Workshop blended learning modellen

Vandaag heb ik bij SVO een workshop verzorgd in het kader van mijn opdracht om te komen tot een visiedocument rond onderwijsinnovatie en ICT. We hebben deze ochtend gekeken naar welke modellen voor blended learning het meest relevant zijn voor SVO. In deze blogpost ga ik in op de aanpak van deze sessie.

Nadat verbeterpunten ten aanzien van de huidige situatie via interviews en een workshop in kaart zijn gebracht, en we via een workshop ingegaan zijn op te bereiken doelen, hebben we vandaag verkend welke modellen voor blended learning de basis kunnen vormen voor de opleidingen van SVO.

De aanwezigen hebben vooraf informatie kunnen bestuderen over de betreffende modellen.

We zijn de sessie gestart met een korte terugblik op de resultaten van verleden keer. Daarna zijn we ingegaan op modellen voor blended learning. Deze modellen zijn gebaseerd op http://www.blendedlearning.org/models/. Deze indeling van het Christensen Institute kent een aantal tekortkomingen:

  • De modellen zijn ontwikkeld voor het Amerikaanse K-12 onderwijs.
  • Deze modellen houden geen rekening met de rol van werkplek leren, en zijn daarom beperkt van toepassing voor het beroepsonderwijs.
  • De modellen houden geen rekening met synchroon online leren (en begeleiden).

Vandaar dat ik deze modellen heb uitgebreid tot elf modellen. Uiteraard kun je hier nog varianten op bedenken. Je kunt een dergelijk model geleidelijk invoeren.

Waarom zijn deze modellen belangrijk?

  • Dergelijke modellen geven richting hoe en waartoe je ICT in het onderwijs wilt gebruiken? 
Bijvoorbeeld als om wat voor reden dan ook flexibilisering naar plaats en tijd belangrijk is, dan komen modellen die voornamelijk uitgaan van het gebruik van ICT op school minder in aanmerking om toe te passen (zoals het station rotation model).
  • Deze modellen bieden een kader waarmee je jezelf een spiegel kunt voorhouden. Doen we de goede dingen?
 Bijvoorbeeld: waarom investeren in webinartools, als we kiezen voor een model van blended learning waar webinars geen deel van uitmaken?
  • Deze modellen bieden een kader voor het stellen van prioriteiten ten aanzien van de investering in leertechnologie. Zo stelt het ‘complete blend model’ hogere eisen aan leertechnologie dan het klassikaal ondersteund model.

Tijdens deze sessie hebben we eerst gediscussieerd over variabelen die ten grondslag liggen aan de modellen. Welke keuzes maak je ten aanzien van die variabelen?

  1. Waar wil je ICT inzetten (school – elders)?
  2. In welke mate wordt ICT gebruikt voor leren (30-80%)?
  3. Hoeveel zelfsturing wil en kun je lerenden geven over hun eigen leren?
    Wil je vooral individueel leren of ook samenwerkend leren (gezamenlijke doelen, wederzijdse afhankelijkheid) mogelijk maken?
  4. Wil je ICT ook gebruiken voor begeleiding of liever niet (in verband met de psychologische afstand)?
  5. Voor welk type leeractiviteiten wil je ICT gebruiken (instructie-verwerking; binnen nagenoeg elk model kun je deze typen gebruiken).
  6. Wil je synchroon of asynchroon online leren toepassen?
  7. Wil je werkplek leren geïntegreerd of separaat aan bod laten komen binnen je model voor blended learning?

Via Mentimeter hebben we vervolgens gekeken waar de voorkeur naar uitgaat. Op basis van de scores op de variabelen hebben we gekeken welke modellen voor blended learning het meest in aanmerking komen voor SVO (BOL-BBL, generiek-beroepsgericht).

Tenslotte zijn we ook nog stil blijven staan bij valkuilen die vermeden moeten worden bij de inzet van ICT.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *