Wat kunnen we op het gebied van technology enhanced learning leren van discussies via sociale media?

Leren is een cognitief en sociaal proces. Interacties en dialogen tussen personen vormen belangrijke elementen van het leren. Deze interacties en dialogen kunnen ook online plaatsvinden. Daarbij zouden we wat mij betreft goed moeten kijken naar geleerde lessen uit discussies via sociale media zoals Twitter en Facebook.

Vanochtend las ik via Blendle de bijdrage ‘Even depolariseren’. Haroon Ali drinkt een biertje met zijn online tegenpolen. In deze bijdrage beschrijft journalist Haroon Ali hoe hij individueel face-to-face in gesprek is gegaan met twee van zijn ‘vrienden’ op Facebook waarmee hij regelmatig online in de clinch ligt. Ali beschrijft hoe online discussies gierend uit de hand kunnen lopen, terwijl je face-to-face wel in staat bent met dezelfde personen een fatsoenlijk gesprek aan te gaan over dezelfde gevoelige onderwerpen.

Als ik zijn bijdrage goed lees, dan haal ik daaruit de volgende geleerde lessen voor online interacties en dialogen bij technology enhanced learning.

Affordances online omgeving

Paul Kirschner heeft het begrip ‘affordance’ ooit omschreven (pdf) als “de unieke relatie tussen de kenmerken van een ‘ding’ in samenhang met een gebruiker die beïnvloedt hoe dat ding wordt gebruikt“. Digitale leeromgevingen of functionaliteiten waarmee je binnen een digitale leeromgeving kunt discussiëren hebben ook dergelijke ‘affordances’. Uit het artikel van Ali haal ik de volgende affordances die van belang zijn voor een goede interactie of dialoog.

  • Er is sprake van een besloten omgeving. Ali beschrijft dat mensen zich in een besloten omgeving eerder kwetsbaar durven op te stellen dan in een openbare omgeving. Via sociale media word je lang en hard afgerekend op basis van bepaalde meningen: “Wanneer een onhandige opmerking viral gaat, kan je carrière in één klap voorbij zijn“.  Het kost veel energie om steeds je standpunten te moeten nuanceren als ze publiek worden gedeeld.
  • De omgeving geeft deelnemers de mogelijkheid om standpunten te nuanceren. Dan doel ik op de mogelijkheid om veel tekens kwijt te kunnen, maar ook om de mogelijkheid om opmerkingen direct onder originele bijdragen te plaatsen. Ook zou een deelnemer in staat moeten zijn een bijdrage aan te passen voordat deze daadwerkelijk gepubliceerd wordt.
  • De omgeving stelt deelnemers daarom in staat zichzelf voor te stellen, een profiel aan te maken (met foto). Daarbij zijn interesses en opvattingen ook relevant. Je kunt bijdragen van deelnemers namelijk beter plaatsen als je deelnemers beter kent.
  • De omgeving bevat opties waarmee je sociale ‘cues’ (zoals humor, mimiek, intonatie en lichaamstaal) kunt toevoegen aan bijdragen. Denk daarbij aan het aangeven wat de aard is van je bijdrage (vraag, opinie, stelling, verdiepende toelichting, enzovoorts).
  • Schriftelijk (asynchroon) of mondeling (asynchroon of synchroon) kunnen communiceren. Asynchroon en synchroon communiceren hebben allebei voor- en nadelen vanuit het perspectief van een effectieve interactie.

Bekwaamheden van deelnemers

Deelnemers aan een online interactie moeten ook in staat zijn om online discussies te voeren. uit Ali’s artikel haal ik de volgende noodzakelijke bekwaamheden.

  • Een bijdrage van een ander goed en kritisch kunnen lezen en er over nadenken.
  • Vragen stellen over de persoonlijke beweegredenen van een deelnemer, in plaats van intenties van een ander invullen.
  • Mensen niet te snel in een bepaald hokje plaatsen.
  • Jezelf vragen stellen over je eigen beweegredenen en ideeën.
  • Argumenten schriftelijk of mondeling kunnen uitwerken (afhankelijk van de applicatie).
  • To the point en ‘on topic’ argumenteren.
  • Emoties en andere sociale cues schriftelijk of mondeling kunnen uitdrukken en compenseren. Met name humor en kwinkslagen zijn belangrijk om ervoor te zorgen dat bijdragen niet gaan ‘steken’.
  • Gebruik kunnen maken van de functionaliteiten van de digitale leeromgeving.

Regels en afspraken (en modereren)

Soms gebruiken deelnemers aan discussies bewust strategieën om het gelijk aan de eigen zijde te krijgen of om discussies te winnen. ‘Framing’ is zo’n strategie. Dergelijke strategieën moet je bespreken en zichtbaar maken. Daarnaast heb je regels en afspraken nodig die zorgen dat sprake is van een veilige omgeving waarin deelnemers hun men ing durven te geven. Een moderator bewaakt dan het naleven van dergelijke regels en afspraken.

  • Laat deelnemers zichzelf voorstellen. Kennismaking is belangrijk. Dan kun je opmerkingen beter plaatsen. Je moet een compleet beeld krijgen van iemand.
  • Spreek af dat deelnemers sociale ‘cues’ (zoals mimiek, intonatie en lichaamstaal) schriftelijk of mondeling gaan compenseren.
  • Wat in de omgeving gebeurt, blijft in de omgeving. Ali schrijft dat één van zijn gesprekspartners bepaalde opmerkingen binnen de besloten omgeving Grinder deelt via Facebook. Ik ben er voorstander van dat je binnen een leeromgeving afspreekt dat dus niet te doen.
  • Haroon Ali beschrijft dat een persoon over onderwerp B begint als hij onderwerp A aankaart. Blijf bij het onderwerp. Maak desnoods een nieuwe discussie aan. Of beargumenteer wat onderwerp B met onderwerp A te maken heeft.
  • Benadruk het belang van kennis ontwikkelen en verbinden. Het gaat bij leren niet om je gelijk te halen.

Als het gaat om discussies via media als Facebook en Twitter schrijft Haroon Ali onder meer:

Schreeuwen in een publieke arena leidt zelden tot wezenlijke inzichten en kritisch zelfonderzoek. Het kost je vooral veel tijd en energie. Als een discussie escaleert, zal ik in het vervolg dus vaker voorstellen om even wat te gaan drinken om de boel te depolariseren. (…). We moeten dus een manier vinden om ons ook online tot elkaar te verhouden. Hoe dat beschaafder kan? Geen idee. De geest is uit de fles en het lijkt me sterk dat de massa op sociale media teruggaat van hard en grof naar genuanceerd en respectvol.

Ali houdt hoop. Ik heb de hoop opgegeven dat publieke sociale media ooit weer een bijdrage gaan leveren aan genuanceerde en respectvolle vertogen die ook gebruikt kunnen worden voor verdiepend leren. Ik vestig mijn hoop op meer besloten (online en face-to-face) omgevingen. Publieke sociale media gebruik ik voor andere doelen (zoals attenderen en geattendeerd worden).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *