Naar aanleiding van een een bijdrage van Kentaro Toyama (waar ik eerder aandacht aan besteedde, vraagt Michael Trucano zich af wat het kost als je niet investeert in ICT in het onderwijs.
Trucano stelt daarbij de 'digitale kloof' centraal. Veel jongeren komen pas op school in aanraking met ICT. Zonder scholen zouden zij achtergesteld worden, terwijl ICT-competenties van groot belang zijn binnen de hedendaagse samenlevingen. Technologie speelt immers ook in ontwikkelingslanden een grote rol als catalysator van economische ontwikkeling. Scholen omschrijft hij als
useful vectors to help transform societies through the introduction of various ICTs.
One laptop per child-projecten worden niet voor niets inclusion-projecten genoemd, en niet technologische of onderwijsprojecten.
Trucano pleit ervoor dat de angst voor achterstelling, omgezet wordt in hoop. Hij noemt dat de uitdaging voor degenen die geloven in de potentiële veranderkracht van technologie voor lerenden, maar die tevens klagen over de vaak gebrekkige toepassing van ICT in het onderwijs.
Trucano geeft overigens aan dat je discussies over het nut van ICT in het onderwijs niet moet laten voeren door econometristen. Zij hebben immers vaak geen verstand van leren (net zo goed als onderwijskundigen vaak geen kijk op financiering hebben).
Michael Trucano's betoog gaat voorbij aan de kritiek op de grote hoeveelheid investeringen in ICT in het onderwijs. Om leerlingen vertrouwd te maken met relevante technologie, hoef je immers geen elektronische leeromgeving te implementeren. Zelf ben ik positiever over het gebruik van ICT op school. Onder meer ook omdat jongeren dankzij technologie op school ook informeel kunnen leren. Verder toont divers onderzoek inmiddels ook de meerwaarde van ICT voor leren aan. Ook Trucano gaat hier m.i. te zeer aan voorbij.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie