Er zijn verschillende misverstanden over online leren in omloop. Ik vat vier misverstanden samen, becommentarieer deze en vul ze ook aan.
Emina Dedic vat voor Hack College vier ‘mythes’ ten aanzien van online leren samen.
- Klassikale instructies zijn beter dan online cursussen.
Zij doelt daarbij op de situatie waarbij een docent in een grootschalige collegezaal vertelt, en de studenten vooral luisteren. Onderzoek laat zien dat dit geen heel effectieve manier van leren is. Volgens Dedic is dit een vorm van ‘one-size fits all’-onderwijs.
Of binnen online cursussen effectief geleerd wordt is voor een groot deel afhankelijk van opdrachten en de moeite die lerenden willen doen. Klassikale instructies zijn volgens haar dus niet beter dan online cursussen. Je hebt kwalitatief goede en minder goede face-to-face cursussen. Dat geldt ook voor online leren.
Mijn opmerking: er spelen inderdaad veel factoren een rol die van invloed zijn op de kwaliteit van online, face-to-face en blended leren. Je kunt hier eigenlijk geen generieke uitspraken over doen. - Online leren is voor luie studenten.
Het zou een makkelijke manier zijn om de meer ingewikkelde, conventionele college-ervaring te vermijden. Volgens de auteur is dit onzin, aangezien je bij online leren te maken hebt met opdrachten en deadlines, verplichte studiestof, af te ronden projecten, enzovoorts. Uitstelgedrag wordt ook bij online leren afgestraft.
Mijn opmerking: dat klopt. Bij online leren kun je dankzij monitoringfunctionaliteit zelfs in een vroeg stadium zicht krijgen op uitstelgedrag. Dan moet je uiteraard iets met die informatie doen. Je ziet wel dat lerenden het bij online leren lastiger vinden ‘bij de les te blijven’. De structuur van een online cursus, en de begeleiding, kunnen dit bevorderen. Maar het is dus weer afhankelijk van de kwaliteit van een cursus. - Werkgevers waarderen online leren niet.
Al eens ooit gezien dat in een advertentie staat dat online diploma’s niet welkom zijn?, vraag Dedic. Werkgevers kijken volgens haar naar de expertise van een sollicitant en niet waar de sollicitant een diploma heeft behaald.
Mijn opmerking: een graad van Cambridge, Oxford, Stanford of MIT zal best indruk wekken. Maar in toenemende mate kijken werkgevers vooral wat je kunt. Dat geldt met name voor een leven lang leren. - Online leren is voor fraudeurs.
Juist bij online (en blended) leren wordt dikwijls gekeken naar plagiaat (dankzij software). Je komt er moeilijk mee weg.
Mijn opmerking: je kunt altijd je buurman een werkstuk laten schrijven. Dat kan ook offline. De kans dat iemand anders een origineel werkstuk maakt, is in beide gevallen erg klein. Plagiaat komt wel voor, maar wordt bij online leren snel achterhaald. Verder komen er bij online leren steeds meer betrouwbare manieren van autorisatie en authenticatie die ook gebruikt worden om de originaliteit te bewaken. Denk ook aan online proctoring.
Ik wil nog drie misverstanden aan deze lijst toevoegen.
- Online leren is een eenzame vorm van leren.
Ook dit is heel erg afhankelijk van het ‘learning design’ van een online cursus. Je hebt als ontwerper de mogelijkheid om allerlei interactiemogelijkheden in te bouwen. Michael Moore heeft jaren geleden zijn theorie van de ‘transactional distance’ geformuleerd. Volgens Moore is vooral bij leren op afstand sprake van een psychologische en communicatieve afstand tussen docenten en lerenden. Deze afstand kan bijvoorbeeld leiden tot misverstanden tussen docenten en lerenden, en zal daarom overbrugd moeten worden.
Interacties tussen lerenden en docenten, de structuur binnen de cursus en de mate waarin lerenden over een zelfsturend vermogen beschikken, kunnen deze transactionele afstand helpen overbruggen. De laatste jaren beschikken we binnen online leeromgeving over steeds betere communicatiefaciliteiten zoals messaging of ‘video bellen’. Wat ik me naar aanleiding van een gesprek tijdens het Trending Dinner van de Onderwijsdagen wel afvraag, is of het beeldscherm op zich zorgt voor ‘transactional distance’. Is fysieke aanwezigheid persé nodig om die afstand volledig te kunnen overbruggen? Moeten we elkaar daarvoor echt ontmoeten en elkaars aanwezigheid kunnen ‘voelen’. Of gebruiken we communicatietechnologie onvoldoende optimaal waardoor we denken dat we ‘transactional distance’ pas volledig kunnen overbruggen door in elkaars aanwezigheid te zijn? - Online leren is een goedkope vorm van leren.
Je bespaart reistijd, reis/verblijfskosten en verlet-tijd. Ook leren lerenden vaak gemiddeld sneller als zij delen van een cursus in eigen tijd en tempo kunnen leren. Bovendien kun je instructies vaker hergebruiken. Dat kan een flinke kostenbesparing opleveren.
Of dat daadwerkelijk het geval is, hangt van verschillende factoren af. Onder meer van de schaalgrootte waarop je online leren inzet, van de kosten van je digitale leeromgeving en van de ontwikkelkosten. Je zult ook ondersteuning moeten bieden. En als lerenden veel technische problemen ervaren, verspillen ze daarmee vaak juist veel tijd. - Online leren is een dure vorm van leren.
Je bent veel geld kwijt aan leertechnologie, aan ondersteuning en aan ontwikkelkosten. Bovendien wil en kun je zittende medewerkers, die betrokken zijn bij face-to-face leren, niet zo maar zonder kosten ontslaan.
Of je veel geld kwijt bent aan het verzorgen van online leren is van veel factoren afhankelijk. Als je video’s maakt die mee dingen naar een Grammy Award dan kost dat inderdaad veel meer ontwikkeltijd dan het samenstellen van face-to-face onderwijs. Vraag je echter af of dat nodig is. Als je doelgroep beperkt van omvang is, dan ben je ook betrekkelijk veel geld kwijt.
De vraag is ook of andere voordelen (zoals meer flexibilisering) niet opwegen tegen de initiële kosten.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie