Verdienmodellen voor MOOC’s

Steeds vaker starten voornamelijk Amerikaanse universiteiten (of samenwerkingsverbanden) Massively Open Online Courses (MOOC). Een belangrijke vraag daarbij is: hoe worden deze voor deelnemers gratis cursussen gefinancierd?

Volgens Steve Kolowitch beschikken Udacity, Coursera of edX nog niet over een business plan. Zij maken op dit moment gebruik van investeringsgelden. Dat is echter geen duurzame oplossing. Steve Kolowitch somt op basis van gesprekken de volgende financieringsmogelijkheden op:

  • Deelnemers betalen voor certificering. Volgens Kolowitch is het de vraag of deze constructie voldoende middelen oplevert: veel deelnemers hebben geen behoefte aan certificering. Ongeveer 18% van de deelnemers volgt de cursus met het doel een betere baan te krijgen. Je moet al veel cursisten hebben als je met 20% betalende cursisten uit de kosten wilt komen.
  • Cursisten betalen voor aanvullende diensten, zoals arbeidsbemiddeling. Werkgevers betalen dan ook voor een succesvolle bemiddeling. De onderwijsinstellingen beschikken namelijk over rijke data van gebruikers. Je zou zelfs betalende bedrijven een zoekoptie kunnen bieden voor deze data. Het is uiteraard de vraag of dat is toegestaan.
  • Betaling voor bemiddeling van curisten, die geen certificaat krijgen, richting traditionele opleidingen.
  • Cursisten betalen voor begeleiding, bibliotheektoegang en andere onderwijsdiensten.
  • Cursisten zouden bereid zijn te betalen interactie, mogelijkheden om fysiek te netwerken met andere studenten en menselijke feedback. Die fysieke netwerkbijeenkomsten zouden ook gericht kunnen zijn op het verkrijgen van een nieuwe baan. Aangezien veel MOOC-cursisten in China wonen zou dat impliceren dat MOOC-aanbieders bijeenkomsten in Azië zouden moeten organiseren.
Stephen Downes denkt dat het vooral bedrijven zullen zijn die MOOC’s gaan financieren.
Ik wil hier drie opmerkingen bij maken:
  • MOOC’s hebben behoorlijk veel deelnemers nodig om uit te kosten te komen. Een relatief klein percentage van de cursisten is namelijk vermoedelijk bereid om voor aanvullende diensten te betalen. Specifieke cursussen lenen zich dan ook minder voor het concept van een MOOC.
  • Aanbieders kunnen de kosten van een MOOC zo laag mogelijk houden door intensief gebruik te maken van ‘self service‘ en activerende didactiek waar peer feedback, peer support en peer assessment onder meer deel van uit maken.
  • De wijze waarop MOOC’s gefinancierd kunnen worden is mede afhankelijk van culturele factoren. In de VS zijn werkgevers en alumni veel vaker bereid om universiteiten mee te financieren, dan in ons land. Ook beschikt men in de VS over particuliere fondsen die bereid zijn in onderwijsinnovatie te investeren. In ons land zijn onderwijsinstellingen voor een groot deel afhankelijk van overheidsfinanciering. De overheid treedt echter terug, zonder dat voor alternatieven wordt gezorgd.

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *