Wat kunnen ed tech bedrijven leren van remote emergency teaching tijdens de coronacrisis?

Je leest regelmatig over geleerde lessen als gevolg van het online leren tijdens de coronacrisis. Deze lessen hebben meestal betrekking op docenten, onderwijsinstellingen en opleidingsinstituten. Volgens Katie Boody Adorno kunnen ‘ed tech’-bedrijven echter ook een aantal zaken leren van het remote emergency teaching dat is verzorgd. Het is m.i. daarbij wel de vraag wat deze bedrijven hieraan kunnen doen.

Een ‘ed tech’-bedrijf is een onderneming dat technologie ontwikkelt en levert aan en voor onderwijsinstellingen en opleidingsinstituten. Ik durf geen schattingen te maken van de totale mondiale omvang van deze ‘industrie’. Maar het gaat om duizenden bedrijven. Je zou zelfs kunnen stellen dat Microsoft met o.a. MS Teams, Google (met Google Classroom) en Apple met Apple for Education zich ook op deze markt begeven.

Volgens Katie Boody Adorno kunnen deze bedrijven ook heel wat leren van het onderwijs dat tijdens de coronacrisis is verzorgd, met name toen we volledig op online onderwijs moesten overstappen. Zij laat in What the Edtech Industry Should Know About the Worst Parts of Remote Learning zien wat het betekent als kinderen en jongeren opeens vanuit thuis online moeten leren.

Leertechnologie moet dan niet alleen toegankelijk zijn voor docenten die hoge pedagogisch-didactische eisen stellen, maar ook voor ouders, grootouders en kinderen. Zij moeten vaak wegwijs worden uit diverse tools die onderwijsinstellingen gebruiken.

Aangezien schoolleiders in tijden van krimpende budgetten prioriteiten moeten stellen, zullen de edtech-oplossingen ook hun meest kritische en urgente problemen aanpakken. Volgens Boody Adorno is er sprake van een interessante paradox: leertechnologie is nog nooit zo populair en overheersend geweest, en tegelijkertijd is de behoefte aan hoogwaardige, relevante oplossingen nog nooit zo nijpend geweest.

Zij heeft met haar non-profit organisatie onderzoek gedaan naar waar scholen en families nu echt behoefte aan hebben.

Op de eerste plaats is dat aandacht voor de sociaal-emotionele kanten van leren. De sociaal-emotionele ontwikkeling van lerenden kan een knauw hebben gehad. Lerenden missen sociale contacten, en kunnen angsten en depressies ervaren. Zij hebben wellicht thuis geen veilige omgeving. Zij hebben weinig gelegenheid om hierover te praten met volwassenen die zij vertrouwen. Kun je met behulp van technologie socialisatie en verbinding mogelijk maken? Kun je online een vertrouwensband opbouwen en onderhouden en gesprekken voeren waarbij je virtueel een arm om de schouder kunt slaan en zicht hebt op belangrijke non-verbale signalen?

Op de tweede plaats zouden ouders en verzorgers meer betrokken moeten worden bij het onderwijs. Als ouders en verzorgers een belangrijke rol spelen in het begeleiden van lerenden, dan zullen zij op een betere manier in staat moeten zijn contact te onderhouden met docenten. Deze communicatie blijkt belemmerd te worden door vaak praktische problemen, zoals een onvoldoende up to date overzicht van telefoonnummers van ouders. Ook kunnen ouders niet altijd even goed de voertaal hanteren of is er sprake van cultuurverschillen. Ouders met hogere inkomens blijken beter contacten te onderhouden met school dan ouders met lagere inkomens. Ouders hebben meer flexibele opties nodig die meer authentieke interacties met docenten mogelijk maken. Docenten moeten in staat zijn feedback op de ontwikkeling van lerenden te delen. Drempels voor communicatie over verschillende aspecten van lerenden zouden moeten worden weggenomen.

Op de derde plaats maken ouders en verzorgers zich vooral ook zorgen over de leerprestaties. Onderzoek laat zien dat vooral lerenden met een lage sociaal-economische status leerachterstanden oplopen.

Volgens Katie Boody Adorno impliceert dit dat tools vooral adaptief zouden moeten zijn. Je zou ze dus net zo effectief moeten kunnen inzetten bij online leren op afstand als in de klas. Verder gaat zij helaas niet in op mogelijke oplossingen.

Als je kijkt naar bovenstaande problemen, dan is een aantal de verantwoordelijkheid van ‘ed tech’-bedrijven. Bij het betrekken van ouders en verzorgers spelen veel zaken een rol, zoals cultuur en sociaal-economische status. Het up to date houden van contactgegevens is vooral een organisatorisch vraagstuk. Net als het maken van afspraken over contact opnemen en bereikbaarheid, of het op een didactisch goede manier gebruik maken van bestaande technologieën.  Ook valt op dat de behoefte van onderwijsinstellingen in het voorjaar plotsklaps veranderde: scholen die nooit aan synchroon online leren wilden doen, voelden zich daar toen toe genoodzaakt.

Wat kunnen ed tech-bedrijven wel doen?

  • Investeren in ‘user experience’ en toegankelijkheid van hun tools.
  • Investeren in de ontwikkeling van tools die socialisatie en betekenisvolle en vertrouwelijke interacties mogelijk kunnen maken. Hoe kun je de psychologische en communicatieve afstand bij online interacties verkleinen? Hoe kun je mensen het gevoel geven dat zij fysiek in elkaars nabijheid bevinden? Hoe kun je een gebrek aan non-verbale uitingen online compenseren?
  • Investeren in tools waarmee lerenden op een goede manier zicht hebben op hun ontwikkeling. Lerenden kunnen ouders/verzorgers hier inzicht in geven.
  • Investeren in krachtiger didactische toepassingen binnen bestaande tools. Veelgebruikte applicaties voor synchroon online leren hebben vaak betrekkelijk weinig functionaliteiten die actief leren bevorderen.
  • Docenten en ouders/verzorgers ondersteunen in hoe de leertechnologieën op een leerzame manier kunnen worden gebruikt.
  • Devices en breedbandverbindingen bijvoorbeeld via de school gratis beschikbaar stellen aan gezinnen met lage inkomens.
  • Leertechnologie betaalbaar houden.
  • Op een fatsoenlijke en eerlijke manier belasting betalen zodat overheden meer kunnen investeren in bestrijding sociale ongelijkheid, onderwijs en andere belangrijke zaken.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *