Ik heb op 28 en 29 november 2024 voor de 20ste keer in Berlijn deelgenomen aan Online Educa. Ik heb zeven verslagen geschreven. In deze bijdrage blik ik terug op mijn vooraf geformuleerde verwachtingen, en op de grote lijnen.
De dertigste editie van de Online Educa Berlin (OEB) telde zo’n 2000 deelnemers uit verschillende landen. Het viel op dat voor het eerst sinds een aantal jaren Denemarken – en niet Nederland – de grootste delegatie leverde. Dit jaar dus geen ‘Oranje boven’.
Gisteren sprak ik een OEB-veteraan die stelde dat dit weleens de beste editie was die hij had bijgewoond. Ik deel die mening wel. Ik heb zelf geen enkele bijdrage van onvoldoende kwaliteit meegemaakt. De bevlogenheid en spreekstijl van sprekers is uiteraard lastig via een blog over te brengen. Ik heb kennisgemaakt met nieuwe raamwerken/modellen en verschillende praktische toepassingen. De sfeer was goed, en ik heb weer heel veel mensen gesproken (ook mensen die ik nog niet eerder had ontmoet). De gesprekken tijdens de koffie, lunch en diner waren weer waardevol. Opvallend was wel dat de beurs met aanbieders van leertechnologie kleiner van omvang was dan anders. Als reden werd geopperd: Thanksgiving Day. Veel aanbieders komen echter uit Europa of hebben Europese vertegenwoordigers. Dus of dat de belangrijkste reden is…
Volgend jaar vindt de OEB plaats van 3-5 december 2025. Deze editie staat weer in mijn agenda.
Dertig jaar OEB
Dat aandacht besteed zou worden aan dertig jaar OEB was uiteraard geen verrassing. Er was aandacht tijdens de opening en tijdens de afsluitende workshop “The Trend is Your Friend”, waarin drie decennia onderwijstechnologie werden besproken (om vervolgens vooruit te blikken). Ik mocht deze sessie met o.a. Gilly Salmon organiseren. Ik had vooraf niet verwacht dat die workshop zoveel energie zou opleveren, zo geanimeerd zou verlopen en ook nog eens verrassende resultaten zou opleveren waarbij een sterke nadruk werd gelegd op het belang van menselijke interactie bij leren die mogelijk wordt gemaakt dankzij gevanceerde digitale technologieën. Een mooi moment was de herinnering van iemand wiens vader ‘lesgeven met de muis’ doceerde aan OU-professoren, terwijl de persoon zelf nog op de kleuterschool zat. Ook opvallend: de geschiedenis leert dat er best wel wat jaren over heen gaan voor dat nieuwe technologieën impact krijgen op leren, opleiden en onderwijs.
Ter gelegenheid van het dertig jarig bestaan had de organisatie het “30 under 30″ programma gelanceerd. Dit programma had als doel de volgende generatie leiders in de schijnwerpers te zetten die verandering en innovatie op het gebied van leren, opleiden en onderwijs kunnen helpen realiseren. De organisatie wilde verfrissende en diverse perspectieven en innovatieve ideeën aan bod laten komen die de status quo uitdagen en leergemeenschappen wereldwijd inspireren. Het was leuk om te merken dat de betreffende deelnemers actief waren tijdens verschillende sessies. Voor herhaling vatbaar, als je het mij vraagt.
Transformatie in onzekere tijden
Een rode draad dit jaar was de transformatie van leren, opleiden en onderwijs in een tijd van grote uitdagingen: klimaatcrisis, mondiale conflicten en democratische spanningen. De openingssessie zette direct de toon met sprekers die benadrukten dat we meer nodig hebben dan alleen technologische vernieuwing. Gerd Leonard benadrukte bijvoorbeeld dat technologie neutraal is – het gaat om hoe mensen ermee omgaan (technologie is m.i. overigens niet neutraal). Hij schetste een toekomst waarin we verschuiven van een focus op groei en winst naar wat hij noemt de vier P’s: people, planet, purpose en prosperity. Timandra Harkness, auteur van “Technology is not the problem”, beschreef hoe technologie alles personaliseert. Personalisering is volgens haar overigens een breder cultureel fenomeen. Als het gaat om onderwijs zijn er volgens haar overigens grenzen aan personalisering. Onderwijs is immers veel complexer dan het verkopen van hondenvoer. Om transformatie te kunnen realiseren zul je digitalisering en de integratie van AI strategisch moeten benaderen. Tijdens één van de plenaire openingen van dag twee werd hier sterk de nadruk op gelegd. De koppeling met de instellingsstrategie is van groot belang.
Dominantie van (generatieve) AI
Net als verleden jaar, was (generatieve) artificiële intelligentie ook dit jaar onmiskenbaar het centrale thema van de conferentie (naast transformatie). Ik sprak mensen die langzamerhand moe van ‘AI’ worden, of het gevoel hebben hier overweldigd door te raken. AI was inderdaad alomtegenwoordig, en ik heb ook diverse sessies over dit onderwerp gevolgd. Mijn verslagen laten zien dat er dit jaar meer concrete praktijkervaringen werden gedeeld, maar dat bijvoorbeeld ook taxonomieën voor AI-gebruik of andere raamwerken werden besproken. Interessant is bijvoorbeeld het beschrijven van AI-toepassingen in termen van McLuhan’s onderscheid tussen warme en koude media, en de typering van AI-toepassingen als ‘mindtools’. Verder is ook gesproken over de impact van (generatieve) AI op arbeid, en op de gevolgen hiervan voor curricula. Curricula zouden minder gericht moeten zijn op vakinhoud, en meer op het wijs leren gebruiken van AI-technologieën (onder meer voor leren). Verschillende bijdragen besteedden ook aandacht aan het investeren in ‘AI-geletterdheid’ van lerenden en docenten (ik verwachtte al aandacht voor docentprofessionalisering).
Mijn verwachting dat er meer reflectie zou zijn op de eerste ervaringen is uitgekomen. Ook is er de nodige aandacht voor privacy en security. De Universiteit van Helsinki heeft bijvoorbeeld ‘Currechat’ ontwikkeld, een volledig lokaal draaiende AI-oplossing die door studenten vooral wordt gebruikt voor het ontwikkelen van ideeën. Alle data blijft binnen de EU en de gesprekken worden niet opgeslagen – een bewuste keuze voor privacy en veiligheid. Onderzoek naar de effecten op bijvoorbeeld leerresultaten moet overigens nog worden uitgevoerd. Tijdens de lunch spraken we overigens het gegeven dat de doorlooptijd van publiceren over onderzoek zich overigens slecht verhoudt tot de snelle ontwikkeling van de technologie die je onderzoekt. Verder valt op dat het best wel een tijd heeft geduurd voordat technologieën zoals het wereldwijde web of de smartphone echt gevolgen hadden voor leren, opleiden en onderwijs. Zal (generatieve) AI sneller geïntegreerd worden en impact hebben?
Leren, opleiden en onderwijs blijft mensenwerk
Digitale technologieën krijgen veel aandacht tijdens de OEB. Dat zie je terug tijdens presentaties of op de beurs. Tegelijkertijd wordt echter ook benadrukt dat leren een proces is waarbij sociale interactie tussen mensen van vlees en bloed belangrijk zijn. Leren, opleiden en onderwijs blijft mensenwerk, en kan niet worden uitbesteed aan ‘AI’ of aan een robot. Bepaalde taken die mensen nu uitvoeren kunnen wel uitbesteed worden.
Duurzaamheid, inclusiviteit en ethiek
De thema’s duurzaamheid en inclusiviteit kwamen inderdaad aan bod, en werden ook gekoppeld aan technologische ontwikkelingen. Bij de universiteit van Arizona zet men bijvoorbeeld online leren in om meer studenten te kunnen bereiken en het onderwijs. Tijdens de sessie over trends werd onder meer voorspeld dat ‘groene campussen’ steeds belangrijker worden. Dit is opvallend omdat je tegelijkertijd conservatieve stromingen ziet die zich verzetten tegen inclusiviteit en meer aandacht voor duurzaamheid. In de VS oefenen Republikeinen bijvoorbeeld grote druk uit om een einde te maken aan programma’s gericht op inclusiviteit.
De ethische aspecten werden, tegen mijn verwachting in, wel degelijk diepgaand besproken. Het OEB-debat over studentendata laat zien dat er verder werd gekeken dan alleen het benoemen van problemen – er werd actief gediscussieerd over concrete oplossingen. Daarbij viel wel op dat tegenstanders van het beperken van het verzamelen van niet-essentiële studentgegevens het debat hebben gewonnen met argumenten als “onderwijs zonder data is als een auto rijden zonder banden” en het belang van data voor studie succes. Tegelijkertijd benadrukten degenen die de meeste deelnemers achter zich kregen het belang van transparantie, verantwoord gebruik en gebruik op basis van toestemming.
Lerende centraal
De voorspelling over het centraal stellen van de lerende is uitgekomen. Niet alleen in pleidooien voor meer personalisering, maar ook doordat studenten zelf actief betrokken worden als innovators, zoals blijkt uit het Duitse Future Scouts programma. Daarbinnen verkennen studenten zelf technologietrends en brengen zij deze in bij hun instellingen. Bij de Technische Universiteit München heeft dit geleid tot een chatbot die 80% van de veelgestelde studentenvragen kan beantwoorden – ontwikkeld door en voor studenten.
Digital credentials
De conferentie besteedde ook aandacht aan digital credentials (digitale certificaten). Hoewel er hoge verwachtingen zijn van deze ontwikkeling als het gaat om een leven lang ontwikkelen, blijkt de praktijk weerbarstig. Werkgevers weten bijvoorbeeld vaak niet goed wat ze ermee aan moeten. De sprekers onderstreepten de potentie, het belang van internationale standaarden, en betrokkenheid van tal van belanghebbenden bij de invoering en het gebruik. Er is nog een lange weg te gaan als het gaat om brede acceptatie.
Is de cursus dood?
In mijn meest recente boek “Van start met e-learning in 60 minuten” beschrijf ik onder meer dat e-learning veel breder is dan de traditionele online module die je individueel bestudeert. De verwachte diversiteit op het gebied van e-learning was zichtbaar in de verschillende gepresenteerde vormen van technologie-ondersteund leren, van AI-chatbots tot hologrammen van docenten. Op de beurs zag je ook tal van aanbieders, bijvoorbeeld op het gebied van video, leermanagementsystemen, digitale portfolio’s of online toetsen (traditioneel en programmatisch). AI wordt in toenemende mate toegepast binnen bestaande leertechnologieën.
Ik heb begrepen dat tijdens het plenaire debat, gericht op L&D, gesteld is dat we eindelijk eens af moeten van de traditionele (online) training. Andere manieren van leren zouden meer gewaardeerd en toegepast moeten worden (zoals performance support). Dit pleidooi werpt overigens een interessant licht op de hierboven beschreven ontwikkeling van digital credentials. Voor welk probleem zijn zij dan een oplossing? Echter: het einde van ‘formeel leren’ en de technologieën die cursussen en trainingen faciliteren, worden al vele jaren voorspeld. Zo’n 25 jaar geleden schreef ik bijvoorbeeld een bijdrage “De cursus is dood. Leve het leren“. Ook deze praktijk is weerbarstig.
Bingo
Voorafgaand aan de OEB24 heb ik tips geformuleerd om zo veel mogelijk uit de deelname te halen. Eén van die tips was: maak je eigen bingokaart. Ik had een bingokaart gemaakt met termen waarvan ik verwachtte dat ik ze tijdens de Online Educa zou horen. Deelnemers konden deze kaart als pdf-bestand downloaden of online gebruiken. Ik vond het erg leuk dat na afloop van de laatste sessies medewerkers van Hogeschool Leiden mij lieten zien dat zij ‘bingo’ hadden.
Hier zijn mijn afzonderlijke verslagen van dit jaar:
- Start OEB24: Brace for Transformation: The Courage to Redefine Learning
- Chatbots in het onderwijs en ’student engagement’ #oeb24
- Lerenden als partner van innovatie #oeb24
- Zijn digital credentials een hype of een volgende stap richting het erkennen van bekwaamheden? #oeb24
- Het OEB debat: over het verzamelen, opslaan en gebruiken van niet-essentiële gegevens over studenten #oeb24
- Opening dag 2 OEB editie 2024: Onderwijs transformeren voor een visionaire toekomst #oeb24
- Integratie en impact van generatieve AI in het onderwijs #oeb24
- Impressie afsluitende workshop The Trend is Your Friend #oeb24
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Goed verwoord,duidelijke samenvatting….bedankt voor de actuele update..
Groetjes,
Een ” lerende”