Gistermiddag heb ik een webinar verzorgd voor ongeveer zestig medewerkers van SintLucas. In ben ingegaan op asynchrone en synchrone vormen van online leren. Welke verschillende vormen zijn er te onderscheiden? Wat zijn -met name vanuit het perspectief van didactiek- de sterke en minder sterke kanten van deze vormen? Wanneer kun je het beste welke vormen inzetten? En op welke manier?
Dit was de structuur van de sessie:
1. Voorstellen en spelregels
O.a. via Mentimeter in kaart brengen wat de ervaringen van de aanwezigen zijn met toepassingen van synchroon en asynchroon online leren
2. Vormen van online leren (kort)
3. Synchroon en asynchroon leren
Wat is het verschil? Wat zijn eigenschappen van beide vormen?
4. Vormen van asynchroon online leren
Ik heb zeven vormen genoemd waarvan ik er drie heb toegelicht (wat is het, hoe werkt het, sterk/minder sterk, waarvoor zet je het in):
- Kennisclips
- Screencasts
- Podcasts
Via een quiz heb ik gekeken of ik duidelijk ben geweest.
5. Vormen van synchroon, live, online leren
Synchroon, live, online leren heeft de afgelopen maanden een hoge vlucht genomen. Ik heb vier vormen onderscheiden. Ik ben vervolgens uitgebreider ingegaan op de virtual classroom (toepassingen, wanneer normaliter in te zetten, waar kun je tegenaan lopen, didactische principes).
Ik heb een aantal keren benadrukt dat het zowel bij synchroon als asynchroon online leren belangrijk is een activerende didactiek toe te passen.
6. Afronding
Slotopmerkingen, verwijzingen en een afrondende opdracht.
Hieronder vind je mijn slides:
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie