Welke didactische innovaties komen op het (post-initiële) onderwijs af? Hoe zal de volgende generatie e-boeken het onderwijs gaan beïnvloeden? Welke functie hebben MOOCs? Op deze en andere vragen probeert een deze week gepubliceerd rapport antwoord te geven.
Een groep medewerkers van de Britse Open Universiteit heeft een mooi overzicht samengesteld van didactische vernieuwingen. Dit rapport “Innovating Pedagogy 2012 -een eerste uit een serie- beschrijft tien vernieuwingen die al worden gebruikt, maar nog niet breed zijn geadopteerd in het (post-initiële) onderwijs. De meeste van deze innovaties zijn m.i. ook relevant voor voortgezet onderwijs, mbo en regulier hoger onderwijs. Samenvattend komt het neer op de volgende vernieuwingen:
1. E-books zullen nieuwe interactievormen kennen (zoals het kunnen delen van annotaties), en functionaliteiten die het leren kunnen structureren (zoals timers). Crowd authoring en co-creatie, ingebedde begeleiding (binnen een pagina worden passages nader toegelicht) en gezamenlijk lezen kunnen worden toegepast. Daarmee wordt een e-book meer dan een boek in elektronisch formaat.
2. Uitgevers ontwikkelen korte cursussen, al dan niet in samenwerking met erkende onderwijsaanbieders.
3. Assessment voor leren. Diagnostische toetsen met snelle feedback ondersteunen het leren, en helpen lerenden te motiveren om te blijven leren:
This requires software to monitor how learners progress through the course materials, diagnose misconceptions, know when to intervene, and offer appropriate advice.
4. Badges, insignes, worden gebruikt om non-formeel leren te waarderen.
5. Massive open online courses (MOOCs) maken onderwijs (of in elk geval cursusmaterialen) toegankelijk voor grote groepen belangstellenden. Commerciële MOOCs worden in feite volgens een freemium model aangeboden, aangezien deelnemers moeten betalen voor accreditatie en aanvullende diensten. MOOCs vormen voor organisaties ook experimentele ruimtes om nieuwe didactieken, technologieën en vormen van ondersteuning te verkennen.
6. Academisch publiceren krijgt een nieuwe impuls, onder meer door open en publiek reviewen. Belangrijk daarbij is het handhaven van academische kwaliteit.
7. Naadloos leren: hiermee doelen de auteurs op de mogelijkheid van een persoon om altijd en overal (individueel of samen met anderen) te kunnen leren, dankzij mobiele technologie. Zij spreken onder meer over learning journeys:
These are extended learning projects that can be accessed on multiple devices, flow across boundaries between formal and informal settings, and continue over life transitions such as school to university and workplace.
Er is ook sprake van ‘seamless learning‘ als lerenden leeractiviteiten in elektronische leeromgevingen versterken met conversaties in sociale netwerken (en wie is dan eigenaar van de data, vragen de auteurs zich af).
8. Learning analytics betreft het verzamelen, analyseren en rapporteren van grote hoeveelheden data over lerenden en hun context. De uitkomsten worden gebruikt om het leren te verbeteren.
9. Persoonlijk onderzoekend leren. Mobiele technologie stelt lerenden in staat open vragen te onderzoeken. Deze manier van leren vindt plaats in formele en informele settings.
10. Rhizomatic learning is een manier van zelfgestuurd, niet-lineair, leren waarbij nieuwsgierigheid en intrinsieke motivatie een essentiële rol spelen. De context is hierop van grote invloed. Kennis wordt samen met anderen geconstrueerd, waarbij het stellen van vragen van groot belang is.
Seen as a model for the construction of knowledge, rhizomatic processes suggest the interconnectedness of ideas as well as boundless exploration across many fronts from different starting points.
Per ontwikkeling, en geïnspireerd door het bekende Horizon-rapport, geven de samenstellers de potentiële impact van de ontwikkelingen aan, plus de tijdsspanne waarin zij verwachten dat de ontwikkeling ingevoerd is. Dat laatste had voor mij niet gehoeven. Veel ontwikkelingen verlopen daarvoor m.i. te onvoorspelbaar.
De auteurs wijzen terecht op de onderlinge samenhang van deze tien ontwikkelingen:
In compiling the report it became clear that the innovations are not independent, but fit together into a new and disruptive form of education that transcends boundaries between formal and informal settings, institutional and self-directed learning, and traditional education providers and commercial organisations.
Met dank aan collega Ben Janssen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
2 reacties