Wat moet je doen en laten bij simultaan onderwijs?

Onderwijsadviseurs Ria Dolfing en Rouven Hagemeijer van de Universiteit Utrecht hebben een literatuurstudie (pdf) uitgevoerd naar de voor- en nadelen van simultaan onderwijs: onderwijs waarbij studenten op locatie (on-campus) en studenten op afstand (online) tegelijkertijd aan het onderwijs deelnemen.

De auteurs hanteren de term ‘hybride onderwijs’. In hun studie laten zij zien dat er geen consensus is over de terminologie (Here Or There education wordt ook gebruikt).

De auteurs gaan in op de ervaringen en percepties van docenten en studenten die betrokken zijn bij deze vorm van onderwijs. Vervolgens beschrijven zij strategieën om problemen te overwinnen, moeilijkheden en uitdagingen en opties en randvoorwaarden voor het organiseren van deze aanpak.

Observaties en aanbevelingen hebben betrekking op:

  • Communicatie en interactie.
  • Motivatie en engagement.
  • Ondersteuning en professionalisering van docenten.

Een discussieparagraaf sluit het paper af.

Deze literatuurstudie is Engelstalig. Do’s en don’ts in hybride onderwijs vat het paper in het Nederlands samen. Ik ga dat daarom zelf hier niet doen. Wat me wel opvalt: de auteurs doen ook aanbevelingen die te maken hebben het voorbereiden van lerenden op deze manier van leren (zoals het stellen van regels).Het belang hiervan moet je volgens mij niet onderschatten.

Verder valt het risico van overbelasting op door het gebruik van veel multimedia en leertechnologieën.

De auteurs wijzen ook op het belang van asynchrone communicatie tijdens sessies waardoor de aanwezigen zich bewust worden van degenen die online zijn. Je moet ook leeractiviteiten specifiek voor simultane settings ontwikkelen.

Dolfing en Hagemeijer concluderen dat simultaan onderwijs niet heel grootschalig dient te worden toegepast, aangezien het erg moeizaam te organiseren is. Volgens hen zijn er twee situaties waarin deze aanpak te rechtvaardigen is:

  1. Bij onvoorziene omstandigheden, als er geen duidelijke alternatieven zijn (zoals tijdens de coronacrisis).
  2. Als lerenden en docenten fysiek ver van elkaar verwijderd zijn, en bepaalde lerenden anders geen toegang zouden hebben tot het onderwijs (bijvoorbeeld in het kader van internationalisering).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *