Gistermiddag heb ik in Antwerpen tijdens de Toll-net studiedag Blended Learning “Waar passie, lesgeven en ICT elkaar ontmoeten” een workshop verzorgd over de vraag welke leeractiviteiten je bij blended learning het beste online en welke offline kunt verzorgen. Dat is geen gemakkelijke vraag.
Na de opening ben ik begonnen met een opdracht via Padlet:
- Stel: je doelgroep is ICT-vaardig, beschikt over een kwalitatief goede internetverbinding en is gemotiveerd om online te leren.
- Je docenten zijn ook bekwaam.
- Bedenk redenen waarom je NIET online leren zou gebruiken
Mijn stelling is namelijk dat we dankzij krachtige leertechnologieën (zoals synchrone communicatietools en learning analytics) steeds minder redenen hebben om NIET online te leren. Echter: een aantal factoren leiden er toe dat je er toch voor kiest om face-to-face te leren.
Je doelgroep kan bijvoorbeeld onvoldoende ICT-bekwaam zijn of over een onvoldoende zelfregulerend vermogen beschikken. De docenten kunnen ook weerstanden hebben ten aanzien van online en blended leren. Zaken als werkdruk spelen hierbij ook een rol.
Uiteraard zijn ook je leerdoelen en leerinhouden hierbij van belang. We hebben geïnventariseerd welke leerdoelen minder geschikt zijn voor online leren (denk aan tactiele vaardigheden). Overigens kom je ook met simulaties een heel eind om bekwaamheden te kunnen oefenen. Daar hangt wel een kostenplaatje aan. Maar dat kostenplaatje hangt ook aan het in het echt oefenen van bepaalde handelingen.
Over welke leertechnologieën kun je beschikken? Beschik je wel over synchrone communicatietools en tools voor learning analytics? Dat beïnvloedt ook je ‘blend’.
In dit verband is ook het begrip ‘transactional distance’ van belang. Dit begrip is bijna 20 jaar geleden door Michael Moore geïntroduceerd. Daarbij gaat het om de psychologische en communicatieve afstand tussen docenten en lerenden, die overbrugd zou moeten worden bij online leren. Dat kan onder meer door interactie tussen docenten en lerenden te bevorderen. De laatste jaren beschikken we binnen online leeromgevingen over steeds betere communicatiefaciliteiten zoals messaging of ‘video bellen’.
Wat ik me naar aanleiding van een gesprek tijdens het Trending Dinner van de Onderwijsdagen wel afvraag, is of het beeldscherm op zich zorgt voor ‘transactional distance’. Is fysieke aanwezigheid persé nodig om die afstand volledig te kunnen overbruggen? Moeten we elkaar daarvoor echt ontmoeten en elkaars aanwezigheid kunnen ‘voelen’. Of gebruiken we communicatietechnologie onvoldoende optimaal waardoor we denken dat we ‘transactional distance’ pas volledig kunnen overbruggen door in elkaars aanwezigheid te zijn?
Verder ben ik ook onder meer ingegaan op de kwaliteit van het ‘learning design’. Hoe meer aandacht je besteedt aan de het ontwerp, des te meer kun je online leren. Een structuur met deadlines is voor de meeste lerenden van belang, het geven van zicht aan lerenden op hun voortgang, het gebruik van learning analytics om problemen voortijdig te onderkennen, het geven van feedback, een doordacht gebruik van gamification, het inplannen van synchrone sessies en het faciliteren van peer support spelen hierbij een rol.
Hieronder vind je mijn slides:
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie