, Coldplay tot Adele).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie