Trendrapport Open Educational Resources 2012

Vandaag is het Trendrapport Open Educational Resources 2012 van de Special Interest Group Open Educational Resources (SIG OER) van Stichting SURF verschenen. Het rapport beschrijft de stand van zaken na tien jaar OER, en gaat in op een aantal trends. De publicatie bestaat uit een groot aantal artikelen. Ik heb samen met collega Anda Counotte ook een artikel geschreven over de relatie van OpenU en Open Educational Resources.

De redactie van het trendrapport gebruikt een praktische inleiding op het thema, en heldere schema’s en voorbeelden. Men staat niet alleen stil bij open educational resources, maar ook bij open educational practices en open educational services.

Steven Verjans en Wim Didderen gaan onder meer op de relatie tussen OER en didactiek (OER-didactiek), terwijl Cora Bijsterveld en Sofia Dopper stellen dat een open mindset noodzakelijk is om OER te kunnen inbedden binnen curricula (Open Educational Practices). OER zouden vooral hen tot hun recht komen binnen studentgecentreerde curricula, maar worden veelal gebruikt als vervanging van bestaande onderwijsmaterialen.

Samen met Anda Counotte illustreer ik hoe de Open Universiteit met OpenU ook wil inspelen op leerbehoeften van professionals die niet via cursussen en opleidingen bevredigd kunnen worden. OpenU is overigens sterk in ontwikkeling, waardoor sommige passages uit deze bijdrage nu al verouderd zijn.

Hester Jelgerhuis schrijft dat OER gebruikt wordt door studenten om zich te oriënteren op een studie, door reguliere studenten (die een opleiding volgen) en door de groep ‘self learners’.

Nicolai van der Woert laat zien dat er alternatieven komen voor klassieke repositories zodat OER beter ontsloten en toegankelijker worden. Ellen Kuipers denkt dat content curation een belangrijke rol kan spelen bij kwaliteitsbewaking van OER.

Nadat Martijn Ouwehand verschillende platforms waarop je OER kunt publiceren heeft besproken, gaat een aantal auteurs in op organisatorische aspecten van OER. Ria Jacobi bespreekt hoe het vaak trage proces van beleidsvorming rond OER binnen instellingen voor hoger onderwijs gestalte krijgt. Zij beschrijft onder meer de redenen die instellingen hebben om met OER aan de slag te gaan (zoals kwaliteitsverbetering van het onderwijs of van studiekeuzeprocessen).

Ben Janssen en Robert Schuwer bespreken businessmodellen voor OER (financieringsmodel, verdienmodel, integraal businessmodel), en concluderen dat de overheid in de toekomst een deel van het onderwijsbudget nog wel eens zouden kunnen labelen voor OER. Martijn Arnoldus gaat in zijn bijdrage in op de gespannen relatie tussen OER en auteursrecht.

Fred Mulder meent dat de overheid een strategie moet ontwikkelen om een duurzame aanpak voor OER te kunnen realiseren. Hij benadrukt het belang van OER voor de kwaliteit, toegankelijkheid, doelmatigheid en innovatie van het onderwijs.

Tenslotte bespreekt Willem van Valkenburg enkele internationale initiatieven op het gebied van OER, waarbij onder meer aanvullende services (zoals badges als beloningen) de revue passeren.

Samenvattend komt een groot aantal aspecten van OER op een bondige wijze in dit trendrapport aan de orde.

De SIG OER heeft ook een beknopt artikel geschreven waarin de verschillende artikelen vanuit de vier perspectieven summier worden ingeleid (educatie, inhoud, technologie en organisatie). Men concludeert:

De OER-beweging is een internationale beweging. In Nederland zijn we nog maar ‘net’ gestart. Discussies die in het buitenland al gaande zijn, moeten in Nederland nog beginnen. De trendrapportage pretendeert niet volledig te zijn, maar de SIG OER hoopt wel nieuwe discussies te starten. En wie weet stimuleert het de ontwikkelingen op het OER-terrein in Nederland.

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Een reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *