In de aanloop naar Dé Onderwijsdagen 2011 publiceert de organisatie een aantal gastblogs van Edubloggers. Ik heb ter voorbereiding op dit congres een bespiegeling geschreven over deelname van 'gewone' docenten en managers aan Dé Onderwijsdagen. De originele post is op de blog van de Onderwijsdagen te vinden. Gelieve ook daar te reageren.
Eén van de vragen, die tijdens Dé Onderwijsdagen met regelmaat wordt gesteld, is: hoe kunnen we er voor zorgen dat meer ‘gewone’ docenten en managers deelnemen aan Dé Onderwijsdagen? Want over het algemeen wordt deze conferentie met name bezocht door beleidmedewerkers, informatiemanagers, adviseurs en ICT en Onderwijs-coördinatoren.
Mijn reactie: je moet wellicht niet eens willen dat ‘gewone’ docenten en managers deelnemen aan Dé Onderwijsdagen. De inhoud ervan sluit namelijk onvoldoende aan op hun ‘zone van naaste ontwikkeling‘ en belevingswereld. Natuurlijk zijn er docenten bij wie de inhoud van Dé Onderwijsdagen wel aansluit bij hun belevingswereld. Maar dat zijn uitzonderingen. En dat geldt ook voor sommige managers.
Wil je er wel voor zorgen dat de inhoud van dit congres meer betekenisvol wordt voor deze doelgroepen, dan zijn het waarschijnlijk Dé Onderwijsdagen niet meer.
Concrete voorbeelden voor docenten
Docenten hebben volgens mij vooral behoefte aan concrete voorbeelden van ICT-toepassingen in het onderwijs. Professionalisering werkt bij hen waarschijnlijk het beste als zij op een didactisch goede manier leren gebruik te maken van ICT die verweven wordt met onderwijsontwikkeling . Bijvoorbeeld via TPACK-sessies. Keynotes op het gebied van learning analytics of disruptive innovation vallen bij docenten als zaad op de rotsen. Zonde van tijd, energie en geld.
Verspillen
En we verspillen deze ‘resources’ al zo gemakkelijk. Denk bijvoorbeeld eens aan al die docenten die in groten getale de Nederlandse Onderwijs Tentoonstelling bezoeken, zonder concreet doel voor ogen. Of denk aan het docententeam van een grote scholengemeenschap uit het midden van het land dat twee jaar geleden met z’n vijfentwintigen drie dagen lang de internationale beurs voor leertechnologieproducten BETT (en uiteraard ook London zelf) bezocht en thuis kwam met de conclusie: dat SharePoint van Microsoft, daar willen we wel eens wat meer van weten.
Doorsnee manager
Dan de doorsnee manager. Als je een manager met weinig affiniteit met ICT in het onderwijs (ze bestaan nog steeds) bijvoorbeeld meeneemt naar een conferentie zoals Dé Onderwijsdagen, dan loop je het risico dat je binnen drie maanden bezig bent een technologie te implementeren waarvan onduidelijk is welk probleem deze tool eigenlijk moet oplossen. En hoe kom je er dan ooit nog van af? Voorbeelden zijn niet nodig, lijkt me. Dergelijke managers gaan overigens het liefst naar congressen in het buitenland.
Nee. Gewone managers moeten vooral door ons (beleidmedewerkers, informatiemanagers, adviseurs, en ICT en Onderwijs-coördinatoren) geïnspireerd en geadviseerd worden. Zij moeten open staan voor nieuwe ontwikkelingen, goed luisteren, ontwikkelingen koppelen aan een visie op leren, afwegingen maken en besluiten nemen. Dat betekent ook dat bezoekers van Dé Onderwijsdagen organiseren dat datgene wat geleerd is, ook intern gedeeld wordt (en niet alleen door een link naar Slideshare te delen). Maar dat doen wij uiteraard altijd. Toch?
Netwerken en inspiratie
Dé Onderwijsdagen, en ook andere conferenties, zijn prima gelegenheden om te netwerken, inspiratie op te doen (bijvoorbeeld voor nieuwe projecten), anderen te informeren over relevante initiatieven (komt allen naar mijn sessie op woensdagmiddag) en uiteraard te leren (ook buiten sessies om). Maar niet voor de doorsnee docent en manager die eenmalig naar zo’n conferentie gaat, en er vervolgens onvoldoende mee kan. Leren is immers een proces, waar een gebeurtenis als Dé Onderwijsdagen deel van uit zou moeten maken.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie