Vragen die onderwijsbeleidsmakers niet stellen (#in)

Eén van de zaken die me opvalt bij de recente presentatie van de PISA-resultaten, en vooral enkele reacties daarop, is dat bepaalde vragen niet worden gesteld:

  • PISA richt zich op leesvaardigheid, wiskundige geletterdheid en natuurwetenschappelijke geletterdheid. Zijn dat de juiste indicatoren?
  • Wat vraagt 'de 21ste eeuw' (en niet de samenleving van dertig jaar geleden) van haar burgers, en wat betekent dat voor de doelen van het onderwijs?
  • Wat waren nog eens de redenen om het huidige onderwijs op de bestaande manier vorm te geven?
  • Wat is er terecht gekomen van de oorspronkelijke kenmerken van de jaren geleden in gang gezette onderwijsveranderingen?
  • Hoe verhouden de onderwijsplannen van minister van Bijsterveld zich tot de kenmerken van de onderwijssystemen die 'volgens PISA' tot de top behoren?
  • Wat hebben de onderwijssystemen, die 'volgens PISA' tot de top behoren, met elkaar gemeen?

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

6 reacties

  1. Bedankt Wilfred, ik denk dat enkele van de vragen gesteld zouden moeten worden bij, bijvoorbeeld het opstellen van een nieuw schoolplan (PO)
    21st century skills van Trilling&Fadel geeft antwoorden en stof tot nadenken voor besturen en directies, maar ik vraag me af of ze bekend zijn met dit gedachtegoed, de minister geeft daar i.i.g. geen blijk van ;-(

  2. Omslag in denken die Bijsterveldt introduceert is:
    Het doel is niet dat het leuk was op school, maar wat er geleerd is.
    Jeugd groeit tegenwoordig op met het idee ‘het moet altijd leuk zijn’. Echter zou naar mijn mening bij de opvoeding meegegeven moeten worden, dat niet alles wat goed en waardevol is ook altijd leuk zal zijn op dat moment, maar dat er ook nog zoiets is als ‘ investeren’. Het kost je nu wat, maar later krijg je er dubbel en dwars profijt van en wordt het ook dan pas ‘leuk’. Net zoals de sporttraining zelf niet leuk is maar saai en vermoeiend; het leuke hem zit in de wedstrijd; echter zonder training ben je in de wedstrijd kansloos.

  3. Wat antwoorden op de vragen betreft:
    1. Juiste indicatoren: juist voor wat? Voor de kennismaatschappij? Voor het onderwijssysteem? Het vergelijken van onderwijssystemen is per definitie heel lastig. Dus er moet een keuze worden gemaakt en die is op die onderdelen gemaakt. De resultaten op PISA zijn ook niet absoluut: er zit een duidelijke marge in (weet ik uit betrouwbare bron) – plaats 5 of 10 maakt dus niet zoveel uit.
    2. Onderwijs loopt altijd achter – we leiden leerlingen in het basisonderwijs nu op voor de maatschappij van over 10/15 jaar – je kunt een inschatting maken maar nooit precies afstemmen op wat dan nodig is. Je moet hier dus ook kiezen en zorgen dat leerlingen flexibel zijn en zich kunnen aanpassen.
    3. Waar we in het huidige onderwijs heel erg tegenaan lopen is dat het internet en de rol die dat speelt een zo hoge vlucht heeft genomen dat het moeilijk is bij te benen. Nederland loopt wat dat betreft voorop (kijk naar hoeveelheid breedband aansluitingen) – de consequenties hiervan zijn nog nauwelijks te overzien.
    4. In het onderwijs zie je golfbewegingen: de vrijheid/blijheid filosofie is gaandeweg aan het verdwijnen nu we merken dat leerlingen hierin te ver doorschieten en weinig parate kennis meer hebben. Er is een tijd gedacht dat parate kennis niet nodig was (je had toch een rekenmachine, woordenboek, internet) maar daar komen we van terug.
    De profielen (vo) zijn ingevoerd omdat er te weinig vakken waren: het moest breder, algemener met minder pretpakketten. En meer gericht op vervolgopleiding (PWS).
    In het mbo is het competentiegerichte leren ingevoerd om meer op de praktijk in te spelen. Op zich mooie strevens maar de praktijk is altijd weerbarstiger dan de theorie.
    Het is vreemd dat in een sector waar leerlingen behoefte hebben aan structuur, nu juist is gekozen om die structuur los te laten.
    De golfbeweging gaat nu weer enigszins terug naar meer structuur – klassikaal onderwijs is niet langer besmet.
    5. In de landen die hoog scoren op PISA zitten landen waar flink stampen normaal is maar waar ook de motivatie van leerlingen een stuk hoger is. In alle plannen die ik tegenkom, wordt er nooit gerept over de invloed die leerlingen hebben: onze leerlingen zijn in de loop der jaren veranderd, niet het systeem!!

  4. @Peter Kuipers: eens. Dat bedoel ik dus.
    @Jaap Walhout: ik heb meerdere reacties voorbij zien komen. Ik zal kijken of ik daar apart op zal reageren.
    @Lpijls: ik weet niet of dit de verborgen, Calvinistische, agenda van Van Bijsterveld is. Het gaat er om welke leerdoelen je nastreeft, die met andere manieren van leren bereikt moeten worden. Dat heeft niets met ‘leuk’ te maken. Ik snap overigens niet wat er mis is met werken en leren, als dat leuk is.
    @Christien van Gool: jij plaatst m.i. terecht kritische kanttekeningen bij PISA. Verder blijkt inderdaad dat vaak beroerd wordt omgegaan met bepaalde onderwijsconcepten. Meer zelfstandigheid voor leerlingen wordt ingevuld door hen aan hun lot over te laten. Dat komt volgens mij doordat wij in Nederland vaak maar wat aanrommelen als het gaat om het doorvoeren van veranderingen. En wellicht scoren landen waar ‘stampen’ normaal is, hoog bij PISA omdat men prestaties meet die met stampen behaald kunnen worden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *