Virtualisatie van video en artificiële intelligentie gaan technology enhanced learning een impuls geven

Dankzij sterk verbeterde internettechnologie, zoals breedband internet, zijn we vandaag de dag in staat om op grote schaal online video te gebruiken. Dit leidt ook tot uitdagingen, bijvoorbeeld als het gaat om het snel kunnen zoeken van online video’s. Technologische ontwikkelingen die worden toegepast bij ‘geschreven’ data kunnen hierbij helpen, en op die manier een impuls bieden voor het gebruik van online video voor leren, opleiden en onderwijs.

We gebruiken YouTube om bepaalde handelingen zelfstandig te leren (van een muurtje metselen tot gitaar spelen). Binnen onderwijs en opleiden gebruiken we kennisclips en screencasts voor instructie, en weblectures om bepaalde onderdelen van hoorcolleges terug te bekijken. Veel onderwijsinstellingen beschikken over eigen videoplatforms waarop grote hoeveelheden bestanden staan (bijvoorbeeld gebaseerd op Kaltura of Mediasite).

Chris Richardson spreekt zelfs van een

tsunami of digital content from recorded lectures to step-by-step instructional products.

Cisco voorspelt volgens Richardson dat in 2012 82% van het internetverkeer uit online video zal bestaan. Bij Cisco zullen ze wel zeggen dat email in vergelijking hiermee een ‘afrondingsfout’ is (ken uw klassiekers).

Vraagstukken hierbij zijn volgens Chris Richardson:

  • Hoe houden eigenaren van videocontent het eigendom over video, hoe kunnen zijn gebruikers veilig en maximaal bereiken en ervoor zorgen dat baten tegenover kosten staan?
  • Hoe vind je relevante video’s op een snelle manier? Het is heel ingewikkeld om uit die massa aan video’s via titels, trefwoorden of omschrijvingen de juiste video’s te vinden. Ik heb bij het ontwikkelen van een massive open online course over blended learning uren besteden aan het vinden van een redelijke introductievideo.

AI en video

In de ‘slip stream’ van data virtualisatie krijgen we gelukkig nu ook te maken met ‘video virtualisatie’. Volgens Richardson zorgt het virtualiseren en toegankelijk maken van de ruwe videogegevens ervoor dat AI en machine learning worden toegepast op video, tot op het niveau van individuele frames binnen een video. Machines analyseren dan ruwe data en vertalen deze in informatie voor gebruikers. Dat vergemakkelijkt het zoeken en vinden. Niet alleen van hele video’s, maar ook van betekenisvolle fragmenten binnen video’s. Dat vergemakkelijkt het efficiënt (opnieuw) bekijken van stukjes instructie. De auteur voorspelt uiteraard weer een ‘revolutie’:

AI is made relevant through video virtualization by turning every frame of video and spoken word into a data set to be cataloged by cognitive search and AI providers. This technology can solve piracy woes, build in payment gateways and customizable security keys, in addition to solving the search problem.

Hierdoor kunnen video’s ook automatisch vertaald worden, wat erg handig is voor mensen met auditieve beperkingen.

Deze ontwikkeling is relatief nieuw, maar inderdaad ook veelbelovend. Zoals altijd met data, heb je ook nu te maken met privacyvraagstukken.

Richardson’s bijdrage bevat ook interessante statistieken:

  • In 2025 wordt naar schatting $ 331 miljard uitgegeven aan e-learning (wat daar ook onder verstaan wordt).
  • In 2016 verzorgde eenderde van instellingen voor hoger onderwijs in de VS volledig online onderwijs, waar 6,3 miljoen studenten aan deelnamen.
  • 40% van de Fortune 500-bedrijven gebruikt e-learning voor professionele ontwikkeling, terwijl meer dan 72% van de Amerikaanse organisaties van mening is dat e-learning hen een concurrentievoordeel oplevert.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *