Die vraag stelt Audrey Watters zich op het ReadWrite Web. Zij kijkt daarbij vooral naar maatregelen die "ed-tech start-ups" treffen, en komt tot vijf factoren:
- Technologie moet gratis of zeer goedkoop zijn.
- Adoptie moet plaats vinden via een grassroots-strategie.
- Technologie moet eigentijdse manieren van leren ondersteunen (decentraal, samenwerkend leren, social learning, flexibel).
- Open content (open educational resources) wordt gebruikt.
- Er wordt gebruik gemaakt van open source software.
George Siemens vindt deze lijst onvoldoende, en zoekt de verklaring meer in het stimuleren en mogelijk maken van connecties en het gebruik van een decentrale technische infrastructuur. Ook wil hij dat de lerende meer in control is over het eigen leren, dat sprake is van gepersonaliseerde en adaptieve curricula(dus ook andere leerdoelen) èn dat leerlingen kunnen leren in verschillende contexten. Hij gaat ook uit van het innovatieve vermogen van technologie op zich, als hij schrijft:
Provide learners with the tools to connect and form learning networks with others in a course and across various disciplines (diversity exposure to ideas and connections needs to be intentional)
In totaal formuleert hij twaalf factoren, waar Audrey Watters zich in kan vinden (getuige een reactie op Siemens).
Wat mij opvalt in deze twee bijdragen, is het gebrek aan aandacht voor:
- Een gevoel van urgentie om 'ontwrichtend' te veranderen.
- Het veranderen van de manier van beoordelen (van grote invloed op de manier waarop we het onderwijs organiseren).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie