Ruben Puentedura heeft het SAMR-model ontwikkeld waarmee hij aangeeft dat je ICT op grofweg vier manieren in het onderwijs kunt inzetten. Op dit model is ook kritiek gekomen. Maar als je dit model op de juiste waarde schat, dan is het wat mij betreft prima bruikbaar als kader bij implementaties.
Volgens Puentedura kun je ICT inzetten ten behoeve van:
- Substitution (vervanging van bestaande werkwijzen).
- Augmentation (versterking van het bestaande werkwijzen).
- Modification (verbetering of vernieuwing van bestaande werkwijzen).
- Redefinition (transformatie van bestaande werkwijzen).
Stephen Downes vat een aantal kritische bijdragen over SAMR samen. De kritiek luidt als volgt:
- SAMR is geen model voor leren.
- SAMR zegt niets over bekwaamheden. SAMR gaat niet over het ontwikkelen van bekwaamheden van een hogere orde.
- SAMR is afgeleid van het RAT-model (Replacement, Amplification, Transformation; in Nederland sprak Henk de Wolf over substitutie, innovatie, transformatie).
- SAMR is niet gebaseerd op fatsoenlijk onderzoek.
- SAMR suggereert dat je niet goed bezig bent als docent als je niet het niveau van transformatie bereikt. Terwijl het behalen van efficiëntievoordelen toch ook al heel mooi is.
Downes meent dat wetenschappelijke literatuur wel degelijk referenties bevat naar SAMR, en dat er veel veel literatuur is die laat zien dat je ICT op een manier kunt en zou moeten gebruiken die verder gaat dan je oorspronkelijke doceertaak.
Toen ik verschillende jaren geleden voor de eerste keer kennis maakte met SAMR, sprak dit model mij aan als kader om naar implementaties te kijken. De indeling “substitutie, innovatie, transformatie” vond ik onvoldoende genuanceerd. De toevoeging ‘augmentation” vond en vind ik waardevol. Er is lang niet altijd sprake te zijn van vernieuwing, en al helemaal niet van transformatie bij het gebruik van ICT. Dat hoeft ook niet persé. Het verbeteren van de effectiviteit, efficiëntie en/of aantrekkelijkheid van bestaande manieren van leren kan al veel voordelen hebben. Ik heb wel twijfels bij substitutie. Wegen de opbrengsten dan op tegen de kosten? Ook houdt Puentedura m.i. onvoldoende rekening met efficiëntie, en kijkt hij vooral naar het niveau van lerenden en docenten (en minder naar de organisatie).
SAMR is inderdaad geen model voor leren, en het zegt inderdaad niets over noodzakelijke bekwaamheden. Het is genuanceerder dan het RAT-model, en het zou niet gebruikt moeten worden voor het vellen van waardeoordelen over niveaus. Puentedura vindt overigens wel dat het (Amerikaanse) onderwijs met behulp van ICT (zoals social computing, digital storytelling en serious gaming) een transformatie zou moeten ondergaan.
Wat betreft de wetenschappelijke basis: toen ik kennis maakte met SAMR, viel het me ook op dat Puentedura op zijn blog alleen presentaties heeft staan. De artikelen waar Stephen Downes naar verwijst (hier en hier), gebruiken SAMR allen als raamwerk en verwijzen verbazingwekkend genoeg alleen naar slides van Puentedura.
Het is de vraag hoe erg het is dat Puentedura alleen een kader heeft gemaakt. Volgens mij zou dit problematisch zijn als je van SAMR meer maakt dat een raamwerk waarmee je naar implementaties kijkt. Probeer er dus geen model voor leren van te maken (zoals Puentedura hier doet) of er beweringen uit af te leiden dat transformatie ‘beter’ zou zijn dat ‘versterking’.
Je kunt SAMR wat mij betreft dus gebruiken om je ambitieniveau bij implementaties te bepalen: wat wil je bereiken? Daarbij is wat mij betreft geen sprake van gradaties, waarbij je moet streven het hoogste niveau van transformatie te bereiken. Als je SAMR vanuit dit perspectief gebruikt, dan schat je dit raamwerk wat mij betreft op de juiste waarde.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
en … wat is nieuw hier aan?
Moet dat dan, Jan?