Wat moet er gebeuren voordat MOOC’s volwassen zijn

De afgelopen tijd is er veel gepubliceerd over massive open online courses (MOOC). We moeten ons daarbij wel realiseren dat deze vorm van open education nog in de kinderschoenen staat. Voordat MOOC’s volwassen zijn, zullen nog een aantal zaken doordacht en uitontwikkeld moeten worden.

Phil Hill merkt terecht op dat er duurzame verdienmodellen ontwikkeld moeten worden. Niet iedereen lijkt zich hier druk om te maken. Je hebt mensen die MOOC’s vooral zien als een manier om kennis toegankelijker te maken. Deze maatschappelijke taak mag wat kosten. Anderen beschouwen MOOC’s als een manier om met nieuwe didactische modellen te experimenteren. Als je te snel begint over verdienmodellen, dan smoor je innovatie vaak in de kiem.

Gratis MOOC’s bestaan echter niet, zoals Jeff Haywood terecht opmerkt. Op termijn, en voordat MOOC’s het stadium van volwassenheid bereiken, zul je een goed doordacht verdienmodel ontwikkeld moeten hebben. Gezien de discussie over de financiering van het hoger onderwijs binnen de huidige economische crisis, lijkt het ondenkbaar dat de overheid hiervoor zal opdraaien.

De ontvlechting van het onderwijs biedt m.i. hier mogelijkheden voor. Volgens Benjamin Lima bestaat onderwijs aan een instituut voor hoger onderwijs uit vier typen ‘aspecten’:

  • Het curriculum. Volgens Lima heeft internettechnologie hier een ontwrichtende invloed op. Ik kom hier nog op terug.
  • Het buiten-curriculum: het netwerk van vrienden en contacten, en ervaring die wordt opgedaan via lidmaatschap van clubs, stages, en dergelijke. Lima denkt dat dit aspect maar moeilijk vervangen kan worden dankzij technologie. Ik denk zelf dat dat voor een deel wel mogelijk is. Denk aan de kracht van leernetwerken. Ik verwacht overigens niet dat studenten hiervoor willen betalen, aangezien er gratis alternatieven zijn. De data, die hiermee wordt vergaard, kan overigens wel weer benut worden voor marketingdoelen (als een product gratis is, ben jij immers het product).
  • Het signaleringsproces: de waardering van algemeen talent of van het ‘boven gemiddeld’ presteren. Lima ziet hier ook geen rol weggelegd voor internet als prikkel voor innovatie. Ik denk juist dat sociale netwerktechnologie, recommender systemen en badges hierbij een belangrijke rol kunnen vervullen. En ik verwacht ook dat studenten en potentiële werkgevers hiervoor bereid zijn te betalen, aangezien hier geen gratis alternatieven voor beschikbaar zijn.
  • De ervaring om deel uit te maken van een universiteit en hogeschool, doordat je een groot deel van je leven op een campus doorbrengt. Benjamin Lima ziet hier ook geen rol weggelegd voor internettechnologie. Ik deel die mening. Tegelijkertijd stelt hij m.i. terecht dat dit aspect slechts een rol speelt bij top-universiteiten en -colleges.

Vanuit de optiek van het verdienmodel biedt internettechnologie op drie van de vier aspecten kansen voor onderwijsinstellingen. Want het curriculum kan nog verder worden ontvlecht. Benjamin Lima doet dat op cursusniveau. Hij maakt wat kort door de bocht een onderscheid tussen kennistransfer (zeg maar de leerinhouden, in welke vorm dan ook), èn evaluatie en feedback. Hij stelt dat internettechnologie faciliteert dat leerinhouden alomtegenwoordig en gratis te verkrijgen zijn (specifieke leerinhouden wellicht uitgezonderd). Dat is ook waar MOOC’s zich op richten.

Op het gebied van evaluatie en feedback is dat nog niet het geval, ook al wordt geëxperimenteerd met geautomatiseerde feedback en peer feedback. Volgens Lima werken deze manieren van feedback onvoldoende voor meer geavanceerde kennisniveaus. Massive open online courses maken het met hun content ook mogelijk dat docenten zich vooral gaan richten op kwalitatief goede evaluatie en feedback, en op het stimuleren van meer verdiepende kennis (MOOC’s richten zich dan op basiskennis).

Voor deze diensten zullen studenten moeten betalen, en zullen zij ook bereid zijn om te betalen.

De ontwikkeling van duurzame verdienmodellen vormt echter niet de enige hobbel op het pad van volwassenheid van MOOC’s. Phil Hill schrijft ook dat er betekenisvolle manieren voor het afronden van deelname aan een MOOC ontwikkeld moeten worden. Voorbeelden zijn het verkrijgen van toegang tot geaccrediteerde programma’s, badges of referenties.
Daarnaast zullen deelnemers volgens heb gestimuleerd moeten worden om een MOOC te completeren. Hill heeft het over “Providing an experience and perceived value“. Volgens mij moeten we echter een alternatief ontwikkelen voor het fenomeen ‘uitval’ bij MOOC’s.
Tenslotte stelt Hill terecht dat er systemen voor authenticatie ontwikkeld moeten worden zodat accrediterende instanties en werkgevers kunnen vertrouwen op de identiteit van een student, en diens leerprestaties.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *