Volgens Blair Stamper hebben de ervaringen met ‘emergency remote teaching’ tijdens de Cororacrisis geleid tot vier misconcepties over online leren. Stamper probeert deze misconcepties te weerleggen. Ik plaats hier enkele kanttekeningen bij.
Misconceptie 1: Docenten kunnen geen groepswerk online aan leerlingen toewijzen.
Stamper onderbouwt dat verschillende vormen van interactie bij online leren kunnen leiden tot een gevoel deel uit te maken van een gemeenschap. Deze vormen van interactie kunnen bijdragen aan goede leerresultaten. Hij verwijst naar het werk van Vygotski die stelde dat samen werken eerder leidt tot verdiepend leren dan individueel werken (al heeft Vygotski daar volgens mij nooit onderzoek naar gedaan). Volgens Stamper kun je op verschillende manieren interactie bij online leren toepassen. Bijvoorbeeld via groepsdiscussies (leerstof individueel bestuderen, discussievragen delen, via een live online sessie bespreken en vervolgens individueel erop reflecteren), via groepsprojecten (met een specifieke doorlooptijd en tussentijdse mijlpalen) of door samen aan documenten te werken.
Mijn opmerking: interactief leren is niet perse hetzelfde als groepswerk. Niet alle leerinhouden lenen zich voor groepswerk. Stamper gooit interactief leren en groepswerk te veel op één hoop.
Misconceptie 2: Docenten moeten synchroon lesgeven om studenten de inhoud te laten leren.
Stamper benadrukt het belang van “discussion-based constructivist methods” als didactiek bij online leren van hoge kwaliteit. Hij pleit voor mogelijkheden voor lerenden om, door middel van opdrachten, de wereld om hen heen kritisch te onderzoeken en voor mogelijkheden om problemen binnen het onderwijs op te lossen. Ook hierbij spelen communicatie en interactie een belangrijke rol. Instructies kunnen volgens de auteur gegeven worden in de vorm van korte video’s over afgebakende onderwerpen. Als docenten bang zijn dat ze de verwarring van lerenden niet kunnen zien aan hun gezichten (wat wel mogelijk is bij persoonlijk onderwijs), dan kunnen docenten lerenden vragen om na te denken over hun aspecten die zij het meest verwarrend vinden. Docenten kunnen deze aspecten daarna bespreken in een live online sessie of in een aanvullende video.
Mijn opmerking: Stamper wijst er terecht op dat we tijdens de Coronacrisis vooral ‘live online les’ zijn gaan geven, en de mogelijkheden van asynchroon online leren onvoldoende hebben benut (of konden benutten vanwege de overhaaste overstap). Je hoeft echter niet zonder meer een didactiek toe te passen die gebaseerd is op “discussion-based constructivist methods”
Misconceptie 3: er zijn geen ‘Aha!-momenten’ bij online leren.
Bij asynchroon online leren is gebrek aan directe interactie tussen personen. Critici van online leren stellen daarom dat “Aha!”-momenten of plotse realisaties en begrip niet voorkomen in een online omgeving. Volgens Stamper kunnen deze ‘doorbraken’ echter plaatsvinden tijdens reflecties. Dat kan bijvoorbeeld door lerenden te confronteren met jouw reflecties op online discussies, door middel van reflectieopdrachten, tijdens feedbacksessies en tijdens discussies (bijvoorbeeld via videodiscussies).
Mijn opmerking: je kunt bij online leren uiteraard asynchroon online leren combineren met synchroon online leren. Beide vormen vullen elkaar aan. Als je volledig online leren toepast, dan is een combinatie zeker aan te raden). Meer informatie? Hier, hier en hier.
Misconceptie 4: docenten kunnen niet zoveel inhoud online onderwijzen als ze face-to-face doceren.
Er zijn volgens Stamper wetenschappers die zich afvragen of online leren wel kenmerken van een eigen academische discipline heeft. De auteur stelt dat je er in elk geval voor moet waken om de leerinhoud niet automatisch van face-to-face naar online over te zetten. Online leren vraagt om een andere didactiek. Het voorbereiden en plannen van inhoud voor het online formaat kost ook tijd. Als je het ontwerp zorgvuldig aanpakt, dan kun je de leerinhoud echter net zo grondig behandelen als bij face-to-face leren. Start met het expliciet maken van de belangrijkste leerdoelen en relateer de leerinhouden aan die leerdoelen. Dit bevordert dat de je de leerinhoud focust tot het belangrijkste. Dit helpt lerenden om specifieke leerinhoud te begrijpen. Visueel brainstormen (via tools zoals Mural of Lucidchart) kan helpen ‘alignment’ te creëren tussen leerdoelen, leerinhouden en leeractiviteiten.
Mijn opmerking: een valkuil van asynchroon online leren is dat je juist te veel leerstof gebruikt en de studielast verzwaart. Om die reden is de titel een misconceptie. De titel van de misconceptie is bovendien ook niet in lijn met de beschrijving. Docenten vragen zich juist vaak af of online leren wel geschikt is gezien de aard van de leerinhoud. Veel onderwijsinstellingen, zoals open universiteiten, laten echter al vele jaren zien dat je heel veel onderwerpen op een goede manier online kunt doceren en leren.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie