Waarom spreken we nog over e-learning? #elzrg12

Vandaag ben ik dagvoorzitter van het congres E-learning in de Zorg. Bij de opening heb ik onderstaande blogpost voorgedragen: waarom spreken we nog over e-learning?

Ik houd me nu al zo’n zeventien jaar bezig met het ondersteunen van leren met behulp van internettechnologie. Met e-learning, dus.

En in de loop van die jaren heb ik technologie veel gebruiksvriendelijker, krachtiger en mobieler zien worden. Internettechnologie is ook alomtegenwoordig geworden. Dankzij cloud computing, smartphones, tablets, Wifi, 3G, apps en sociale media kunnen we leren en kennis delen, ongeacht waar we zijn.

Je ziet zelfs de virtuele wereld en de fysieke wereld met elkaar versmelten. In goed Nederlands noemen we dat ‘augmented reality’. Dankzij ‘context-aware computing’ kunnen we leerstof aangeboden krijgen, afhankelijk van de locatie waar we ons bevinden.

We hebben het dan niet over cursussen of trainingen, maar over werkplek leren en informeel leren met behulp van internettechnologie. Maar dat zijn ook vormen van e-learning. Sterker: dat zijn zeer krachtige vormen van e-learning!

Tegelijkertijd zie je ook dat we in toenemende mate online cursussen volgen. Jaarlijks groeit het aandeel online cursussen met zo’n 9%. Dat is een stuk meer dan de groei van leren en ontwikkelen.

E-learning wordt daarmee de normaalste zaak van de wereld. Je kunt je eigenlijk geen leeractiviteit meer verzinnen waarbij technologie NIET wordt gebruikt.

Waarom spreken we dan nog apart over e-learning, en vooral van blended learning? Volgens mij heeft dat twee redenen:

  • Reden 1: Voor de generatie die vandaag de dag beslist over de invoering en het gebruik van e-learning, is internettechnologie nog steeds iets bijzonders. U herkent zich ongetwijfeld NIET in dit beeld.
  • Reden 2: We worstelen met de vraag: hoe creëer ik nu een mix, die werkt? Wat werkt wel, wat werkt niet of minder goed? Eigenlijk weten we het niet.

Je zou zeggen dat we daarom veel investeren in evaluatieonderzoek. Nou: dat valt tegen.

Als jurylid van de Nederlandse e-learning award heb ik ervaren dat dikwijls nauwelijks wordt gekeken of e-learning werkt. Het afgelopen jaar kon slechts één organisatie die zich op had gegeven voor de ‘best practicus’-award aannemelijk maken dat de gekozen e-learning toepassing positieve effecten had.

Ik pleit daarom voor mee onderzoek naar de effecten van e-learning. Juist nu we meer investeren in e-learning, moeten we meer kijken naar de effecten hiervan.

En dan heb ik het niet alleen over de tevredenheid met e-learning. Maar ook over de leereffecten, het gedrag van medewerkers en de prestaties van de organisatie.

Het wordt tijd dat e-learning net als sex wordt: natuurlijk, maar niet vanzelfsprekend. Omdat leren met internettechnologie niet altijd het beste werkt.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Een reactie

  1. Complimenten! Mooi geformuleerd.
    Ik begin een regelmatige bezoeker van uw blog te worden. Ben onder de indruk van de inhoud en van uw productiviteit.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *