Kennisnet heeft leraren en docenten gevraagd wat hun meest populaire ‘2.0 tools’ zijn. Wat valt mij op aan de top 10?
In de eerste plaats valt me op dat Kennisnet niet schrijft op basis waarvan zij deze top 10 hebben samengesteld. Hoe hebben zij deze inventarisatie gemaakt? Hoeveel docenten hebben deelgenomen? Wie hebben deelgenomen? Zijn er geen verschillen tussen leraren uit het primair onderwijs, docenten uit het VO en MBO-docenten?
Op de tweede plaats valt me op dat niets wordt geschreven over hoeveel docenten deze tools gebruiken, en hoe intensief. Ik lees bijvoorbeeld dat de nummer 2, Kahoot, het nipt won van Socrative. Je zou dan verwachten dat Socrative op nummer 3 staat. Maar dit student response systeem komt helemaal niet in de top 10 voor.
Op de derde plaats valt me op dat Edmodo op nummer 1 staat. Gebruiken docenten het liefst toch een soort elektronische leeromgeving, maar niet de omgeving die de schoolorganisatie beschikbaar stelt? Ik vraag me daarbij ook af of docenten deze tools -die vaak één functionaliteit ondersteunen- in combinatie met meer traditionele applicaties gebruiken, of in plaats van. Vervangen apps meer omvattende systemen?
Op de vierde plaats zijn applicaties populair die gericht zijn op het bevorderen van interactie. Dat doet me deugd.
Op de vijfde plaats valt me op dat traditionele ‘2.0-tools’, zoals wiki’s, blogs, Evernote of sociale netwerken, de top 10 niet hebben gehaald.
Tenslotte zijn Google Apps for Education een vreemde eend in de bijt. Dit is immers -zoals Kennisnet zelf ook schrijft- een verzameling apps en niet één tool. Opvallend daarbij is ook dat de auteur van dit artikel schrijft dat Google “goed bezig” is op het gebied van onderwijs, en de ingevoerde gegevens allemaal “op een veilige manier in de cloud bewaard” worden. Het is maar hoe je ‘veilig’ definieert….
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Belangrijke vragen die je hier stelt: hoeveel docenten en met welke achtergrond? Jammer dat hier (zoals vaker bij dit soort lijstjes) deze info niet wordt gedeeld.
Aanvullend kan de vraag gesteld worden of de meest geliefde/meest gebruikte, ook de beste genoemd mogen worden, zoals in de titel is gebeurd.
De waardering voor Edmodo, als alternatief voor de logge ELO’s kan ik volledig onderschrijven. Zeker nu deze steeds meer apps integreert, zoals bijvoorbeeld Blendspace.
Ik denk dat het artikel uit het Engels is overgenomen. Ik kan mij niet voorstellen dat de app ClassDojo zo populair is in Nederland. Volgens mij hebben de meeste leraren in het basisonderwijs in Nederland er amper van gehoord. Mocht dat wel zo zijn dan is het super tof dat leraren zich ook gaan bezig houden met het gedrag in de klas behulp van apps/ict.
Ik neem aan dat Kennisnet verwezen had naar een bron, als men het artikel uit het Engels had overgenomen.
Terecht punt. Populair is niet altijd kwalitatief het beste.
Mijn ervaring is dat steeds meer scholen vragen om opslag van gegevens en bewijslast op een server in Nederland. Niet zomaar ergens in de cloud. M.i. terecht in het kader van de ‘veilige leeromgeving’. Google voldoet daar niet aan. Andere aanbieders van clouddiensten evenmin.