Toon aan dat e-learning werkt! #ele12

Aanbieders èn afnemers van e-learning hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om aan te tonen dat deze manier van leren effectief is voor het behalen van leerprestaties, werkprestaties en bijvoorkeur ook voor het realiseren van organisatiedoelstellingen. Dit is cruciaal voor de acceptatie van e-learning en blended learning. Editie 2012 van de Nederlandse E-learning Awards doet vermoeden dat Nederlandse organisaties daar meestal nog onvoldoende mee bezig zijn.

Gisteren zijn tijdens het e-learning event in Den Bosch de Nederlandse E-learning Awards uitgereikt. Als jurylid is mij één ding dit jaar in het bijzonder opgevallen: de meeste inzendingen in de categorie ‘Best practice‘ waren niet in staat aan te tonen dat hun oplossing daadwerkelijk impact heeft op leerprestaties, werkprestaties of op het functioneren van een organisatie. Terwijl ‘bewezen impact’ juist een belangrijk criterium is voor deze award  (hoewel niet het enige).

Als jury hanteren we immers onder andere ook de innovatieve award. Daarbij gaat het met name om nieuwe leerconcepten en nieuwe technologieën, waarbij het nog te vroeg is om iets zinvols te kunnen zeggen over de effecten.

Winnaar Bob van den Brand van iSTARr was eigenlijk de enige die aannemelijk kon maken dat zijn methode had bijgedragen aan een stijging van het slagingspercentage bij examens (van 58% naar 79%).

Het is uiteraard niet eenvoudig om de effecten van technology enhanced learning aan te tonen. Vergelijkend onderzoek tussen, bijvoorbeeld, face-to-face leren en e-learning is al helemaal complex. En toch zullen aanbieders/ontwikkelaars van e-learning èn hun klanten zich wat mij betreft meer moeten inspannen om de impact van e-learning op een gegeven moment aan te tonen.

Ik ben echter bang dat alle betrokkenen snel overgaan op de ‘waan van de dag’ als een e-learning oplossing eenmaal is geïmplementeerd. Aanbieders hebben vaak geen ruimte om te investeren in evaluatieonderzoek, terwijl afnemers van mening zijn dat zij al genoeg geld en energie gestoken hebben in de implementatie. In meerdere betekenissen van het woord ‘geloven zij het wel’. Terwijl het toch vooral om ‘weten’ zou moeten gaan.

De mate waarin een e-learningoplossing wordt gebruikt, of de tevredenheid van gebruikers, zijn wat mij betreft te magere indicaties voor het succes van ICT in leersituaties (denk ook aan Kirkpatrick’s evaluatie-aanpak).

Degelijk evaluatieonderzoek kost tijd en geld, maar komt op de langere termijn de acceptatie van e-learning binnen arbeidsorganisaties en onderwijsinstellingen te goede. Ook in tijden van economische crises kan men dan niet meer om e-learning en blended learning heen, als strategisch middel voor het realiseren van organisatiedoelen. Wellicht kunnen O&O-fondsen of het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie hier ook een faciliterende rol spelen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *