Jonathan Shaw van Coventry University en Talia Kolodny van Engageli beschrijven in 7 Ways to (Almost) Ruin Your Ed Tech Implementation de geleerde lessen van de invoering van Engageli als een nieuwe leertechnologie. Welke zeven misstappen heeft Coventry University in het begin van het proces van invoering van nieuwe technologie begaan en hoe is men hiermee omgegaan?
1. Verwacht dat drukke mensen op je reageren.
Verzoeken om een nieuwe digitale tool uit te proberen kunnen gemakkelijk verloren gaan in de mix aan berichten die betrokkenen ontvangen. Leden van het IT-team moesten vrijwilligers vinden om de nieuwe leertechnologie te testen. Zij moesten door de massa e-mail en instant messages heen breken en uiteindelijk gebruik maken van persoonlijke relaties binnen de universiteit om een vroege acceptatie te bewerkstelligen en de behoeften van medewerkers te begrijpen om e.e.a. vlot te trekken.
2. Wacht maanden voordat je de juiste mensen betrekt.
De universiteit heeft ontwikkelaars, onderwijstechnologen, ontwerpers van onderwijs en anderen in de eerste workshops betrokken. Het initiële kernprojectteam bevatte echter geen vertegenwoordiging van deze toekomstige belanghebbenden. Coventry heeft later wel een bredere vertegenwoordiging van betrokkenen opgenomen in het belangrijkste besluitvormingsforum. De auteurs stellen dat het belangrijk is om vroeg in het project veel tijd te besteden aan het betrekken van de juiste mensen op het juiste moment.
3. Vraag veel te veel inspanning van je gebruikers.
De universiteit stuitte in een vroeg stadium op een incompatibiliteitsprobleem met een andere applicatie die geïntegreerd moest worden met Engageli. Het gevolg was dat men handmatig informatie moest verzamelen over modules Engageli in te kunnen richten. In eerste instantie vroeg het implementatieteam docenten om deze informatie te verstrekken. Daar kreeg men echter nauwelijks een reactie op. Ook was mede als gevolg van Covid-19 sprake van veelvuldige wijzigingen van de lesroosters, waardoor detailinformatie niet op de juiste plek kwam. Dit leidde tot vertraging in de adoptie. Coventry University heeft toen de complexiteit drastisch verminderd door het interne team zoveel mogelijk het zware werk te laten doen.
4. Leg de nadruk op technologie in plaats van didactiek.
Kijk niet vooral naar de mogelijkheden van de nieuwe leertechnologie, maar let vooral op wat je hoopt te bereiken. Zonder een sterke basis in het onderwijsontwerp, zullen docenten de nieuwe leertechnologie op dezelfde manier gebruikten als de bestaande leertechnologie. Bij Coventry University ging het opleidingsteam terug naar de tekentafel en creëerde uiteindelijk een nieuwe didactische aanpak. Dit is m.i. lastig te doen omdat één didactische aanpak niet altijd past bij de diversiteit van het onderwijs en de vele (teams van) docenten -terecht- een grote mate van autonomie hebben bij de vormgeving van hun onderwijs. Bovendien is het belastend om ander onderwijs te realiseren met behulp van andere leertechnologie. Je kunt dit wel faciliteren, bijvoorbeeld met templates, goede voorbeelden en handleidingen.
5) Lanceer de nieuwe leertechnologie zonder ondersteunende middelen.
Bij de lancering met de ‘early adopters‘ was Coventry University niet in staat geweest om het geplande pakket van didactische bronnen klaar te hebben. Docenten moesten zelf improviseren. Na de initiële lancering kwamen een reeks hulpmiddelen, waaronder lessjablonen, beschikbaar. Een voordeel was wel dat de ‘early adopters’ op basis van hun ervaringen feedback konden geven op die ondersteunende middelen.
6. Sluit de leverancier uit van discussies over ‘best practices’.
Betrek medewerkers van de leverancier van de leertechnologie ook bij de interne gesprekken over de implementatie. Je voorkomt dat je fundamentele beslissingen neemt over aspecten waarbij sprake is van blinde vlekken. De leverancier heeft immers ervaring met de implementatie en kan ook partner zijn met toegevoegde waarde. Door hen vroeg in het proces te betrekken, begrijp je eventuele problemen beter en kun je ook problemen voorkomen.
7. Vermijd feedback van lerenden.
In verband met de korte doorlooptijd van de implementatie richtte Coventry University zich op docenten en hoe het nieuwe platform hun manier van lesgeven zou veranderen. Er werd onvoldoende aandacht besteed aan lerenden. Zij hadden daardoor weinig inbreng. Niemand wist of zij de nieuwe leertechnologie waardeerden en of zij suggesties voor verbeteringen hadden. Voor een succesvolle implementatie van leertechnologie is volgens de auteurs de inbreng van iedereen in een vroeg genoeg stadium nodig. Maak daarom gebruik van tussentijdse evaluatiegegevens van studenten, analyses van het platform en gerichte enquêtes. Focusgroepen van lerenden leiden ook tot inzicht in het gebruik.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie