Eerste wilde ik volstaan met een tweet. Maar al lezende, realiseerde ik me dat ik toch wat meer woorden nodig heb voor de blogpost 16 Flipped Classrooms From Around The World. Het betreft namelijk niet zo maar een overzicht van zestien voorbeelden waarin het concept van de flipped classroom wordt gebruikt.
De bijdrage illustreert dat je diverse onderwerpen via de flipped classroom aan de orde kunt stellen. Verder hebben verschillende initiatiefnemers gekeken naar de invloed op leerprestaties. Zo zijn, in vergelijking met het jaar ervoor, 20% meer lerenden voor een geometrietoets geslaagd. Op het gebied van geschiedenisonderwijs wordt een verbetering van toetsscores van 15-20% geconstateerd.
Het voorbeeld “Group learning and exploration” is er m.i. met de haren bijgesleept. De docent laat lerenden in de klas onderzoeksopdrachten in groepjes via de computer maken. Volgens mij is dit een ‘gewone’ vorm van blended learning, waar ik bovendien mijn vragen bij heb (hoe wordt individueel leren beoordeeld?).
Het laatste voorbeeld betreft de toepassing van het concept in een school uit een regio waar veel armoede heerst. Ook hier is sprake van een bescheiden verbetering van leerresultaten. De lerenden geven ook aan de lessen nu minder saai te vinden.
Het meest originele voorbeeld gaat over een docent die zijn lerenden korte instructievideo’s over applicaties zoals Google Drive laat maken. Deze screencasts zijn bedoeld voor docenten van de school (‘teaching teachers‘).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Hoe boeiend de ontwikkeling ook is, trek niet te snel conclusies over het effect, zeker niet zonder gedegen wetenschappelijk onderzoek. De docent van het AP programma over Europese geschiedenis is zelf ook voorzichtig: “He’s not sure whether the new way will mean students will perform better.”
Ik maak zelf regelmatig kritische opmerkingen bij de complexiteit en uitvoerbaarheid van evidence based onderzoek binnen het onderwijs. Maar als de didactische aanpak het enige is dat veranderd is (ook uitgaande van een vergelijkbare onderzoekspopulatie), dan vormen de betere resultaten wel een belangrijke indicatie.