Ruth Clark stelt enkele kritische vragen bij de effectiviteit van games voor leren. Helaas trapt zij daarbij in de val van ‘educatief vergelijkend waren onderzoek’. Haar pleidooi naar meer onderzoek naar ontwerpprincipes voor educatieve games onderstreep ik wel van harte.
Ruth Clark opent haar artikel ‘Why Games Don’t Teach‘ met een afbakening van games. Zij stelt dat er behoefte is aan een taxonomie van games of kenmerken van games, in relatie tot leerresultaten. Ook meent zij dat er nog sprake is van onvoldoende goed ontworpen experimenteel onderzoek naar games is uitgevoerd, op basis waarvan conclusies kunnen worden getrokken. Veel onderzoek richt zich volgens haar op opvattingen. Een metastudie van 48 rapporten die empirisch bewijsmateriaal voor de effectiviteit van games bevatten, concludeert
that there is no evidence to indicate that games are the preferred instructional method in all situations, allowing, however, that some games can provide effective learning for a variety of learners for several different tasks such as math, electronics, and economics.
Een andere studie leidt volgens haar tot de conclusie actief leren leidt tot effectieve leerresultaten, maar dat gewoon interactief digitaal leermateriaal effectiever is dan simulaties of games.
Clark vindt het belangrijk dat we ontdekken welke specifieke kenmerken van games bevorderend voor leren zijn. Dergelijk onderzoek is volgens haar belangrijk voor inzichten rond het ontwerp van games. Daarbij onderstreept Clark het belang van een balans tussen uitdagingen en begeleiding en structuur. Zij geeft een voorbeeld van een game die bijvoorbeeld leidde tot irrelevante mentale belasting voor het leren van een woordenschat.
Zij concludeert:
Although many games don’t teach, that’s not to say that they can’t teach. Our challenge is to empirically identify and catalog game features that align to learning goals and build a repertoire of principles for game design. Meanwhile, we should work to implement games that will encourage the mental processes required by the learning objectives and add features to these games such as self-explanation questions known to improve learning.
Ik onderstreep Clark’s pleidooi voor meer onderzoek naar leerzame ontwerpprincipes voor games. Aan de andere kant heb ik moeite met ‘educatief vergelijkend warenonderzoek’, waarvan zij voorbeelden aanhaalt. Onderwijsonderzoek is immers niet te vergelijken met pharmaceutusch laboratoriumonderzoek. Worden daarbij wel de juiste vragen gesteld? De titel van haar artikel lokt lezers, maar dekt de lading van de inhoud niet echt.
Je moet altijd afwegen wanneer je waarom welke leeractiviteit en welk medium binnen welke context inzet. Ik ben nog nooit een ‘game adept’ tegen gekomen die games in elke situatie voor leren wil inzetten. Het is onzin om te veronderstellen dat überhaupt sprake is van een
preferred instructional method in all situations.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie