Vanmiddag is tijdens Onderwijsdagen 2015 een nieuw trendrapport over open en online onderwijs gepubliceerd. Voor het vierde achtereenvolgende jaar heeft de special interest group Open Education van SURF de meest belangrijke ontwikkelingen op het gebied van open content, open education, en online (niet per se open) onderwijs op een rij gezet. In deze blogpost ga ik kort op enkele bijdragen in.
In het redactioneel signaleren Robert Schuwer en Ria Jacobi bijvoorbeeld een schijnbare tegenstelling als het gaat om doelen van open en online onderwijs. Aan de ene kant kijken onderwijsbestuurders momenteel vanuit een smaller perspectief naar massive open online courses dan enkele jaren geleden (nu is volgens de auteurs vooral aandacht voor economische motieven). Anderzijds wordt -weer- benadrukt dat het hoger onderwijs meer nadruk zou moeten leggen op ‘Bildung’.
Robert Schuwer beschrijft samen met Ulrike Wild wat er moet gebeuren om open education breder geadopteerd te krijgen. Hun aanbevelingen hebben onder meer te maken met de formulering van strategisch beleid, het duurzaam -ontzorgen- ondersteunen van docenten en op het realiseren van samenwerking tussen instellingen zodat men elkaars open onderwijs erkent.
Martijn Ouwehand en Judith van Hooijdonk besteden aandacht aan het gebruik van open en online onderwijs in combinatie met campusonderwijs. Door kwalitatief hoogstaand open leermateriaal te hergebruiken, kun je als onderwijsinstelling volgens hen de beste docenten tegen lage kosten ‘binnen halen’. In de praktijk zie volgens deze auteurs ook dat onderwijsinstellingen gaan nadenken over hun onderwijsconcepten, nu ze gebruik kunnen maken van -bijvoorbeeld- onderdelen van massive open online courses. Tegelijkertijd zij er nog de nodige drempels te slechten, zoals het hardnekkige ‘not invented here‘-verschijnsel.
Marja Verstelle en Marinke Sussenbach kijken in hun artikel naar de bijdrage van online proctoring voor valide online toetsing. Zij beschrijving de werking van verschillende vormen van online surveilleren, en gaan in op randvoorwaarden. Deze auteurs stellen dat online proctoring zich nog echt in een pril ontwikkelingsstadium bevindt. Slechts een enkele instelling in Nederland voert een pilot uit. Examencommissies kijken vooralsnog erg kritisch naar deze werkwijze. Ook zijn er critici die pleiten voor alternatieve manieren van beoordelen, dan deze vorm van substitutie. Desalniettemin is het een trend om in de houden.
Jocelyn Manderveld gaat in op uitdagingen van learning analytics bij open en online onderwijs. Zo weten we nog niet welke data daadwerkelijk relevant zijn voor onderwijs- en leerprocessen. Verder vindt een groot deel van het onderwijs en het leren nog steeds ‘offline’ plaats, waarbij geen of weinig data worden verzameld. Het op een goede manier visualiseren van data, zodat gebruikers er betekenis aan kunnen ontlenen, is ook één van de uitdagingen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
3 reacties