Welke factoren maken de invoering van (t)e-learning in het hoger onderwijs zo lastig?

Een aantal maanden geleden schreef ik over een artikel van Grandon Gill: welke dingen met betrekking tot onderwijs doet hij liever via Internet, in plaats van offline? Vanavond vind ik via de RSS-feed van eLearn Magazine een bijdrage van Gill waarin hij beschrijft welke factoren e-learning in het hoger onderwijs zo lastig maken. In de kern komen ze op het volgende neer:

  1. Degenen die e-learning moeten ontwikkelen en ‘verzorgen’ hebben zelf nooit aan den lijve ervaren hoe e-learning werkt.
  2. De technologie is permanent in ontwikkeling waardoor docenten steeds moeten veranderen.
  3. Je moet permanent aan betrokkenen (niet alleen studenten) uitleggen dat e-learning ‘werkt".
  4. Je moet wennen aan een nieuw "rhythm of life" (geen 9 tot 17 uur structuur).
  5. Je moet wennen aan een nieuwe rol als docent.

Het eerste punt vind ik overdreven. Net alsof er niet al veel ervaring is opgedaan met e-learning. Het tweede punt herken ik wel. De doorsnee docent went net aan de ELO als de ‘early adopters’ al weer met web 2.0 bezig zijn. Het derde punt herken ik ook. Volgens mij zijn het vooral veel docenten zelf die weinig vertrouwen hebben in e-learning (en tegelijkertijd onterecht ‘zwaar leunen’ op ineffectieve instructiemethoden). Factor vier is ook herkenbaar. Het duurt bijvoorbeeld ook lang voordat nieuwe technologie deel uit maakt van het dagelijks ritme. Punt vijf, tenslotte, vind ik langzamerhand een cliche.

Volgens mij zijn er nog wel meer factoren te verzinnen. Zoals gebruik aan experimenteerruimte en tijd (ook een cliche?). Of: er wordt onvoldoende aangegeven voor welk probleem bepaalde technologie een oplossing is? Ook: docenten ervaren geen ‘sense of urgency’ om e-learning toe te passen. Enzovoort, enzovoorts, enzovoorts…

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *