"Connectivism is a learning theory for the digital age. Learning has changed over the last several decades. The theories of behaviourism, cognitivism, and constructivism provide an effect view of learning in many environments. They fall short, however, when learning moves into informal, networked, technology-enabled arena."
George Siemens heeft een website over "connectivisme" gelanceerd (gebouwd in de open source toepassing Plone). Je vindt hier informatie over connectivisme, een weblog, discussieforum en een wiki. Hij geeft ook een tweewekelijkse nieuwsbrief uit (ook al heeft zijn weblog een RSS-feed).
Zie ook: Connectivism: a learning theory for the Digital Age
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
connectivisme en connectionisme
Een student aan de OU gaf haar repliek op mijn vraag wat men nou vindt van het connectivisme als leertheorie. Ze wist te vertellen dat Driscoll in haar boek ‘learning for instruction’ het PDP model uitlegt als een connectionistisch model. Maar eigenlijk bedoelde ik het connectivisme als leertheorie zoals Wilfred Rubens en George Simons die voorstaat. Omdat ik ook aan de OU studeer wilde ik me wel eens verder verdiepen en stoot op een analogie die ik grappig vond. Maar wel begrijpelijk.
.
Met connectivisme bedoelde ik de plek die wij als mens ‘gaan aannemen’ en natuurlijk ook al innemen, binnen de wereld van de informatietechnologie. Het connectivisme is een integratie die langzaamaan plaats vindt tussen ons en het netwerk van internet, waar we ons electronisch profileren en ontmoeten. Deze integratie, die in de omgeving van iedereen plaats vindt, impliceert veranderingen voor het onderwijsleerproces.
Wat vond ik nu zo grappig ?
De voorstelling die er gemaakt wordt van het PDP model door Bereiter waarbij frisbee’s allemaal met elkaar verbonden zijn (als men er een beweegt ,bewegen ze allemaal) zou in een bepaalde context kunnen lijken op de voorstelling die Simons maakt, want als uiteindelijk totale integratie met het netwerk zou plaats vinden, zouden wij onderdeel zijn van dat netwerk. En daar is nu de analogie met het netwerk van de frisbee’s.
Gr. Rob
@ Rob: Ik beschouw het connectivisme niet echt als leertheorie. De omschrijving van connectivisme die jij geeft, verschilt nogal van Siemens’ omschrijving. Dat mag, maar het wordt er bepaald niet helderder op.
Hoi,
Het lijkt mij een goede zet om het connectivisme te promoveren tot een leertheorie. Welke nuancering wilt u dan aanbrengen met de woorden “niet echt”?
Achteraf (drie jaar later dus) merk ik op dat mijn bericht erg onduidelijk is.
De analogie tussen het connectivisme en het connectionisme van Bereiter (pdp research group)is er. Het connectionisme stelt een andere manier van informatie verwerking voor die het connectivisme impliceert. Kennis zit niet in mij maar in mijn omgeving.
Gr. Rob Hannen
@Rob Hannen: Vooruit: ik beschouw het connectivisme nog niet als leertheorie. Wellicht komt dat wel. Als de kennisbasis is verbreed en verdiept. En als sprake is van een duidelijke afbakening. Wat bedoel je met de analogie tussen connectivisme en connectionisme? Ik begrijp het niet. Vind je connectivisme (uitgaande van knooppunten die via internet met elkaar verbonden zijn) hetzelfde als connectionisme (netwerk van onderling afhankelijke frisbees)? Dan zou er immers geen onderscheid zijn tussen connectivisme en sociaal constructivisme (waarvan Carl Bereiter representant is).
Hoi,
Het onderscheid tussen constructivisme en connectionisme is duidelijk.
Connectionisme en connectivisme is niet hetzelfde. Connectionisme is een term uit de neuropsychologie en connectivisme is volgens Siemens en mij(ahum) een leertheorie. Tussen deze twee paradigma’s is een overeenkomst. Het connectionisme omschrijft een psychologisch model waarbij kennis ligt opgeslagen binnen neurologische patronen of netwerken.
Als we bepaalde patronen cq. netwerken activeren door bijvoorbeeld een sterke ervaring dan wordt de kennis die bij dit patroon hoort aan ons gerepresenteerd. Het connectivisme als leertheorie stelt ook dat kennis in netwerken zit en zelfs dat we onze individuele kennis daaraan moeten ontlenen. Het zijn alleen geen fysieke netwerken zoals ons brein. Het netwerk is dus de analogie.
Om terug te komen op mijn allereerste bericht van drie jaar geleden bedoelde ik het volgende te zeggen.
Het connectivisme stelt dat kennis niet meer zo zeer in het individu zit maar meer in de netwerken om ons heen. Door de computertechnologie is het makkelijk om hiervan gebruik te maken. In een vooruitziende blik meen ik te zien dat deze ‘kennisverschuiving’ van het individu naar de omgeving van het computernetwerk in de verre toekomst leidt tot een totaal ander soort mens. Dat we een soort computerserver zijn van de kennis die we om ons heen verzamelen. We construeren dan niet meer de kennis in ons zelf maar in onze omgeving. Als je deze gedachte verregaand doorvoert verworden we tot verwerkingseenheid van kennis en niet meer dan dat. Feitelijk integreren we dan met het netwerk om ons heen omdat we meer op dat netwerk gaan lijken. Eigenlijk is dat een geweldige ontwikkeling want onze hersens zijn toch maar langzaam en iets onthouden is al helemaal moeilijk. Bah, ik haat onthouden! Laten we de kennis maar niet meer in ons ontwikkelen maar buiten ons.
Gr. Rob Hannen
@R. Hannen: dank voor je uitvoerige toelichting. Ik snap nu wat je bedoelt. Blijft dat ik het te vroeg vind om nu al te spreken van een nieuwe leertheorie. Er is nog onvoldoende onderzoek naar gedaan etc.
Wat betreft je opmerkingen over het niet meer hoeven te onthouden van kennis: dat is mij te kort door de bocht. Je hebt bepaalde parate kennis nodig. Het is erg inefficiënt en zelfs gevaarlijk om alles te moeten halen uit het netwerk. Neem het verlenen van acute hulp aan een verkeersslachtoffer. ik hoop dat de dienstdoende ambulanceverpleegkundige bepaalde kennis paraat heeft.