Wat is effectieve didactiek?

Er is de afgelopen dagen weer heel wat ‘afgediscussieerd‘ over free of controlled learning, over meer instructivistisch
versus constructivistisch leren (zie ook Moqub’s
overzicht
). Volgens mij is het het heel lastig om in generaliserende termen te spreken over effectieve
didactiek. De context van het leren is daar wat mij betreft sterk van invloed op. Ik wil  tien meningen formuleren met betrekking tot effectieve didactiek (zal daarbij niet volledig zijn, maar wel reageren op enkele geposte
commentaren
).  Dat ICT hierbij een belangrijke rol speelt, ligt wat mij betreft voor de hand.

1. Instructies (in de vorm van ‘uitleg’) kunnen zinvolle leeractiviteiten zijn. Vooral voor mensen met weinig
expertise op het betreffende gebied. Maar instructies zouden veel meer ‘just in time’ aangeboden moeten worden. En
niet veel langer duren dan een minuut of twintig.

  • 2. Scaffolding (de mate van begeleiding naar verloop van tijd afbouwen) en de zone van naaste ontwikkeling (daag lerenden uit net een stapje verder te gaan) blijven erg belangrijke elementen van effectief leren.

    3. Activerende werkvormen kunnen lerenden prikkelen om kennis te ontwikkelen, om te groeien in hun
    competentieontwikkeling. Belangrijk daarbij is wel dat er aandacht is voor feedback en reflectie in brede zin van het woord (dus ook op identiteitsontwikkeling en op het leerproces zelf). In het algemeen is
    het aan te raden dat lerenden een actieve rol spelen in hun leerproces en dat sprake is van interactie en
    communicatie. Lerenden leren bijvoorbeeld erg veel door zelf ‘les’ te geven. Dat werkt vaak beter dan instrueren.

    4. Praktijkgericht leren, in een zo authentiek mogelijke situatie, is vooral in het beroepsonderwijs van
    belang. Maar daarbij moeten lerenden wel de mogelijkheid hebben om fouten te maken. Een risico van authentieke
    leersituaties is, dat daarbinnen eigenlijk geen fouten gemaakt mogen worden.

    5. Er zou meer rekening gehouden moeten worden met leervoorkeuren van lerenden. Er zijn lerenden die in staat
    zijn om zelfstandig te leren, om zelf ambities en leerdoelen te formuleren. Lerenden, die tot op het bod
    intrinsiek gemotiveerd zijn en weten wat ze willen. Maar er zijn ook lerenden die daarbij veel sturing en
    begeleiding nodig hebben. Die bijvoorbeeld veel moeite hebben met keuzevrijheid.

    6. Er zou meer erkend moeten worden dat leren ook spontaan en toevallig plaatsvindt. Het begrip serenpediteit is in dit kader relevant. Maar we moeten ook niet doen alsof al het leren op deze manier plaats vindt of kan vinden.

    7. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen feitenkennis en conceptuele kennis. Feitenkennis veroudert redelijk snel (niet altijd), conceptuele kennis is duurzaam van aard. Maar je ontwikkelt conceptuele kennis door patronen te herkennen in feitenkennis.

    8. Het is belangrijk te erkennen dat anno 2007 andere eisen worden gesteld aan competenties van mensen dan -pak ‘m beet- vijfentwintig jaar geleden. Als creativiteit bijvoorbeeld nu belangrijker wordt gevonden, of als je binnen onze kennissamenleving beter moet leren om te gaan met massa’s informatie, dan heeft dat gevolgen voor de inhoud en vorm van het leren. Dat betekent bijvoorbeeld dat bepaalde leerstof niet per definitie meer aan de orde komt. En het heeft dan weinig zin om te klagen dat jongeren die leerstof niet meer beheersen.

    9. Er zou meer gestimuleerd moeten worden dat experts van buiten de onderwijsinstelling bij het leren betrokken worden. To know who is een steeds belangrijkere vorm van kennis.

    10. Het is weinig vruchtbaar om formeel en informeel leren sterk te scheiden. Het is niet per definitie een òf-òf keuze, een dichotomie. Het is wat mij betreft zinvoller om te erkennen dat vier aspecten van een leersituatie de mate van formaliteit beïnvloeden: proces, plaats en setting, doelen en leerinhoud. Of sprake is van een meer formele of informele leersituatie is afhankelijk de mate van sturing die de lerende en/of de organisatie op elk van deze aspecten kan uitoefenen. Zie het paper van Harm Weistra. Je kunt dus in feite leersituaties in onderstaand schema plotten.

  • Formeel_informeel
  • This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

    Delen

    2 reacties

    1. Ik vond het erg jammer dat ik niet aanwezig kon zijn op de SURF OWD.
      Ik ben dan ook heel blij met al je heldere posts hierover!
      Thnx

    Geef een reactie

    Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *