Tijdens deze sessie van de OEB gingen drie sprekers in op technologische ontwikkelingen die kunnen leiden tot transformatie van L&D.
Jasper Schonenberg (IKEA) stond stil bij de mogelijke gevolgen van Web3 op L&D. Wat kunnen we leren van principes van Web3-omgevingen. Web3 is volgens Jasper een verzamelnaam van Metaverse, AI, VR, AR, etc. Web3 vergeleek hij met een caravan. Daarin plaats je je digitale assets, die je vervolgens mee kunt nemen via een digitale portemonnee, waar je ook mee naar toe wilt (bijvoorbeeld Snapchat). Volgens Jasper kun je deze technologieën gebruiken voor:
- Beloningen en prikkels (beloningen voor actieve participatie). Hiermee kun je met behulp van tokens motivatie vergroten, leerprestaties erkennen en beloningen geven voor het ontwikkelen van vaardigheden.
- Community feedback. Deze gemeenschappen maken gebruik van decentrale mechanismes voor aansturing. Lerenden kunnen op deze manier bijvoorbeeld betrokken worden bij het updaten van content.
- Het beheren van toegang. Je kunt tokens gebruiken als toegangssleutel voor content (zoals video’s). Vanuit het perspectief van L&D kun je lerenden via tokens bijvoorbeeld toegang geven tot gepersonaliseerde leerpaden.
Joost Smilde van Heineken ging in op AI en blockchaintechnologie. Zij maken standaard operating procedures met behulp van AI. Hij stelde dat AI leert van internetdata en met behulp van modellen kunnen allerlei AI-applicaties gemaakt worden. AI leert daarbij ook van zichzelf. Blockchaintechnologie zorgt dan voor vertrouwen, mede omdat datgene wat je in de blockchain plaatst, niet meer veranderd kan worden. Smart contracts kunnen bijvoorbeeld op de blockchain gepubliceerd worden. Je kunt een hele content management-keten op de blockchain plaatsen, waarbij je kunt zien wie content heeft gemaakt, bewerkt en gevalideerd. Eindgebruikers gebruiken alleen de content op de blockchain. Via tokens kun je content dan kopen. Je kunt dankzij blockchain dus gevalideerde informatie creëren die je via AI dan kunt hergebruiken.
Evgeniia Rashchupkina van Group Moovs ging in op de metaverse en het realiseren van leerervaringen. Deze omgeving is vooral geschikt voor meeslepende leerervaringen. Metaverse is ook een gedecentraliseerde technologie. Je kunt er simulaties in ontwikkelen, virtuele excursies in houden, gevaarlijke handelingen oefenen, leren op ontoegankelijke plekken (bijvoorbeeld in het verleden), leren onderhandelen, enzovoorts. Evgeniia liet daar verschillende voorbeelden van zien, zoals het Anna Frank huis. Of de EduMetaverse, SpatialChat of EduVerse. Als je metaverse gebruikt voor leerervaringen moet je onder meer nadenken over het niveau van realisme en doelen die lerenden willen bereiken. Een beperking van deze omgevingen is dat mensen zich te geprikkeld voelen en dat sprake is van cognitieve overbelasting.
Moderator Bert de Coutere stelde de retorische vraag: wat gebeurt er als we al deze technologieën combineren? Tegelijkertijd is de gebruikerservaring van dit type technologieën wel een ding dat snelle adoptie kan belemmeren. Deze technologieën worden echter ook in toenemende mate geïntegreerd in andere applicaties, en daarmee vaker toegepast.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie