De aflopen week verschenen publicaties naar aanleiding van onderzoek van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht over informeel leren. Deze publicaties roepen bij mij een aantal vragen op.
De NRC besteedt in Zoek je heil niet alleen in cursussen aandacht aan dit onderzoek. Verder heeft ROA een factsheet over dit onderzoek gepubliceerd. Een paar zaken valt me op:
- Volgens onderzoeker Didier Fouarge leren mensen meer van activiteiten en samenwerken met ervaren collega’s. Deze conclusie is gebaseerd op vragen onder werknemers naar hoeveel procent van de werktijd men besteedt aan activiteiten waarvan ze kunnen leren. Het is echter de vraag of dit een betrouwbare maatstaf is. Het is gemakkelijker om aan lerenden te vragen aan hoeveel cursussen men heeft deelgenomen dan om te vragen waarvan men leert op het werk. De tijdsinvestering zegt bovendien nog niets over de effectiviteit.
- Het is niet duidelijk welke activiteiten het meest leerzaam zijn en waarom.
- Werknemers leren ook van vrijwilligerswerk, mantelzorg of het doorbrengen van tijd met kinderen. Welke definitie van leren legt men echter aan lerenden voor? Leren is wat mij betreft een duurzame verandering in gedrag, of in het vermogen om je op een bepaalde manier te gedragen, die voortvloeit uit de praktijk of uit andere vormen van ervaring (definitie van Schunk, 2012). Kunnen werknemers wel inschatten of het doorbrengen van tijd met kinderen leidt tot een duurzame verandering in gedrag of in het vermogen om je op een bepaalde manier te gedragen? Hoe betrouwbaar zijn zelfrapportages?
- Volgens de factsheet leren werknemers evenveel van 8 uur informeel leren als van een cursus van 8 uur. Zijn lerenden in staat in te schatten welke leeractiviteiten het meest leerzaam zijn? Mensen zijn immers slecht in het maken van dergelijke inschattingen. Het maken van inschattingen is geen betrouwbare manier of te kijken naar de effectiviteit van welke leerinterventies dan ook.
- Werkgevers laten werknemers in vergelijking met 5 jaar eerder vaker deelnemen aan cursussen en trainingen (een stijging van 79 naar 85 procent).
- In de periode 2004-2017 zijn lager opgeleiden minder cursussen gaan volgen, en hoger opgeleiden meer cursussen. Op zich zegt dit niets over de ontwikkeling van werknemers. Je moet er echter ook voor waken dat dit wordt gebruikt als schaamlap om niet te investeren in lager opgeleide werknemers.
Ik twijfel niet aan de kracht van informeel leren. Ik twijfel wel aan uitspraken over effectiviteit van leren op basis van zelfinschattingen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Beste Wilfred eens met je constatering.
De werkplek is een omgeving waarin zich zeer veel leermogelijkheden voordoen. De mate waarin dit daadwerkelijk impact heeft hangt in hoge mate af van de metacoginieve vaardigheden van de persoon in kwestie.
Is iemand bewust onbekwaam, vindt hij/zij dat er iets te verbeteren valt? Dit valt en staat met het vermogen om te reflecteren op jezelf en de situatie. Wat heb ik meegemaakt en kan ik daar iets van leren? Niet iedereen heft dit vermogen om te relfecteren maar dit is wel te stimuleren. Daarnaast moet de persoon ook een urgentie ervaren om zichzelf te ontwikkelen en veranderen. Het faciliteren van informeel leren (cultuur, mindset en stimuleren van reflectieve en andere metacognitieve vaardigheden), medewerkers leren hoe ze efficienter kunnen leren en connecten met bestaande ervaringen en kennis binnen en buiten de organisatie is mijns inziens een essentiele rol voor de HRD discipline die nog steeds te onderbelicht is. Ik vind het boek Modern Workplace learning van Jane Hart een standard werk dat iedere HRD’er zou moeten lezen. Heb daar ook wat job aids omheen gemaakt.
groetjes
Jean
Dank voor je reactie. Er spelen inderdaad verschillende factoren een rol bij de vraag of werkplek leren daadwerkelijk ‘leerzaam’ is.