WWWDOT als instrument om informatie te selecteren

Gisteren besteedde ik aandacht aan acht essentiële digitale vaardigheden. De ontwikkeling van informatievaardigheden is daar een belangrijk onderdeel van. Aan de Universiteit van Michigan hebben ze een raamwerk ontwikkeld dat lerenden kan helpen om informatie op internet te evalueren.

Het raamwerk noemen de samenstellers WWWDOT:

• Wie heeft de tekst geschreven en wat zijn hun kwalificaties?
• Waarom is de tekst geschreven?
• Wanneer is de tekst geschreven of bijgewerkt? Volgens de samenstellers is het up to date zijn voor sommige categorieën informatie niet belangrijk.
• Helpt de inhoud mijn behoeften te bevredigen? (Does it help…) Dit heeft betrekking op de relevantie van de site voor de doelen van een lerende. Volgens de onderzoekers gaat het niet alleen om de geloofwaardigheid van informatie. Mijn opmerking: hoewel ik relevantie belangrijk vind, zou m.i. ook altijd sprake zijn van ‘geloofwaardigheid’. Een site over neurolinguïstisch programmeren kan weliswaar relevant zijn, maar het betreft nog steeds ‘humbug’.
• Organisatie van de site.
• To-do list voor de toekomst. Wat moet de lerende nog doen om te checken of informatie ‘deugt’? Het bewaren van informatie valt m.i. hier ook onder.

Opvallend is dat de kwaliteit van de inhoud -bevat de tekst bijvoorbeeld veel schrijffouten of is de opbouw van de tekst kwalitatief goed- niet in dit lijstje voorkomt. Ik kan uit dit artikel niet afleiden of dit onderdeel is van de ‘organisatie van de site’.

De samenstellers hebben ook onderzocht of dit raamwerk -dat lerenden via vier sessies van een half uur leren- lerenden meer bewust maakt van het belang van het evalueren van de geloofwaardigheid van informatie, en of lerenden beter in staat zijn om de geloofwaardigheid van websites op meerdere dimensies te beoordelen. Dit blijkt inderdaad het geval te zijn. Gemiddeld genomen bleken lerenden niet beter om de relatieve geloofwaardigheid van websites te beoordelen en websites hiernaar te ordenen. Het artikel maakt overigens niet duidelijk of de controlegroep op een andere manier heeft gewerkt aan de ontwikkeling van informatievaardigheden. De bijdrage onderstreept wel het belang om binnen het onderwijs expliciet aandacht te besteden aan het selecteren en beoordelen van online informatie.

Opvallend is dat auteur Nell Duke een bron uit 2006 gebruikt om aan te tonen dat slechts 4% van de middelbare school leerlingen checkt of online informatie accuraat is. Voor een onderwerp dat sterk in ontwikkeling is, vind ik dit redelijk gedateerd. Maar de informatie was uiteraard wel relevant voor hoogleraar Duke.

Het raamwerk beperkt zich tot één van de onderdelen van informatievaardigheden. Voorafgaand aan het selecteren en beoordelen, gaan immers het formuleren van een vraag (definiëren) en het zoeken van informatie. Als je informatie geselecteerd en beoordeeld hebt, zul je deze nog moeten verwerken, presenteren en het geheel evalueren. Het onderzoekstopic Informatievaardigheden van het Welten-instituut bevat een overzicht van alle stappen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.