White paper blended learning

The rise of K-12 blended learning is een whitepaper waarin Michael Horn en Heather Staker over blended learning binnen het zogenaamde K12-onderwijs. In dit paper bakenen zij allereerst het begrip 'blended (of hybride) learning' af. Opvallend daarbij is dat volgens de auteurs sprake is van blended learning als de lerende minstens enige controle heeft over tijd, plaats, leerpad en of tempo. Uiteraard moet leren ook deels online plaats vinden. Het risico van hun brede definitie is overigens dat face-to-face lesgeven en je huiswerk mailen naar de docent ook onder blended learning valt.

Horn en Staker onderscheiden zes modellen voor blended learning:

  1. Face-to-face driver: online leren wordt als aanvulling gebruikt (bijvoorbeeld remediërend).
  2. Rotation: lerenden wisselen volgens een bepaald schema tussen online en offline leren. Online leeractiviteiten zijn dus geprogrammeerd.
  3. Flex: leren vindt vooral online plaats, terwijl docenten op een flexibele manier ondersteuning geven in de vorm van persoonlijke gesprekken of kleinschalige groepsbijeenkomsten.
  4. Online lab: online leren vindt binnen de school plaats, vooral omdat er onvoldoende onderwijsgevenden zijn om face-to-face les te geven. Lerenden krijgen begeleiding van niet-inhoudelijk deskundigen.
  5. Self-Blend: lerenden wisselen online cursussen af met face-to-face modules. Volgens de auteurs komt deze vorm van blended learning binnen de VS het meest voor.
  6. Online driver: online leren staat centraal en wordt aangevuld met face-to-face leeractiviteiten (eventueel extracurriculair).

De auteurs hebben vooral de organisatie van het onderwijs als uitgangspunt genomen voor dit model, en niet het curriculum van een vak of project. Je komt dan op andere indelingen uit (bijvoorbeeld online instructie met offline verwerkingsopdrachten, of face-to-face instructie en online formatieve toetsen).

In het volgende deel van het whitepaper gaan Horn en Staker in op de potentie van blended learning. Deze kracht is gelegen in de mogelijkheid om leren meer te personaliseren en om de productiviteit van het onderwijs te vergroten (je hebt minder maar meer gespecialiseerde docenten nodig, en je kunt ruimtes efficiënter gebruiken). Docenten zouden zich bij blended learning meer kunnen focussen op high-value activities. Het whitepaper bevat een uitgebreide casusbeschrijving die dit illustreert.

In het voorlaatste deel stellen de samenstellers van dit whitepaper dat de beschikbare technologie voor blended learning eigenlijk nog steeds niet volwassen is:

  • Systemen zouden meer geïntegreerd moeten kunnen worden.
  • Er zou meer en vooral betere content beschikbaar moeten komen.
  • Er is nog veel ontwikkelwerk te doen op het gebied van geavanceerde analysetools (zodat beoordelen ook efficiënter plaats kan vinden).
  • Eenvoudige docenttaken (zoals aan- en afwezigheid registreren) zouden geautomatiseerd moen kunnen worden.
  • Gebruikte technologieën zouden de motivatie van studenten om te leren moeten versterken (en daarom wellicht lijken op sociale netwerken en games).

De laatste paragraaf is gewijd aan beleid om blended learning gestalte te geven. In dit kader pleiten Horn en Staker o.a. voor meer autonomie voor organisaties om te experimenteren:

In the absence of this autonomy, there is a significant risk that the existing education system will co-opt online learning as it blends it into its current, antiquated model. If this happens, then education technology will be, at best, an intriguing add-on.

Een bruikbaar paper, vooral voor besturen, directies, managers en beleidmakers (minder voor docenten).

Met dank aan Elleke Verwaijen voor het toesturen van het whitepaper.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *