Zelfsturing kan leiden tot meer leren op maat

Onze samenleving vraagt steeds vaker om het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Of het nu gaat om een leven lang leren, of om keuzen op het gebied van onze gezondheid. Dit vereist een behoorlijke mate van zelfsturing. Aandacht voor zelfsturing in het onderwijs kan bovendien meer maatwerk faciliteren.

Keuzes
Foto: geralt, Pixabay

Kennisnet heeft een aantal weken geleden een interview gepubliceerd met mijn oud-collega Liesbeth Kester, inmiddels hoogleraar Onderwijswetenschappen in Utrecht.

Liesbeth doet onderzoek naar zelfsturing bij leerlingen. Zij stelt dat zodra een leerling zelf kan kiezen wat het beste voor hem of haar is, vanzelf onderwijs op maat bestaat. In de zin dat lerenden een zware stem hebben in wat zij willen leren, op welke manier en in welk tempo. Liesbeth benadrukt terecht dat zelfsturing een heel belangrijke vaardigheid is, die in toenemende mate van burgers wordt gevraagd (Do It Yourself).

Volgens Liesbeth behalen lerenden die over een groter zelfsturend vermogen beschikken, ook beter leerprestaties. Zelfsturing is echter best complex. Je moet onder meer inzicht hebben in de complexiteit van een taak, en in de mate waarin een taak ondersteuning biedt.

Docenten bieden dan vooral ondersteuning op het moment dat een lerende vastloopt. Zij geven minder instructie omdat lerenden bijvoorbeeld via kennisclips en educatieve content met interactieve oefeningen zelfstandig leren. Daardoor hebben docenten meer tijd voor ontwikkeling van het onderwijs, en voor individuele begeleiding.

Verder zullen docenten lerenden dus moeten leren zelfgestuurd te leren. Volgens Liesbeth kun je zelfsturing op verschillende onderwijsniveaus toepassen, maar moet je wel rekening houden met voorkennis. Met andere woorden: als lerenden nog niets over een onderwerp weten, dan kun je hen niet vragen zelfgestuurd te leren. Ze weten immers niet waar ze moeten beginnen.

Verder pleit Liesbeth voor het geleidelijk introduceren van zelfsturing. Dat betekent dat de docent en de gebruikte digitale programma’s eerst veel sturing bevatten, maar dat deze sturing geleidelijk wordt afgebouwd terwijl lerenden leren ‘zich zelf te sturen’.

Volgens haar werk je aan het zelfsturend vermogen via feedbackgesprekken en reflectie. Door lerenden ‘indirect’ te adviseren en vragen te stellen, in plaats van hen direct te instrueren. Wat ook werkt is om selecties van leremateriaal aan te bieden, en lerenden daar uit te laten kiezen. Ik vraag me hierbij ook af in hoeverre web-based methodes en digitale leeromgevingen zelfsturing intentioneel faciliteren.

Liesbeth benadrukt terecht het belang van zelfsturing. Dit is ook een belangrijke vaardigheid om online of blended te kunnen leren (één van de digitale studievaardigheden). Dikwijls wordt aangegeven dat leerlingen zelfsturing niet kunnen toepassen. Het interview met Liesbeth Kester illustreert dat lerenden dit wel kunnen leren. Maar daar zul je wel binnen je onderwijs aandacht aan moeten besteden, te beginnen binnen het basisonderwijs.

Het artikel is beknopt en zeer populair geschreven. Ik mis nuances, die Liesbeth -vermoed ik- ongetwijfeld heeft aangebracht. Zo wordt niet ingegaan op het moeten behalen van bepaalde leerdoelen en zelfsturing. “Leren op maat” zal altijd binnen de grenzen van een bepaald curriculum plaats vinden. Lerenden kunnen die grenzen maar in beperkte mate overschrijden. Je kunt volgens mij niet van een lerende verwachten dat hij of zij die ‘grenzen bewaakt’. Er zal m.i. altijd een dialoog plaats moeten vinden over de te bestuderen leerinhouden.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *