Ik ben erg geboeid in fenomenen als wisdom of crowds, serendipity en leren in communities of netwerken. Ik lees daarom ook met meer dan bijzondere belangstelling de bijdragen van George Siemens en Stephen Downes over het verschil tussen collective intelligence versus connective intelligence.
Zij stellen dat bij connective intelligence sprake is van co-creatie 9al gebruiken ze deze term niet). Collective intelligence, daarentegen, zou volgens Siemens eerder resulteren in "an over-writing of individual identity". In eerste instantie vroeg ik me af of hier sprake is van een semantische discussie. Daarover nadenkend zie ik inderdaad een verschil. Maar een ander verschil dan Siemens en Downes zien. Volgens mij is bij "collective intelligence" eerder sprake van ’toevallig leren’, waarbij sprake is dat de som meer is dan het geheel der delen. Surowiecki geeft daar in zijn boek verschillende voorbeelden van. Bij connective intelligence is volgens mij vooral sprake van doelbewuste co-creatie (vaak zelf-georganiseerd).
In die zin kunnen weblogs voorbeelden zijn van collective intelligence: je verbindt bijvoorbeeld twee bijdragen met elkaar, die je via je RSS-reader hebt gevonden. Wiki’s kunnen dan toepassingen van connective intelligence zijn: je creëert doelbewust, samen met anderen .
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
akkoord, maar serendipiteit kan ik moeilijk “gegarandeerd aanbieden” in het onderwijs en ervan uitgaan dat anderen zichzelf vanzelf overstijgen werkt helaas niet. Wat voor vb. T. Arina werkte, is helaas niet generaliseerbaar naar alle jongeren… Maar dit neemt niet weg dat we jongeren niet moeten ‘betrekken’ en warm maken om onder “the surface” te gaan.