Waarom lerenden niet deelnemen aan (online) college’s of lessen (en wat je daar aan kunt doen)

Bij de TU Delft hebben ze een factsheet gemaakt met zes redenen waarom lerenden niet deelnemen aan (online) college’s of lessen en strategieën om daarmee om te gaan. In een aantal gevallen plaats ik er opmerkingen bij. En ik start met een persoonlijke ervaring.

een foto-realistische afbeelding van een traditionele zaal voor hoorcolleges waar een mannelijke docent een inleiding achter een spreekgestoelte houdt, terwijl een gemixte groep (qua gender en culturele achtergrond) van studenten in de banken aan het slapen is.
DALL-E: een foto-realistische afbeelding van een traditionele zaal voor hoorcolleges waar een mannelijke docent een inleiding achter een spreekgestoelte houdt, terwijl een gemixte groep (qua gender en culturele achtergrond) van studenten in de banken aan het slapen is.

Toen ik in 1983 in Nijmegen Pedagogische Wetenschappen ging studeren, had ik in het eerste weken op maandag één hoorcollege Historische Pedagogiek en wel van 17-19 uur . Ik woonde toen in Beuningen op kamers. Dat was zo’n 45 minuten fietsen (e- en fat bikes bestonden nog niet). De docent begon zijn hoorcollege met de opmerking dat alles wat hij vertelde, geen tentamenstof was. “Mooi”, dacht ik, “daar hoef ik dus niet meer naar toe”. Achteraf hoorde ik van mijn mede-studenten dat deze hoorcolleges de meest boeiende hoorcolleges van de studie waren geweest. Vanaf toen nam ik me voor nooit meer uitsluitend voor een cijfer te leren. Dat was best een mooi leermoment.

Mede met deze ervaring in het achterhoofd kijk ik ook naar de redenen en strategieën die de TU Delft onderscheidt.

1. Colleges en lessen zijn moeilijk te combineren met andere activiteiten.

Dit kan verschillende oorzaken hebben. Lerenden kunnen, net als ik toen, moeite hebben met het omgaan met autonomie of moeite colleges te combineren met andere activiteiten. Of de fysieke colleges zijn vanuit het perspectief van de lerende ongelukkig gepland (dit aspect mis ik in de factsheet). Online colleges zijn makkelijker te combineren met andere activiteiten, maar kunnen andere nadelen hebben (zoals risico van afleiding, ‘Zoom-vermoeidheid’, enzovoorts).
Strategieën om dit aan te pakken zijn volgens de TU Delft onder meer het demonstreren van de relevantie van colleges voor het leerproces van lerenden (hoort volgens mij vooral bij punt 5). Zij adviseren om de cursusopzet grondig uit te leggen, zodat lerenden begrijpen hoe alles samenhangt. Gebruik ook positieve taal om gewenst gedrag te stimuleren, bijvoorbeeld door te benadrukken dat regelmatige aanwezigheid leidt tot betere resultaten. Maak contextuele opdrachten die relevant zijn voor de toekomstige loopbaan van lerenden. Integreer peer feedback in de colleges om de waarde van aanwezigheid te verhogen. Besteed tijd aan het bespreken van examenvragen en opdrachten tijdens de colleges om de directe relevantie te tonen. Ik mis hier strategieën ten aanzien van het plannen van colleges (dus niet op maandag van 17-19 uur), de mogelijkheid om online en fysieke colleges te combineren of zelfs minder colleges en meer asynchrone vormen van online leren (meer flexibel, al doet dit een groot beroep op zelfregulering). Je zou ook kunnen investeren in het bevorderen van meer zelfregulering.

2. Colleges kijken is niet de enige manier waarop ik leer.

Volgens de TU Delft moet je veel zorg dragen aan het ontwerp van effectieve colleges, en lerenden ook bewust maken van wat effectief leren is. Dit is m.i. heel belangrijk. In Duitsland kennen ze de uitdrukking: “Wenn alles schläft und einer spricht, so nennt man dieses Unterricht.” Dit beeld hebben lerenden vaak van hoorcolleges. Ik heb al lang geen hoorcolleges meer bijgewoond, maar hoop dat dit beeld inmiddels achterhaald is. Onderzoek laat namelijk zien dat deze manier van onderwijs zo veel minder effectief is, dat het eigenlijk onethisch is om dergelijke colleges te verzorgen. De TU Delft stelt dat het effectief is om wetenschappelijke inzichten over leren te delen met lerenden. En ook met docenten, zou ik er aan toe willen voegen. Zij benadrukken het belang van het faciliteren van actieve dialogen en discussies tijdens colleges om de meerwaarde van live participatie te tonen. Bevorder het opbouwen van relaties tussen lerenden en met docenten als cruciaal onderdeel van het leerproces. Organiseer ‘live’ gastcolleges waarbij gastsprekers alleen live vragen beantwoorden. Maak verbinding met de ‘mentale kaart’ van lerenden door praktische voorbeelden te gebruiken die hun bestaande kennis activeren.

3. Ik kijk liever de opname omdat het makkelijker te volgen is.

Verzorg colleges of lessen die gemakkelijk te volgen zijn, ook voor lerenden met een extra ondersteuningsbehoefte. Geef lerenden een gevoel van controle over hun leerproces door duidelijke informatie en keuzemogelijkheden te bieden. Zorg voor een goed opgezette omgeving binnen je leermanagementsysteem met alle nodige informatie over het college op tijd beschikbaar. Houd rekening met lerenden met een functiebeperking en pas je presentatiestijl indien nodig aan. Gebruik verschillende mediaformats om de aandacht vast te houden. Voeg ‘energizers’ toe om lerenden betrokken te houden. Neem regelmatig pauzes en communiceer duidelijk wanneer het college hervat wordt. Voeg een ’teaser’ toe aan het einde van elk college om interesse voor de volgende sessie te wekken. Besteed aandacht aan het ontwerpen van duidelijke en toegankelijke presentatieslides. Lees de tips hierover in de factsheet. Ik zou lerenden ook wijzen op de wijze waarop zij opnames van colleges het beste kunnen gebruiken (bijvoorbeeld selectief). Het bekijken van een video van anderhalf uur -zelfs versnelt- is minder effectief dan actieve deelname aan een college.

4. Ik ben al bekend met deze inhoud.

Lerenden beschikken vaak over verschillende voorkennis. Ook kan het voorkomen dat jij als docent voor de zekerheid de voorbereidende stof gaat herhalen. Degenen die zich hebben voorbereid, gaan zich dan eerder afvragen wat de zin is van deelname (of voorbereiding). TU Delft adviseert om quizzen en vragen toe te passen om de kennis van lerenden te testen en uit te breiden, ongeacht hun voorkennis. Verbind voorbereidende activiteiten direct met de inhoud van het college om de relevantie te benadrukken. Controleer regelmatig de kennis van lerenden om het niveau van het college aan te passen. Demonstreer praktische toepassingen van theorieën om de meerwaarde van het college te tonen. Leg duidelijk uit hoe lerenden zich het beste kunnen voorbereiden op de colleges en waarom dit belangrijk is. De colleges moeten dus ervaren meerwaarde hebben. Anders is het niet vreemd dat lerenden, die al bekend zijn met de inhoud, niet op komen dagen.

5. Hoe verhoudt deze onderwijseenheid zich tot mijn discipline en studie?

Lerenden hebben het ‘grotere plaatje’ van hun leerproces niet voor ogen en weten niet waarom ze leren wat ze moeten leren. Verbind de onderwijseenheid en de colleges/lessen daarbinnen expliciet met het bredere studieprogramma en toekomstige beroepspraktijk. Laat zien hoe de onderwijseenheid is opgebouwd en hoe verschillende onderdelen met elkaar samenhangen. Leg de maatschappelijke impact van de inhoud uit om de relevantie te benadrukken. Vraag actief feedback van lerenden over wat zij nodig hebben om de relevantie van de onderwijseenheid beter te begrijpen. Ik vind dit zelf een heel belangrijke reden. Statistiek heb ik lang als een ‘verplicht nummer’ beschouwd. Ik ben dit pas interessant gaan vinden toen ik tijdens mijn eerste baan onderzoeksrapporten/artikelen moest gaan duiden.

6. Ik waardeer mijn privacy en blijf liever anoniem.

Dit punt speelt expliciet bij online colleges. Het gevolg kan zijn dat lerenden niet deelnemen of hun camera uitzetten. Ik heb ook weleens gehoord dat lerenden zich niet ‘veilig’ voelen als zij in een collegezaal worden aangesproken om een vraag te benaderen. Volgens de TU Delft moet je rekening houden met de uitdagingen van online onderwijs en de impact op de privacy van lerenden. Deel de eigen ervaringen en uitdagingen met online lesgeven om een band met lerenden op te bouwen. Toon empathie voor lerenden die zich oncomfortabel voelen met bepaalde aspecten van online onderwijs. Maak verwachtingen van lerenden helder door duidelijk te communiceren over opnames en cameragebruik. Stimuleer lerenden om op een voor hen comfortabele manier deel te nemen, bijvoorbeeld door het gebruik van virtuele achtergronden. Het gaat om een veilige (online) leeromgeving waarin lerenden zich gerespecteerd en gehoord voelen. De manier waarop je lerenden benadert en aanspreekt is daarbij m.i. van belang.

Mijn redenen om in 1983 niet naar het hoorcollege te gaan, herken je hier terug. De colleges waren ongelukkig gepland en ik had moeite met de verkregen autonomie (reden 1). Ook zag ik de relevantie ervan niet, mede omdat ik toen nog alleen voor een cijfer leerde (reden 5).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Hallo Ruben, dank voor weer een interessant artikel. Klein puntje: de link naar het factsheet van de TU werkt niet.

    Groet,
    Maik

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *