Verandert de wijze waarop nieuwe technologie wordt geadopteerd?

In de loop der jaren is heel wat gepubliceerd over de adoptie van nieuwe technologie door docenten en opleiders. Verloopt dit proces vandaag de dag anders dan, zeg, vijftien jaar geleden?

Die vraag stelt Gordon Lewis zich in The changing face of technology adoption. Technologie is immers alomtegenwoordig. Je hoeft onwillige mensen niet meer te overtuigen dat nieuwe technologieën nuttig kunnen zijn voor het onderwijs, meent hij. In zijn bijdrage stelt hij verder dat de fases van Gartner’s Hypecycle of Emerging Technologies in feite te vergelijken zijn met de bekende indeling Innovators-Early Adopters-Early Majority-Late Majority-Laggards.

Beide benaderingen gaan er volgens Lewis vanuit dat docenten/opleiders een tekort aan vaardigheden hebben dat met professionalisering aangepakt kan worden. Daarna komt technologie tot bloei. Volgens Lewis zijn de curves echter platter. De meeste lerarenopleidingen hebben ICT volledig in het curriculum geïntegreerd, waardoor een generatie docenten vanaf dag één wordt opgeleid om leertechnologie in te zetten.

Lewis meent ook dat technologie als normaal onderdeel van het werk wordt beschouwd en dat je in feite drie groepen hebt: vernieuwers, de meerderheid en een groep achterblijvers:

Adoption really isn’t an issue anymore. For all intents and purposes, technology has become pretty much invisible in most of our daily teaching and learning lives. It’s simply there, much like pencils and paper.

Uiteraard zijn er volgens hem nog uitdagingen genoeg. Deze hebben ermee te maken dat we ICT nog te veel gebruiken om het onderwijs te versterken, in plaats van te transformeren.

If adoption is also defined in terms of transformation, then we still have a lot of work ahead of us.

Technologie leidt volgens Lewis uit zichzelf niet tot transformaties. Mensen moeten daar voor zorgen:

If we are able to change our beliefs about education in general, then, and only then, will technology have the power to transform.

Lewis ziet daarbij vooral potentie in het analyseren van grote hoeveelheden educatieve data.

Mijn opmerkingen

De fasering van Gartner’s model heeft niet alleen te maken met de adoptie door mensen, maar ook met technologische ontwikkelingen, business modellen, etcetera. Ik zou dat model niet snel gebruiken als het gaat om de adoptie van nieuwe technologie door mensen.

Technologie is alomtegenwoordig en het nut ervan staat op zich niet ter discussie. Wat wel onderwerp van debat is, is de wijze waarop leertechnologie wordt ingezet, en met welk doel. Inzichten met betrekking tot de wijze waarop leertechnologie wordt ingezet, hebben niet alleen te maken met deskundigheid. Visies en overtuigingen, onder meer omtrent wat oprecht menselijk contact is en hoe mensen leren, spelen m.i. hierbij een belangrijke rol.

De adoptie van nieuwe technologie door docenten en opleiders is dan ook maar ten dele een professionaliseringsvraagstuk. Ik onderscheid dikwijls de volgende redenen die docenten/opleiders kunnen hebben om terughoudend te zijn in het gebruik van leertechnologie:

  • De verandering is niet in het belang van de docenten/opleiders (status, positie, plezier in het werk, autonomie, kwaliteit werk, werkdruk, gebrek aan tijd, teacher bandwith problem (D. Wiley), enzovoorts).
  • Docenten/opleiders ervaren onduidelijkheid als gevolg van de introductie van nieuwe technologie (wat zijn gevolgen voor de functie, verkeerde of andere verwachtingen ten aanzien van ICT en leren, niet weten welke doelen bereikt kunnen worden met leertechnologie).
  • Medewerkers hebben -mede op basis van persoonlijke ervaringen- weinig vertrouwen in het gebruik van leertechnologie (ICT roept meer problemen op, lost niks op, enzovoorts).
  • Docenten/opleiders hebben angst niet aan de nieuwe eisen te kunnen voldoen (vertrouwen in eigen kunnen, ICT-vaardigheden, ruimte om zich voor te bereiden).
  • Opleiders/docenten voelen zich niet serieus genomen (zij zijn immers specialist op het gebied van leren).
  • Opleiders/docenten zien de zin er niet van in (geen betekenis voor het werk, het gaat toch goed….).

Veel van deze redenen kun je niet oplossen met professionalisering. Voor het bepalen van je strategie is het vooral belangrijk om na te gaan wat redenen zijn van docenten/opleiders om terughoudend te zijn als het gaat om het gebruik van technology enhanced learning. Dat beïnvloedt de strategie en acties.

Bovendien: als je juist pleit voor transformatie, appelleer je sterk aan veranderbereidheid. De vraag is hoe groot die bereidheid om te transformeren is, als je kijkt naar een aantal genoemde redenen. Je zult docenten/opleiders juist mee moeten nemen in de voordelen van transformeren. Maar wellicht is het ook voldoende om leertechnologie te gebruiken om de bestaande praktijk te versterken of te verbeteren. Waarom iets repareren dat niet kapot is?

De veelheid aan redenen maakt m.i. dat de groep betrokkenen gedifferentieerder is dan vernieuwers, meerderheid en achterblijvers. Lees bijvoorbeeld De adoptie curve van Rogers, Winny the Pooh en de metafoor van het potlood. Ik vraag me dan ook af of de adoptie van nieuwe technologie door docenten en opleiders echt anders verloopt dan vijftien jaar geleden.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Een reactie

  1. De manier van doceren is grotendeels veranderd, bijna vanzelfsprekend door de grote invloed van de technologie. Het uiteindelijk doel wordt alleen nog niet bereikt en dat is zorgwekkend.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *