Afgelopen dinsdag heb ik al verslag gedaan van de Next Learning, die op 15 september 2020 is gehouden. Voor e-learning.nl heb ik een meer reflectieve bijdrage geschreven. Deze wil ik ook hier delen.
In die bijdrage ben ik ook ingegaan op de organisatie, waarover ik zeer te spreken was. Daarover heb ik al dinsdag geblogd. Daarom beperk ik me hier tot de samenvattende terugblik op de sessies die ik heb bijgewoond.
Wat is mij het meest bij gebleven?
Learning design
Ik heb een heel leuke sessie bijgewoond over het ontwerpen van leerervaringen, door Niels Floor van Shapers. Niels liet ons kennis maken met het ontwerpen van leerervaringen, op basis van een levensles. We hebben een mini ‘learning design sprint’ doorlopen. Via een interview en gesprek achter de kern van wat je wilt leren komen, ideeën noteren over hoe je een les aan iemand anders kunt leren. Ideeën genereren is heel belangrijk bij ontwerpen. Het is de brandstof van je brandproces. Vervolgens een ontwerp maken, testen en uitwerken.
Falen mag
Remko van der Drift noemt zichzelf ‘faalkundige’. Hij benadrukte het delen van fouten. Volgens Van der Drift leiden we vaak aan ‘perfectiestress’ waardoor we vaak een zware druk ervaren. Volgens Van der Drift zouden leerprofessionals een falend voorbeeld moeten zijn. Zelf durfen te proberen, positief reageren op fouten (het zijn dingen die gebeuren, hoe ga je er mee om), geloven in leerbaarheid.
Bij dit laatste baseerde Van der Drift zich vooral op het werk van Carol Dweck die veel heeft geschreven over ‘growth’ en ‘fixed’ mindsets. Het probleem van Dweck’s onderzoek is echter dat anderen er niet in zijn geslaagd dit te repliceren. Verder blijkt het effect van een growth mindset-benadering binnen het onderwijs klein te zijn en is het effect van deze benadering alleen bij bepaalde doelgroepen licht effectief, en bij anderen niet of nauwelijks (bron). Wees dus voorzichtig voordat je weer achter een bepaald idee aan gaat rennen.
Bovendien is het sterk afhankelijk van de context of je positief moet reageren op fouten. Denk aan een intensive care.
Learning analytics binnen bedrijven
Ik heb een sessie over learning analytics in de praktijk bijgewoond. Normaliter hoor en lees je vooral over de toepassing van learning analytics binnen het onderwijs. Peter Meerman vertelde echter over zijn ervaringen met learning analytics binnen bedrijven zoals Shell en farmaceut Novartis. Hij benadrukte daarbij het belang van acties ondernemen, en niet alleen om inzicht krijgen. Start ook altijd met een hypothese of vraagstelling. Als je een goede vraagstelling en doelstelling hebt, dan kun je volgens Meerman eigenlijk op elk moment beginnen met LA. Je hoeft niet eens over heel veel data te beschikken. Bijvoorbeeld: mensen met productkennis maken een betere verkoopomzet. Die aanname moet je wel heel concreet blijven toetsen. Kun je die data verzamelen?
Tijdens zijn sessie zijn mede aan de hand van vragen verschillende onderwerpen aan bod gekomen, bijvoorbeeld het eigenaarschap of ethiek (denk aan bias die kan optreden als je bepaalde data gebruikt). Het viel me ook op dat learning analytics binnen bedrijven vaak voor andere vragen wordt gebruikt dan binnen onderwijsorganisaties. Bij Shell had men bijvoorbeeld inzicht in wanneer werknemers ivm compliancy druk zijn met trainingen. Die data kun je gebruiken om in te plannen wanneer je andere projecten en werkzaamheden gaat uitvoeren. Ook gebruiken bedrijven bijvoorbeeld data uit Outlook om werkzaamheden van medewerkers te monitoren. Eerlijk gezegd verbaas ik me erover dat dit is toegestaan.
Werkplekleren
Janine van Zoest (Xprtise) en Caroline Luijbregts (Alrijne Zorggroep) gingen in op het implementatieproces en de resultaten van de invoering van werkplekleren bij het Alrijne Ziekenhuis. Zij lieten op een heldere manier zien hoe zij een performance support aanpak hebben ontwikkeld en ingevoerd.
Performance support ondersteunt werknemers bijvoorbeeld bij het oplossen van problemen op de werkvloer of bij het omgaan met veranderingen in het werk. Een mooi voorbeeld was de situatie in het voorjaar. Toen ziekenhuizen dankzij ‘COVID-19’ te maken kregen met zeer veel ernstig zieke patiënten, gingen veel oud-verpleegkundigen weer aan de slag. Dankzij een performance support systeem konden zij hun kennis daarbij snel opfrissen.
Belangrijk daarbij is dat processen, taken en stappen worden geanalyseerd, en dat werknemers binnen twee klikken en tien seconden bij een leeractiviteit uitkomen. Dat betekent:
- Geïntegreerd in het werkproces en/of de applicatie (bijvoorbeeld in het patiëntendossier).
- Contextueel (alleen relevant voor jouw taken en rollen).
- Precies genoeg (voorkom het overladen van werknemers met informatie).
- Accuraat en betrouwbaar (is de informatie juist?)
Verder viel me op dat men binnen de performance support tool ook gebruik maakt van traditionele e-learning content, zoals cursussen van GoodHabitz of rekentoetsen binnen Drillster. Mooi om te zien hoe verschillende toepassingen op het gebied van e-learning elkaar aanvullen.
De resultaten zijn tot nu toe veelbelovend. Er zijn meer dan 1600 gebruikers, waarvan 800 verpleegkundigen. Ruim 700 verpleegkundigen heeft een score van 100% gehaald. Medewerkers vinden dat deze applicaties hen zeker ondersteunt bij het werk. Er zijn dit jaar veel meer pagina’s bekeken. Dat komt ook door de COVID-19 informatie die is opgenomen en veel is geraadpleegd door herintredende verpleegkundigen. Het is niet bekend of deze toepassing daadwerkelijk bijdraagt aan betere werkprestaties.
Reis naar de Maan
Astronaut André Kuipers verzorgde een boeiende en rijk geïllustreerde keynote over ruimtevaart. Hij ging eerst in op de geschiedenis van de ruimtevaart, de toepassing ervan en zijn eigen ervaringen. Daarbij liet hij zien hoe belangrijk leren is voor astronauten.
Er bestaat geen astronautenopleiding. Je moet eerst een technisch-wetenschappelijke opleiding hebben gevolgd. Daarna heb je een zeer intensieve opleiding van drie jaar waarin je heel veel verschillende zaken leert en ook veel examens maakt. Vanaf twaalf jaar droomde hij ervan om astronaut te worden. Drieëndertig jaar later was het zover.
In hoog tempo vertelde hij over de wedloop om naar de Maan te gaan. De prestigestrijd tussen de VS en de Sovjet-Unie groeide uit tot veel meer. Sindsdien is ruimtevaart heel internationaal geworden (voorbeeld internationale samenwerking) en heeft ruimtevaart een flinke impuls gegeven aan innovaties. Navigatiesystemen, weersvoorspellingen, communicatie, observatie (landbouw, terrorismebestrijding, ontbossing, overstromingen, klimaat, milieuvervuiling). Het wordt mogelijk gemaakt dankzij ruimtevaart. In toenemende mate worden sensortechnologie en artificiële intelligentie hierbij gebruikt.
Een goede basis, doorzettingsvermogen, gedrevenheid, blijven leren, frustratie-tolerantie, problemen analyseren en weten op te lossen, opofferingsgezindheid (je gezinsleven staat 3 jaar op een laag pitje). Dit is allemaal heel belangrijk als je astronaut wilt zijn.
Verder viel me op dat astronauten veel leren voor het geval dat je het nodig hebt. Veel van wat je leert, pas je nooit toe (omdat het zich niet voordoet). Je kunt het ook niet altijd snel opzoeken. Dat is wat anders dan de pleidooien voor ‘just in time’ leren die je heel vaak hoort op dit soort congressen.
Artificiële intelligentie
Mijn laatste sessie had als titel ‘De revolutie is al bezig: hoe AI de training van soft skills voorgoed verandert’. Ik ging hier nieuwsgierig maar ook wat sceptisch naar toe. Ik was namelijk bang een te hoogdravend verhaal te horen. Boudewijn van der Velde van de Faculty of Skills had echter een nuchtere kijk op artificiële intelligentie en de gevolgen voor het trainen van zogenaamde soft skills. Hij liet beperkingen zien van AI op het gebied van oefenen en testen van communicatieve vaardigheden. Met interactieve video kan dat vaak nog meer natuurlijk (een robot praat bijvoorbeeld onnatuurlijk en de investering is zeer fors). Lange dialogen kunnen ook nog niet goed met AI worden nagebootst (korte dialogen wel). Volgens Van der Velde worden chatbots ook steeds vaker gebruikt voor het beantwoorden van vragen en het bieden van ondersteuning. Nederlanders worden echter snel gefrustreerd als een chatbot veel fouten maakt.
Boudewijn van der Velde liet ook voorbeelden zien van het gebruik van AI bij het geven van feedback bij communicatie en coaching. Door middel van de Oral App kun je bijvoorbeeld inzicht krijgen in de basis van spraak (zoals snelheid of het gebruik van veel o’s en a’s). Het is echter nog niet mogelijk om AI te gebruiken voor automatische feedback op meer genuanceerde en geavanceerde emotieherkenningen.
Wel gebruikt de Faculty of Skills binnen hun applicatie TrainTool automatische feedback bij het oefenen van gespreksvaardigheden. Deelnemers moeten bijvoorbeeld een reactie tijdens een gefingeerd gesprek opnemen. Op basis van beoordelingscriteria, ingevoerde beoordelingen en spraakherkenning wordt dan schriftelijke feedback op een aantal criteria gegenereerd. Voor meer verdiepende en specifieke feedback heb je nog aparte coaches nodig.
Deze aanpak, onder meer toegepast bij ZilverenKruis, blijkt ook tot Van der Velde’s eigen verbazing goed te werken. De waardering van deelnemers is hoog, het leidt tot een forse kostenreductie en coaches zijn blij dat zij zich niet meer bezig hoeven te houden met routinematige feedback.
Tenslotte liet Boudewijn van der Velde nog een voorbeeld zien van het gebruik van ‘deep fake’ technologie. Bij deze technologie combineer je de spraak van een persoon met het beeld van, bijvoorbeeld, een robot. Je kunt deze technologie bijvoorbeeld gebruiken om nasynchronisatie vorm te geven (dezelfde beelden, maar het gesproken woord in een andere taal). Je kunt zo ook veel sneller video’s maken.
Boudewijn van der Velde liet al met al zien dat AI sterk in ontwikkeling is, maar dat de toepassing ervan zich op dit moment nog beperkt tot specifieke toepassingen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie