Volgens De Volkskrant heeft ons brein liever een papieren boek. Je mag op basis daarvan echter niet concluderen dat e-learning minder effectief is dan ‘traditioneel’ leren.
Verleden week zaterdag besteedde De Volkskrant aandacht aan het verschil tussen online lezen en lezen van papier. De krant concludeert dat de meeste taal- en communicatiewetenschappers concluderen dat de mens meer informatie van papier onthoudt dan van e-readers en tablets (de impact van het risico van afleiding wordt buiten beschouwing gelaten). De argumenten zijn:
- Het is efficiënter. Op papier weet je meteen waar je iets moet opzoeken. Op tablets verdwaal je eerder.
- Digitaal lezen is voor de meeste mensen vermoeiender. Dat gaat o.a. ten koste van de leessnelheid en tekstbegrip.
- Mensen geven onbewust de voorkeur aan papieren boeken omdat ze deze vast kunnen houden, in één oogopslag kunnen zien waar je in het boek bent en omdat de tactiele ervaring in combinatie met eigenschappen als paginanummers en hoofdstukken kapstokken zijn om binnen het geheugen informatie op te slaan. “De fysieke ervaring te weten waar je in de tekst bent, vergemakkelijkt het opslaan van die mentale kaart”, concludeert de auteur.
- Mensen gaan met een andere instelling achter een beeldscherm zitten. Zij nemen papier serieuzer. Ze scannen eerder middels een beeldscherm, dan in een boek. Mensen stellen zichzelf via het beeldscherm ook minder doelen. Papieren lezers trekken ook meer tijd uit voor het lezen.
Tegelijkertijd stelt het artikel dat we veel meer weten over hoe studieboeken gemaakt moeten worden. Over effectieve digitale studieboeken is weinig bekend.
Bovendien heeft een aantal van bovenstaande argumenten m.i. ook te maken met digitale geletterdheid (o.a. beter zoeken in e-boeken), gewenning of met te verbeteren technologie. Dat geldt echter niet voor de fysieke ervaring. Die verandert niet, en is volgens onderzoekers noodzakelijk om informatie effectief in ons brein op te slaan. Het is de vraag of je deze fysieke ervaring kunt compenseren door het versterken van ‘e-reading’.
Deze bijdrage wordt uiteraard gebruikt als argument tégen online leren. Daarbij wordt echter een belangrijke denkfout gemaakt. E-learning content is, als het goed is, volstrekt iets anders dan een papieren boek. Korte teksten, duidelijke structuren, multimedia (zoals video’s en animaties), serious games/simulaties, opdrachten, interacties, reflecties, (peer) feedback (ook geautomatiseerd) en zelftoetsen. Deze zouden de kern moeten vormen van e-learning content.
Ik weet: in de praktijk kom je nog steeds veel page turners tegen. Binnen online universitaire cursussen worden bijvoorbeeld ook online artikelen gebruikt. Wetenschappelijke kennis stop je namelijk niet even in een video van 6 minuten. Goede opdrachten en formatieve toetsen kunnen lerenden daarbij wel prikkelen om ‘serieus’ met online artikelen om te gaan.
Tot slot: het valt me op dat het Volkskrant artikel ook stelt dat de het onderstrepen en herlezen zouden bijdragen aan het effectief opslaan van informatie in ons geheugen. Recent onderzoek toont echter aan dat dit geen effectieve leerstrategieën zijn.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
1. Heeft de Volkskrant niet ook een belang bij het propageren van lezen van papier?
2. De toegankelijkheid van de bronnen wordt hier compleet buiten beschouwing gelaten. Als ik bijvoorbeeld jouw blog zonder digitale technologie op papier had moeten ontvangen, was dat praktisch niet mogelijk geweest. Nu leer ik toch ontzettend veel. Daar kan geen papier tegenop…
Mijn eigen ervaring is dat ik romans ed heel makkelijk van een ereader (iPad in dit geval) kan lezen. Het verschil zit hem bij in de aantekening mogelijkheid die ik op papier veel handiger vind. Ik heb weliswaar een app zoals PDF Expert waarmee je diverse notitie mogelijkheden hebt maar nu ik voor de MLI artikelen moet lezen print ik ze weer allemaal uit om er lekker op te kunnen schrijven.