Voordelen van mobiele technologie volgens docenten

Een omvangrijk onderzoek laat zien dat Amerikaanse docenten en bibliothecarissen best een positief beeld hebben over de voordelen van mobiele technologie voor leren. Het belangrijkste voordeel heeft overigens relatief weinig waarde voor de effectiviteit van leren. Ook vraag ik me af of onderzoekers en docenten dezelfde beelden hebben bij gehanteerde begrippen.

Informatie selecteren
Foto: fancycrave1, Pixabay

THE Journal deed onlangs verslag van een grootschalig onderzoek onder docenten en bibliothecarissen waarin gekeken is naar de mate van gebruik van mobiele technologie binnen het onderwijs, en opvattingen over de belangrijkste voordelen. Daarbij valt overigens op dat laptops en Chromebooks ook gezien worden als mobiele technologie.

Een aantal conclusies is:

  • 31% van de lerenden heeft normaliter geen toegang tot mobiele technologie, terwijl 17% van de studenten over een eigen device beschikt (of een device van school krijgt). Er zijn dus grote verschillen in de mate waarin studenten beschikken over mobiele technologie.
  • Een aanzienlijke meerderheid van de respondenten ziet meerdere voordelen in het gebruik van mobiele technologie (dus inclusief laptops). Zeven van de veertien mogelijke voordelen worden door meer dan 60% van de docenten onderschreven.
  • Het vergroten van het engagement van lerenden scoort met 77% het hoogst, terwijl het verbeteren van communicatieve vaardigheden van lerenden met 45% het laagste scoort. Andere voordelen zijn bijvoorbeeld het ‘verlengen van de schooldag’ (74%), het kunnen bestuderen van schoolmaterialen na schooltijd (70%), eigenaarschap over leren van de lerende (68%) of het faciliteren van gepersonaliseerde instructie voor elke lerende (59%).

De leider van het onderzoek merkt terecht op dat het vergroten van het engagement van beperkte waarde is. Meerdere maatregelen kunnen dit bevorderen, en het leidt niet noodzakelijk tot voordelen op het gebied van leren. Bovendien, voeg ik graag toe, zijn deze effecten van nieuwe technologie vaak tijdelijk van aard.

Volgens de leider van het onderzoek zou je vooral moeten kijken hoe deze technologieën docenten in staat stellen om onderwijs te veranderen. Meer interessante voordelen zouden volgens haar zijn:

  • Het verbeteren van communicatie tussen belanghebbenden. Zij noemt de mogelijkheid van lerenden om vragen te mailen, als voorbeeld. Een meer intensieve communicatie zou leiden tot een betere relatie tussen lerenden en docenten, en tot betere prestaties door lerenden.
  • Leren kan dankzij mobiele technologie ook buiten reguliere schooltijden plaatsvinden.
  • Lerenden worden meer eigenaar over hun eigen leerproces. Hierbij wordt aangegeven dat lerenden informatie over onderwerpen kunnen zoeken die hen interesseren, dat zij in eigen tempo kunnen leren of dat zij aan “self-remediation” kunnen doen. Docenten beschouwen volgens de leider van het onderzoek lerenden niet als een vat dat gevuld moet worden, maar als een actieve deelnemer binnen het leerproces.

Mijn opmerkingen hierbij:

  • Ik vind het opvallend dat laptops, Chromebooks, tablets en smartphones onder één noemer worden geschaard. Het maakt volgens mij nogal wat uit voor de acceptatie en het gebruik van ICT of je een laptop of smartphone inzet. Mogelijk zijn docenten en bibliothecarissen over smartphones minder enthousiast en hebben de antwoorden vooral betrekking op laptops of Chromebooks.
  • Mobiele technologie kan -mits goed ingezet- bijdragen aan een meer effectieve en efficiënte communicatie. Ik merk wel dat een deel van de docenten daarbij bang is overspoeld te worden met vragen en opmerkingen, en ook lerenden klagen wel eens over de ‘interaction overload’. Ook beschikken we over tal van communicatiekanalen. Email is daarbij vermoedelijk zeker niet het meest populaire medium. De voorkeur van lerenden wat betreft communicatiemedia verandert eveneens. Het is in elk geval belangrijk dat docenten en lerenden afspraken maken over welke media ze voor welk doel gebruiken, en hoe (en hoe niet) media worden ingezet. Nota bene: een relatie aangaan met lerenden is wat anders dan communiceren met een ander (met of zonder ICT).
  • Je kunt met behulp van (mobiele) technologie inderdaad de schooldag verlengen, en het leren intensiveren. Dit kan leiden tot meer flexibiliteit (bepaal zelf wanneer je werkt en leert), maar ook tot meer werkdruk bij docenten en lerenden. Ook hierbij is het belangrijk dat je afspraken maakt, en verwachtingen ‘managed’ (bijvoorbeeld: communiceer je ook in het weekend?).
  • Eerlijk gezegd valt een aantal voorbeelden van meer eigenaarschap over het leren wat mij betreft niet echt onder ‘ownership’. Je bepaalt daarbij ook veel meer wat je wilt leren. De auteur gebruikt nogal een groot woord, en het is de vraag of de respondenten hetzelfde beeld hebben ten aanzien van ‘eigenaarschap over het leren’ als de onderzoekers. Maak duidelijk wat je bedoelt met bepaalde begrippen.
  • De genoemde voorbeelden hebben wat mij betreft ook weinig met transformatie te maken (nog zo’n groot woord).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *