Van competentiegericht leren naar integrale beroepsvorming

Zo meteen vertrek ik naar Oegstgeest voor het afsluitende seminar van de Leergang BVE 2007 die ik dit jaar heb gevolgd. Ter afsluiting moesten we een paper schrijven.

In mijn paper
pleit ik voor een herbezinning op competentiegericht onderwijs. Kern van mijn kritiek is dat competentiegericht onderwijs ‘te smal’ wordt ingevuld. In plaats daarvan zou het middelbaar beroepsonderwijs moeten werken aan integrale beroepsvorming. Daar waar competentiegericht leren vooral de nadruk lijkt te leggen op vakbekwaamheid, besteedt integrale beroepsvorming ook aandacht aan de beroepscultuur (binding met de toekomstige beroepsgroep en het verwerven van een duidelijke beroepsidentiteit) en aan beroepsethiek (voorbereid zijn op beroepsethische dilemma’s). Integrale beroepsvorming biedt ROC’s een kans om een geheel eigen invulling te geven aan eigentijds beroepsonderwijs.

Wat betreft de manier van leren, breek ik in het paper een lans voor een meer open benadering: het huidige middelbare beroepsonderwijs is momenteel te gesloten, te zeer naar binnen gericht. Ik stel voor om zogenaamde  beroepsgemeenschappen het hart te laten zijn van het middelbaar beroepsonderwijs. Als onderliggend concept kan hiervoor de theorie over communities of practices dienen. Indien aan een aantal voorwaarden is voldoen, werkt een dergelijke gemeenschap als een krachtige leeromgeving voor MBO-deelnemers, docenten en vakmensen uit de beroepspraktijk. Informatie- en communicatietechnologie helpt het leren binnen deze gemeenschappen vorm te geven.

De ontwikkeling van integrale beroepsvorming via beroepsgemeenschappen vraagt wel om aanpassingen van wet- en regelgeving. De huidige procesgerichte controlemechanismen verhouden zich mijns inziens zeer moeizaam tot het leren in beroepsgemeenschappen. Er zal steeds meer gewerkt moeten worden aan standaardisering van bekwaamheden en output. Verder zullen ROC’s hun strategisch beleid moeten aanpassen. Zij zullen in hun visie op onderwijs (en in de concretisering hiervan) meer ruimte moeten geven aan informele kenmerken van het leren. Tot slot zullen betrokkenen als bedrijven, vakbonden, ouders en deelnemers hun opvattingen over leren moeten herijken.

In wezen is de overgang van competentiegericht leren naar integrale beroepsvorming via beroepsgemeenschappen niet de zoveelste onderwijsinnovatie, maar een logische volgende fase in de evolutie van het middelbaar beroepsonderwijs, zo stel ik in het paper.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

3 reacties

  1. ik volg aan het HBO ook competentiegericht onderwijs en zou vanuit die ervaring vraagtekens willen zetten bij de door jou voorgestelde richting.
    Wanneer er meer aandacht wordt besteed aan de beroepscultuur zou je meer de kans kunnen lopen dat afwijkende, maar misschien zeer waardevolle, visies op het beroepsveld niet eens door de opleiding heenkomen en dus ook niet in het beroepsveld. Op die manier verklein je de diversiteit aan visies binnen elk beroepsveld.
    Nu is diversiteit niet alleen noodzakelijk voor een grotere flexibiliteit, het is ook wenselijk voor een grotere keuzevrijheid.
    Neem het sociaal werkveld (waarin ik actief ben als CMVer)
    daarin is het verlichte technocratische denken nog steeds de norm. Desondanks zie je nog steeds het romantische ontplooingsmodel en het maatschappijkritische model gehanteerd worden. Moet je er niet voor waken dat het verlichtingsmodel de enige stroming wordt? (met zijn grote professionele distantie en andere aspecten)
    Nu is de ‘oplossing’ vrij makkelijk door ook de minder mainstream visies te promoten, maar creeer je daardoor niet een extra barriere tegen vernieuwing? Wat als een student een net andere kijk heeft? Welke randvisies propageer je nog wel, en welke niet in het onderwijs?

  2. Beste Wilfred
    Tot slot zullen betrokkenen als bedrijven, vakbonden, ouders en deelnemers hun opvattingen over leren moeten herijken.
    Deze zin intrigeert me op verschillende manieren….
    Ik zal het zo overzichtelijk mogelijk proberen te verwoorden. Mijn eerste vraag is eigenlijk:
    1. Waarom?
    Het maatschapplijk draagvlak voor het cgo is volgens mij gedaald naar een dieptepunt. Zouden alle mensen die hun twijfels uiten (vooal ook leerlingen) alemaal ongelijk hebben?
    2.Hoe?
    Men tweede vraag is hoe wil je dit voor elkaar krijgen als 70-80% van de mensen (ernstige) twijfels heeft bij het cgo. De Onderwijswereld zal wel met hele goede argumenten moeten komen.
    Op dit moment is er een groep mensen in het onderwijs die vinden dat het anders (competentiegerichter)moet. Hoe groot die groep is weet ik niet, maar men is nog niet erg succesvol om over te brengen waarom dit zo noodzakelijk is. Het blijft maar al te vaak hangen in allerlei vage kretologie. Als ik mij verplaats in normale ouders zonder onderwijsachtergrond, dan denk ik soms ook waar gaat dit over?? Men is niet in staat kort, krachtig en duidelijk uit te leggen waarom dit zo goed is voor hun kind.
    Als het onderwijs daar niet binnen nu en korte tijd in slaagt is het cgo voor 2010 een hele snelle dood gestorven.
    En dat zou zonde zijn want cgo met een hele duidelijk kenniscomponent en sterke docenten voor de klas heeft volgens mij echt toekomst

  3. @ Jeroenimus: ik snap jouw punt niet helemaal. Het feit dat je aandacht besteedt aan beroepscultuur en beroepsethiek impliceert niet dat de docent ‘vertelt hoe het moet’. Juist op die terreinen is geen sprake van één antwoord. Maar je moet het wel aan de orde stellen.
    @ Edwin: waar het mij om gaat is dat veel mensen m.i. geloven dat alleen frontaal-klassikaal onderwijs werkt. Terwijl veel onderzoek wijst op de beperkingen van deze aanpak. Ik vind dat dit wel eens nadrukkelijk onder de aandacht gebracht mag worden. Ik ben het met je eens dat vaak onvoldoende duidelijk en concreet is gemaakt hoe herontworpen middelbaar beroepsonderwijs er uit gaat zien.
    Binnen het huidige mbo (en niet alleen bij de invoering van cgo!) gaat volgens mij (en dat blijkt ook uit allerlei analyses) vooral organisatorisch veel mis. Dat merken ouders en leerlingen. En dat leidt tot klachten. Dat moet je zeer serieus nemen en dus acties ondernemen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *