Internet of Things wordt al verschillende jaren als belangrijke trend gezien, die ook van grote betekenis kan zijn voor het onderwijs. Volgens Tom Ruff wordt de adoptie van IoT echter door twee belangrijke factoren belemmerd. Ik denk echter dat er meer aan de hand is.
Het SURF Trendrapport 2016 (pdf) definieert Internet of Things (IoT) als een netwerk van slimme fysieke objecten. Dankzij sensoren verzamelen deze objecten informatie over zichzelf en hun omgeving, en verbinden zij deze informatie met de ‘digitale wereld’. Oscar Buma, Kamakshi Rajagopal en Marcus Specht (p. 21) beschrijven in dit rapport het voorbeeld van ‘Studyspot’:
Deze app helpt studenten om snel, via hun mobiele telefoon, een beschikbare studieplek op de campus te vinden. De app bevat een database van gebouwen en werkplekken, waarbij de bezetting door de werkplekken zélf wordt bijgehouden en doorgegeven aan de centrale database. Dit gebeurt aan de hand van de login status op pc-werkplekken, aangevuld met informatie over onderwijsreserveringen in de roostersoftware.
Tom Ruff meent dat het (hoger) onderwijs op verschillende manieren kan profiteren van IoT. Hij doelt daarbij op digitale leeromgevingen, portalen en andere educatieve applicaties die data met elkaar kunnen uitwisselen. Het toenemend gebruik van mobiele en draagbare technologie geven deze ontwikkeling een verdere impuls, meent hij.
Ruff signaleert echter twee belangrijke belemmeringen:
- Internet Protocol versie 6 (IPv6) gaat gebruikt worden voor identificatie, localisering en routing van alles wat via internet aangesloten is. Dit protocol is noodzakelijk voor IoT. De adoptie ervan verloopt echter traag, waardoor er bijvoorbeeld onvoldoende adressen beschikbaar zijn om objecten te verbinden. Er lijkt wel schot in de zaak te zitten.
- Internet of Things is zeer kwetsbaar vanuit de optiek van veiligheid. Als eigenaar van een device ben je ook vaak afhankelijk van leveranciers. Soms zijn IoT-apparaten ook niet te patchen, en blijven ze kwetsbaar.
Dit zijn inderdaad belangrijke drempels. Volgens mij is er echter nog een belangrijke reden waarom de adoptie van IoT binnen het onderwijs zo traag verloopt. Er is namelijk nog geen echte educatieve toepassing die daadwerkelijk meerwaarde heeft ten opzichte van bestaande technologieën. Het voorbeeld van Studyspot illustreert dat IoT vooral handig kan zijn. Het is echter de vraag of studenten er beter, aantrekkelijker of meer efficiënt door gaan leren.
Ruff weet in zijn bijdrage ook geen concrete voorbeelden te noemen van toepassingen met toegevoegde waarde vanuit het perspectief van leren en doceren. Hij wijst onder meer op het uitwisselen van data. Dat kan echter ook via andere manieren dan via IoT. Bovendien kun je je afvragen of instellingen in staat zijn om deze enorme hoeveelheden data te analyseren.
Met andere woorden: het ontbreekt m.i. nog aan een ‘killer app’ van IoT voor het onderwijs.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie