Blockchain-technologie heeft de potentie om de ‘middle man’ uit de keten bij transacties weg te halen. Bij financiële transacties is dat bijvoorbeeld de bank. Op het gebied van opleiden en leren zouden lerenden weleens direct bij docenten aan kunnen kloppen voor instructie, met ‘unbundling’ van onderwijs en opleiden tot gevolg. Ik heb daar eerder over geschreven. Dit is ook precies wat het voorstel voor de oprichting van de Woolf University (pdf) beoogt.
Dit voorstel is afkomstig van een groep academici uit Oxford. Zij willen een universiteit oprichten die min of meer fungeert als een platform en niet als een instituut. Tony Bates vat dit 58 pagina’s tellende voorstel samen en becommentarieert het ook. In de kern komt dit op het volgende neer:
- Woolf University verstrekt via blockchain-technologie “contracten” tussen een individuele professor en een individuele student.
- Het contract bestaat uit een overeenkomst om een één-op-één lesv an één uur te geven, waarvoor de student rechtstreeks via blockchain-technologie aan de docent betaalt.
- De docent geeft face-to-face of online les aan kleine groepen studenten.
- Als de docent de les niet verzorgd, krijgt de student het geld terug. De les wordt door een andere docent verzorgd.
- Bij succesvol afronden wordt het resultaat via de blockchain geregistreerd.
- Als een student op deze manier voldoende microcredits binnen een goedgekeurd programma verzamelt, krijgt de student een diploma.
- De totale studiebelasting voor studenten bestaat uit twee lessen per week, gedurende meer dan 8 weken in elk van drie semesters. In totaal gaat het om 144 bijeenkomsten gedurende drie jaar voor een diploma. Uiteraard is ook sprake van zelfstudie.
- Het jaarlijks collegegeld zal ongeveer $ 20.000 per jaar bedragen (zonder studiebeurzen).
- Bij vier lessen per week verdienen docenten ongeveer ¢ 38.000 – ¢ 43.000 per jaar. Zij werken bij Woolf University, maar ook bij andere universiteiten.
- Bestaande universiteiten kunnen zich aansluiten bij de Woolf University. De Woolf University hanteert kwaliteitseisen. De aangesloten instellingen ontvangen 4% van het collegegeld voor administratiekosten.
- De Woolf University laat in eerste instantie alleen professoren met een postdoctoraal onderzoeksdiploma van een van de 200 ’topuniversiteiten’ toe.
Tony Bates gaat in zijn bijdrage ook in op de voor- en nadelen van dit voorstel. Hij stelt bijvoorbeeld dat topuniversiteiten nu ook al zulke hoge bedragen vragen aan studenten. Bij de Woolf University krijg je daar in elk geval kleinschalig onderwijs voor. Daarnaast hebben de initiatiefnemers volgens Bates idealistische opvattingen over een democratisch bestuur door medewerkers. Bates stelt ook:
Most of all, though, it is a serious attempt to provide an independent system of academic validation of qualifications through the use of blockchain which could lead to better standardization of degree qualifications.
Als nadelen noemt hij:
- Tegenstrijdige belangen. Als de Woolf University een succes wordt, dan kan dit ten koste gaan van de aangesloten instellingen. En wat doe je met docenten die geen baan krijgen bij een reguliere universiteit? Drijft de Woolf University de salarissen niet op omdat men beter betaalt dan de aangesloten universiteiten?
- Het collegegeld is weliswaar gebruikelijk voor Amerikaanse topuniversiteiten, maar niet voor universiteiten en studenten in Europa. Het is bepaald geen toegankelijk onderwijs.
- Er is sprake van een redelijk eenzijdige didactiek. Goed onderwijs omvat diverse didactische aanpakken (ook experimenteren, samenwerkend leren en onderzoeken):
The whole proposal reeks of the worst kind of elitism in university teaching.
Bates noemt dit een interessante ontwikkeling, maar gelooft niet dat het initiatief uiteindelijk zal slagen. Het zal moeilijk zijn om de waarde van diploma’s van topuniversiteiten te evenaren. Verder zijn de kosten hoog. Hij meent wel dat het initiatief zal leiden tot leerervaringen op het gebied van de blockchain in het onderwijs. Dit zal volgens hem leiden tot een beter/duurzamer model voor het hoger onderwijs dat zich op een andere manier ontwikkelt.
Ik vind dit op zich ook een interessant initiatief. Ik heb waardering voor het streven om kleinschalig onderwijs te verzorgen, om docenten meer dan fatsoenlijk te betalen en om gebruik te maken van microcredits. Persoonlijk ben ik niet zo bang voor het kannibalisme-effect. Ik mag hopen dat deze initiatieven een prikkel zijn voor instellingen voor hoger onderwijs en particuliere opleiders om meer kleinschalig, meer actief en meer flexibel onderwijs te verzorgen, waarbij leertechnologie een belangrijke faciliterende rol vervult. Als je je niet verbetert, moet je niet verbaasd zijn ‘klappen’ te krijgen.
Tony Bates wijst m.i. echter terecht op een aantal andere essentiële beperkingen van dit initiatief. Woolf University heeft een sterk elitair karakter. Als dit initiatief tot gevolg heeft dat kwalitatief goed hoger onderwijs duurder wordt, dan komt de toegankelijkheid in gevaar.
Daarnaast deel ik Bates bezwaren ten aanzien van de didactiek. Bovendien vind ik twee lessen per week nogal mager (zeker de eerste jaren). Uiteraard zal het diploma van de Woolf University net zo veel waard moeten zijn als reguliere diploma’s.
Tenslotte heeft blockchain-technologie op dit moment nog een aantal andere beperkingen, zoals een hoge mate van energieverbruik en issues op het gebied van veiligheid.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie