De afgelopen week heb ik o.a. geblogd over het OECD-rapport Pushing the frontiers with AI, blockchain, and robots. De OECD suggereert hierin dat digitale technologie zoals AI en blockchain-technologie het onderwijs zullen transformeren. Dit is echter niet aannemelijk.
Al een eeuw lang kondigen opiniemakers en trendwatchers een revolutie aan binnen het onderwijs als weer een nieuwe technologie wordt gelanceerd. Dat was het geval met de radio, de film, televisie, CD-ROM (zie afbeelding) en met diverse internettechnologieën.
Het OECD-rapport past in deze traditie. Hoe aannemelijk is het echter dat nieuwe technologie leidt tot een onderwijsrevolutie?
Ik zou kunnen volstaan met de conclusie van een analyse van Pedro de Bruyckere, Paul Kirschner en Casper Hulshof (2015, Urban Myths about Learning and Education). Zij concluderen mede op basis van het werk van Larry Cuban, Richard Clark en anderen dat het medium zelden doceren, leren en onderwijs verandert. Bovendien is een enkel medium nooit het meest geschikt voor elke situatie.
Maar laat ik nog enkele voorbeelden geven:
- Het internet zelf zou ook een revolutie in het onderwijs teweeg brengen. We zouden online onderwijs waar ook ter wereld kunnen volgen en scholen zouden zelfs overbodig worden omdat kennis online beschikbaar zou zijn. In werkelijkheid nemen de meeste mensen nog steeds in hun eigen regio deel aan onderwijs. Verder is er een verschil tussen kennis en informatie. Je moet over voorkennis beschikken, digitaal geletterd zijn en weten hoe je informatie effectief kunt verwerken, om online informatie op een goede manier te kunnen zoeken, cureren en verwerken. Uiteraard gebruiken onderwijsinstellingen, docenten en lerenden internettechnologie om informatie te zoeken, voor interactie en samenwerking. Van een revolutie is echter geen sprake.
- Massive open online courses (MOOCs) zouden ervoor zorgen dat wereldwijd nog maar enkele aanbieders van hoger onderwijs zouden overblijven. Ook zouden MOOCs de toegankelijkheid van het onderwijs radicaal verbeteren. In werkelijkheid zijn er wereldwijd nog zeer vele hogescholen en universiteiten. In Nederland nemen zelfs steeds meer mensen deel aan traditioneel hoger onderwijs. In de Verenigde Staten verdwijnen er wel onderwijsinstellingen van het toneel en daalt het aantal inschrijvingen. Dat heeft echter vooral financiële oorzaken. Daarnaast nemen vooral mensen deel aan massive open online courses, die al toegang hadden tot hoger onderwijs. MOOCs hebben zich ontwikkeld tot een belangrijke trend. Het aantal deelnemers en MOOCs neemt nog steeds toe. Ze hebben echter niet gezorgd voor een revolutie in het onderwijs.
- De smartphone. Het is bijna exact vijftien jaar geleden dat Steve Jobs de iphone presenteerde. Sinds die tijd zijn smartphones alomtegenwoordig en hebben ze grote invloed gehad op de manier waarop we communiceren, informatie zoeken en verwerken, en consumeren. Maar hebben smartphones ook gezorgd voor een revolutie in het onderwijs? Uiteraard gebruiken we binnen het onderwijs smartphones voor het zoeken van informatie, raadplegen van notificaties, voor quizzen in de klas, etc. Verder hebben smartphones ook geleid tot de nodige zorgen rond, bijvoorbeeld, afleiding en sexting. De onderwijspraktijk is er niet echt door getransformeerd.
- De ipad zou onderwijs meer personaliseren. Er kwamen zelfs aparte ‘ipad-scholen’. Over die laatsten horen we eigenlijk niets meer. De website O4NT bestaat niet meer. De ipad is nu niet meer dan een handig en fraai hulpmiddel dat onder meer gebruikt kan worden om door middel van educatieve apps deficiënties weg te werken. Zorgen zijn er ook: vanwege de kosten zijn ipads voor slechts een beperkte groep bereikbaar.
Wat wel verandert is, is de manier waarop we informeel leren. Vroeger moest je naar een bibliotheek om informatie over een onderwerp te zoeken. Als je tijdens een gesprek niet op de naam van een politicus kwam, moest je wachten tot je de beschikking had over een krant of encyclopedie. Je moest familie of bekenden vragen om voor te doen hoe je een printer moest installeren (of je moest de papieren handleiding raadplegen). Vandaag de dag gebruiken we hier internet en mobiele technologie voor, wanneer we daar behoefte aan hebben.
Verandert onderwijs dan niet? Jawel. Dat komt meestal door veranderende inzichten over didactiek of als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen zoals individualisering. Technologie heeft dan de rol van middel (maakt dat wat je wilt mogelijk), ‘enabler‘ (biedt nieuwe mogelijkheden) en katalysator. Technologieën alleen leiden niet tot revoluties in het onderwijs. Dat zal met technologieën als AI, blockchain en robotica niet anders zijn.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Als het gaat om AI, weet ik niet zeker of je zomaar de conclusie kunt trekken dat het geen revolutie gaat veroorzaken.
Om die revolutie te veroorzaken, moet AI dan wel gebruikt gaan worden door onderwijskundigen met een achtergrond in database kennis en de werking van het lerende brein. Anders zal AI waarschijnlijk niet veel meer worden dan een handige remedial teacher, niet echt een revolutie, wel vervelend voor al die remedial teachers die hun baan kwijt raken.
Ik ben het met je eens dat robotica en blockchain niet tot een revolutie zullen leiden. Ik zie niet in hoe een decentraal gedistribueerde database, wat het internet nu ook is, zou leiden tot een revolutie in lesgeven of leren. Behalve natuurlijk als we via robotica een manier vinden om die blockchain rechtstreeks toegankelijk te maken voor het brein. Dan heb je geen leerkrachten meer nodig, alleen maar kennismakers, mensen die informatie omzetten in direct via robotica toegankelijke kennis.
Mijn punt is dat AI alleen geen ‘revolutie’ binnen het onderwijs zal veroorzaken. Als AI in combinatie met hoe het wordt gebruikt, tot een revolutie gaat leiden, dan zou dat zo’n beetje voor het eerst zijn.