Van het nature-nurture naar het brein-didactiek-motivatietheorie debat (#in)

Toen ik in de jaren tachtig van de vorige eeuw pedagogische wetenschappen studeerde, was één van de toen actuele academische discussies: worden de eigenschappen van een individu vooral bepaald door aanleg (zijn ze aangeboren?) of door de leefomgeving (opvoeding)? Volgens John Locke zijn kinderen bij hun geboorte bijvoorbeeld een onbeschreven lei (tabula rasa). Inmiddels lijkt men het er wel over eens te zijn dat zowel nature als nurture een rol van betekenis spelen bij de ontwikkeling van kinderen.

Binnen het onderwijs speelt op dit moment volgens mij eenzelfde weinig vruchtbare discussie. Tot vrij recent was er betrekkelijk weinig aandacht voor de relatie tussen leren en de werking van de hersenen. Dankzij technologische ontwikkelingen krijgen wetenschappers meer grip op de werking van het brein. En vervolgens hollen binnen het onderwijs hele volksstammen achter puberbreinonderzoekers aan.
Volgens mij slaat men daarbij door. Vandaag kwam ik bijvoorbeeld een bericht tegen over een ITS onderzoek waaruit zou blijken dat sekseverschillen een veel minder grote rol spelen bij onderwijssucces:


Ze (de onderzoekers van het ITS, WR) merken verder op dat kleine bewezen sekseverschillen in de hersenontwikkeling bovendien wel heel erg gemakkelijk vertaald worden naar grotendeels nog onbewezen gevolgen voor het onderwijs.

Daar waar didactici nauwelijks notie besteden aan 'het brein', schenken hersenonderzoekers volgens mij amper aandacht aan didactiek en motivatietheorie (zoals de self-determination theory). De sessie over het brein van de laatste Online Educa Berlijn was daar een prettige uitzondering op.

Ik denk dat multidisciplinair onderzoek wel eens uitkomst zou kunnen bieden. Volgens mij zal dit leiden tot de conclusie dat -net als bij de nature en nurture ook nu sprake is van een èn-èn-situatie waarbij hersenonderzoek kan beschrijven hoe het brein functioneert in relatie tot leren. En onderwijskundigen aangeven welke leerresultaten, onder welke condities met welke leerarrangementen, kunnen worden bereikt (daarbij appellerend aan de intrinsieke motivatie van lerenden).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *