Cybersickness wordt vaak getypeerd als één van de tekortkomingen van virtual reality. Ik heb me er eerlijk gezegd niet eerder in verdiept. Erik Ofgang heeft hierover onlangs een toegankelijke bijdrage geschreven, waarin hij onderzoeker professor Jonathan Kelly over dit onderwerp aan het woord laat.
Cybersickness, ofwel ‘cyberziekte’, is een groeiend probleem bij het gebruik van virtual reality (VR). Dat komt omdat we in toenemende mate (VR) gebruiken, en volgens onderzoek van Kelly meer dan de helft van de VR-gebruikers enige vorm van cybersickness ervaren, met symptomen zoals misselijkheid, duizeligheid, zweten en oogvermoeidheid. Volgens onderzoeker Jonathan Kelly van de Iowa State University ervaart de helft van de nieuwe VR-gebruikers na 10 minuten al symptomen van cybersickness. Dit aantal stijgt tot 75% na 20 minuten. Opvallend is dat vrouwen tweemaal zo vaak als mannen eerder stoppen met de sessie vanwege symptomen van cybersickness.
Dit fenomeen heeft niet alleen implicaties voor het dagelijks gebruik van VR, voor de adoptie van de Metaverse en voor de toepassing van apparaten zoals Apple’s Vision Pro. Cybersickness komt overigens minder vaak voor bij AR dan bij VR.
Cybersickness wordt schijnbaar veroorzaakt door een zintuiglijk conflict: de lerende ziet beweging in de gesimuleerde VR-omgeving, maar voelt die beweging niet fysiek. Onderzoeker Kelly beoordeelt het conflict tussen zicht en lichamelijke ervaring als de hoofdoorzaak van de symptomen, en vergelijkt het met wagenziekte: als een passagier in een auto probeert te lezen, kan de passagier ook misselijk worden omdat deze wel beweging voelt maar niet ziet dat h/zij beweegt. Vrouwen blijken zoals gezegd gevoeliger voor cybersickness dan mannen. We weten volgens Kelly niet waardoor dit komt. Er is wel een verband tussen gevoeligheid voor bewegingsziekte en cybersickness.
Je kunt de kans op cybersickness volgens de onderzoeker als ontwikkelaar van applicaties of als docent wel reduceren. Sommige VR-games hebben bijvoorbeeld ‘comfort settings‘ die het zintuiglijke conflict verminderen, bijvoorbeeld door het zicht te versmallen. Kelly benadrukt echter dat deze instellingen vaak de visuele ervaring verminderen. Hij en zijn collega’s doen daarom onderzoek naar alternatieve tools.
Een andere aanpak, die docenten kunnen toepassen, is ‘adaptatie’: lerenden worden dan geleidelijk aan VR blootgesteld om aan de ervaring te wennen. Docenten zouden bij het gebruik van VR er ook rekening mee moeten houden dat een grote groep lerenden cybersickness ervaart, en regelmatig checken of lerenden last hebben van deze ziekte. Laat een lerende die na tien minuten last begint te krijgen -5 op een schaal van 10- stoppen voordat het erger wordt. Doceer dus het aantal sessies en de duur van de sessies. Te lang in een virtuele wereld verblijven kan leiden tot ernstige vormen van cybersickness.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie