In 2019 is “Wijze lessen. Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek” verschenen. In deze publicatie gaan de auteurs Tim Surma, Kristel Vanhoyweghen, Dominique Sluijsmans, Gino Kamp, Daniel Muijs en Paul A. Kirschner in op hoe je aan de hand van twaalf ‘evidence-informed’ instructieprincipes op een effectieve manier les kunt geven. Dit boek is positief ontvangen, en vindt ook gretig aftrek. In mijn bespreking heb ik mij lovend uitgelaten over deze publicatie. Ik vind wel dat de relatie met leertechnologie nader kan worden uitgewerkt. Leertechnologie kan deze bouwstenen namelijk verder versterken. In de periode 4 december 2019 tot en met 10 januari 2020 heb ik daarom twaalf blogposts geschreven. Ik geef daarin per bouwsteen aan hoe je leertechnologie kunt gebruiken om de betreffende bouwsteen te faciliteren en te versterken. In deze blogpost blik ik terug op deze twaalf bijdragen.
De twaalf blogposts zijn:
- Activeer relevante voorkennis met leertechnologie (Wijze Lessen)
- Geef duidelijke, gestructureerde en uitdagende instructie met leertechnologie (Wijze Lessen)
- Gebruik voorbeelden (Wijze Lessen)
- Combineer woord en beeld (Wijze Lessen)
- Laat de leerstof actief verwerken met leertechnologie (Wijze Lessen)
- Gebruik leertechnologie om te achterhalen of de hele klas het begrepen heeft (Wijze Lessen)
- Ondersteun bij moeilijke opdrachten met behulp van leertechnologie (Wijze Lessen)
- Spreid oefening met leerstof dankzij leertechnologie over de tijd (Wijze Lessen)
- Zorg met behulp van leertechnologie voor afwisseling in oefentypen (Wijze Lessen)
- Gebruik leertechnologie voor toetsing als leer- en oefenstrategie (Wijze Lessen)
- Geef met behulp van leertechnologie feedback die lerenden aan het denken zet (Wijze Lessen)
- Leer je lerenden effectief te leren met en met behulp leertechnologie (Wijze Lessen)
Opmerkingen
Overlap tussen bouwstenen
Er is sprake van overlap tussen de bouwstenen. Dat betekent bijvoorbeeld dat dezelfde leeractiviteiten, bijvoorbeeld het gebruik van advance organizers of oefentoetsen, bij meerdere bouwstenen aan de orde komen. Met als gevolg dat je ook dezelfde leertechnologieën soms op een vergelijkbare wijze bij diverse bouwstenen terugkomen. Is dat erg? Nee.
Toegevoegde waarde van leertechnologie
Elke bouwsteen kan m.i. worden gefaciliteerd en ook worden versterkt met behulp van leertechnologie. Gaan lerenden hierdoor beter leren? Waarschijnlijk niet (altijd). Het medium doet er meestal niet toe. Mede naar aanleiding van de en uitgebreide en kritische blogpost van Audrey Watters over educatieve technologie, schrijft Jan Lepeltak dan ook dat de computer vooralsnog niet veel heeft bijgedragen aan verbetering van het onderwijs. Jan kijkt daarbij naar het PISA-onderzoek. Voor Pedro de Bruyckere is deze blogpost ook aanleiding om vragen te stellen bij de toegevoegde waarde van leertechnologie. Hij pleit terecht voor een meer doordacht gebruik van leertechnologie.
Je kunt leertechnologie echter ook vanwege andere redenen, dan effectiviteit, inzetten. Bijvoorbeeld omdat leertechnologie het toepassen van bouwstenen gemakkelijker maakt voor docenten en lerenden. Docenten hoeven bijvoorbeeld minder vaak te slepen met spullen -zoals een ‘beurtenbakje’- en kunnen bijvoorbeeld ook sneller inzicht krijgen in uitslagen van tests. Meer efficiëntie (inclusief meer flexibiliteit) en aantrekkelijkheid zijn ook legitieme redenen om leertechnologie te gebruiken. Het regelmatig toepassen van oefentoetsen is zonder leertechnologie bijvoorbeeld een zeer arbeidsintensieve klus.
Probeer anno 2020 ook maar eens de digitale leeromgeving binnen een hogeschool af te schaffen. Of kijk naar de paniek die bij de universiteit van Maastricht ontstond toen de digitale leeromgeving na de cyberaanval niet meer toegankelijk was. De Open Universiteit zou zonder leertechnologie vandaag de dag niets eens kunnen bestaan.
Ik heb met mijn blogposts hopelijk aannemelijk kunnen maken dat leertechnologie de twaalf bouwstenen vooral kan versterken vanuit het oogpunt van efficiëntie en aantrekkelijkheid. Overigens laat onderzoek ook zien dat feedback door een computer effectiever kan zijn dan feedback zonder computer. Waarschijnlijk vanwege het directe karakter ervan.
Denk in elk geval altijd goed en kritisch na over waarom je welke leertechnologieën op welke manier gaat inzetten. Voorbeeld: in een Amerikaanse studie wordt geconcludeerd dat je leertechnologie het beste selectief tijdens bijeenkomsten kunt inzetten (de telefoontas kan daarbij weer zeer behulpzaam zijn).
Nota bene:
- Realiseer je dat het motiverende karakter van nieuwe technologie altijd van tijdelijke aard is (het “novelty effect”).
- Het is van groot belang dat lerenden digitale vaardigheden ontwikkelen. Voor het ontwikkelen van deze vaardigheden hoef je echter niet persé leertechnologie te gebruiken.
Meer principes versterken en faciliteren met leertechnologie
Er zijn veel meer ‘technology enhanced’ leeractiviteiten mogelijk dan de leeractiviteiten die beschreven zijn in de twaalf blogposts. Betekent dat dat deze toepassingen niet zinvol zijn?
Nee. Dat komt omdat er meer effectieve instructieprincipes zijn. Ik heb bijvoorbeeld weleens David Merrill’s First Principles of Instruction als kader genomen voor een presentatie over ICT in het onderwijs. Deze principes hebben overlap met de twaalf bouwstenen, maar vullen deze ook aan. Tim Surma ‘himself’ heeft via Twitter ooit 25 principes gedeeld die leren bevorderen. In twee bijdragen heb ik toen al verkend hoe je ICT kunt gebruiken om deze 25 principes toe te passen:
- Hoe kun je 25 principes die leren bevorderen, faciliteren met ICT? (Deel 1)
- Hoe kun je 25 principes die leren bevorderen, faciliteren met ICT? (Deel 2)
Denk in elk geval goed na over de interactie tussen ‘evidence-informed’ didactiek en technologie. Betekent dat dat je geen nieuwe dingen mag toepassen? Nee: maar doe dat wel eerst op kleine schaal en voer een gedegen evaluatie uit.
Welke technologie?
Als je kijkt naar de twaalf blogposts, dan valt daarbij op dat je veel beschreven toepassingen al kunt inzetten met behulp van de digitale leeromgeving waarover onderwijsinstellingen eigenlijk al beschikken. Moet je dus maar geen aanvullende technologie aanschaffen? Dat durf ik niet zo stellig te beweren. Vraag je wel af of de kosten opwegen tegen de baten (in termen van gewin, gemak en genot zoals ‘good old’ Betty Collis dat ooit formuleerde). Een goed voorbeeld is het gebruik van een korte quiz tijdens een les. Via een digitale leeromgeving gaat dat zo:
- Klik op de app (als de leeromgeving die heeft) of surf naar de leeromgeving en log in.
- Ga naar de betreffende cursus.
- Klik op het betreffende onderdeel (bijv. studietaak of weeknummer).
- Klik op de activiteit.
- Maak de quiz.
Via een student response systeem zoals Mentimeter gaat dat als volgt:
- Klik op de app of ga in de browser naar www.menti.com.
- Vul de code in.
- Maak de quiz.
Bovendien heeft een student response systeem zoals Mentimeter vraagtypen met toegevoegde waarde (en enkele andere voordelen).
In een recente blogpost heb ik wat handreikingen gedaan voor het doordacht kiezen van leertechnologie.
Randvoorwaarden
Als je leertechnologie wilt inzetten, dan zul je wel randvoorwaarden gerealiseerd moeten hebben. In de eerste plaats is stabiele en betrouwbare technologie van groot belang. De laatste dagen lees ik via Twitter weer verschillende cases van scholen waarbij problemen zijn met technologie. Verder zul je uiteraard als docent in staat moeten zijn om de technologie op een doordachte manier te kunnen gebruiken. Professionalisering en ondersteuning zijn daarbij van belang.
Je zult als docent ook tijd en gelegenheid moeten hebben om nieuwe leertechnologie te leren kennen en om je onderwijs aan te passen. Zeker in het begin vergt dat een extra investering. Als je hier geen ruimte voor maakt, dan blijft het gebruik van leertechnologie beperkt tot een een selectie groep enthousiastelingen.
Je moet ook lerenden voorbereiden op het leren met leertechnologie. Een computer en met name smartphone kunnen ook zeer afleidend werken. Bij bouwsteen twaalf ben ik daar op ingegaan.
Realiseer je eveneens dat het tijd- en plaatsonafhankelijk uitvoeren van online leeractiviteiten veel eisen stelt aan zelfregulatie. Het is bijvoorbeeld heel gemakkelijk om niets te doen met feedback die door een computer gegeven wordt. Je kunt ook gemakkelijk online video’s aanzetten terwijl je andere dingen gaat doen.
Denk als docent na hoe je kunt bevorderen dat lerenden de online leeractiviteiten ook daadwerkelijk uitvoeren. Dat betekent onder meer investeren in zelfregulatie (zie bouwsteen twaalf), het realiseren van een duidelijke samenhang tussen online leeractiviteiten en het face-to-face onderwijs, en het monitoren van online leeractiviteiten (en daar vervolgens wat mee doen).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie