Ik heb op 24 en 25 november 2022 in Berlijn deelgenomen aan Online Educa 2022. Ik heb verschillende blogposts gewijd aan dit congres. In deze bijdrage probeer ik in te gaan op de grote lijnen van wat mij is opgevallen.
Ik bezoek sinds 2003 de Online Educa. Ik heb door omstandigheden twee edities gemist. In verband met Corona vond één editie online plaats. De Online Educa blijft een hele fijne plek om vakgenoten te ontmoeten en om cross-sectoraal informatie over technology enhanced learning uit te wisselen. Dit jaar namen zo’n 2200 deelnemers uit uit zo’n 80 landen aan congres en beurs deel. Ik ontmoet er veel Nederlanders en Vlamingen, maar ook collega’s uit andere landen die ik bijvoorbeeld eerder tijdens de OEB heb ontmoet.
Ik organiseer ook elk jaar op donderdagavond een etentje. Deelnemers worden via mijn blog en LinkedIn geattendeerd, en melden zich aan. Op donderdag 24 november hebben we op die manier met drie Vlaamse en drie Nederlandse collega’s uit L&D en onderwijs gegeten en informeel met elkaar gesproken.
De kracht van de OEB als ontmoetingsplaats mag m.i. niet worden onderschat. Dat is lastig in een blog te beschrijven.
Wat beïnvloedt het wat en hoe van leren, opleiden en onderwijs?
De Online Educa is de plaats waar je wordt bijgepraat over relevante trends die van invloed zijn op leren, opleiden en onderwijs. Die trends hebben te maken met omgaan met crises zoals klimaatverandering, pandemieën en oorlogen. Maar ook met maatschappelijke en technologische ontwikkelingen, zoals de impact van digitalisering (denk aan AI en het quantum internet).
De ontwikkelingen zijn van invloed op wat mensen moeten kennen en kunnen, en op hoe er geleerd zal worden. Bij het ‘wat’ wordt gelukkig benadrukt dat het gaat om kennis en vaardigheden. Complexe problemen op kunnen lossen, veerkrachtig zijn, zelforganisatie, digitale geletterdheid, data kunnen hanteren en toepassen. Dat zijn zaken die vaak terugkeren in de gesprekken hierover.
Hoe het leren van de toekomst eruit ziet? Sprekers geven vaak aan dat ook niet altijd te weten. Je ziet dat onder meer terug in discussies over de Metaverse. Het gevolg is dat onderwijsinstellingen en L&D-afdelingen innovaties initiëren die vooral bestaan uit kleine stappen, zonder direct ambitieuze doelen te formuleren. Nieuwe technologie speelt bij de vormgeving van leren, opleiden en onderwijs in elk geval een belangrijke rol.
Als mensen wel concreet worden over veranderingen op het gebied van leren, dan gaan de perspectieven over leren in co-creatie (met lerenden en bedrijven), over meer werkplek leren voor studenten van reguliere onderwijsinstellingen of over meer ‘hybride’ leren. Heel innovatief is dat allemaal niet.
Of co-creatie met bedrijven niet vaker kan worden toegepast, is een ander verhaal. Het concept ’42’, dat wordt gebruikt om programmeurs op te leiden via ‘peer learning’, is betrekkelijk nieuw. Het is echter de vraag of je dit concept binnen andere domeinen net zo goed kunt toepassen.
Wat me ook opvalt, is dat sprekers voorbeelden noemen van didactische toepassingen waarbij leren door te doen centraal staat. Theorieën en concepten leren volgt daarna. Dit staat haaks op bepaalde opvattingen over leren, opleiden en onderwijs (ik denk aan directe instructie).
Wat we daarbij zien, is dat technologieën wel degelijk aan kracht winnen om innovaties op het gebied van leren, opleiden en onderwijs mogelijk te maken. Je ziet daar in Berlijn verschillende voorbeelden van. Voorbeelden zijn het gebruik van learning analytics om meer zicht te krijgen op de effecten van het learning design of het gebruik van AI voor het semi-automatische ontwikkelen van online content.
Connecties, verbondenheid en schaalgrootte
Online en blended learning worden in elk geval steeds meer gemeengoed. Een belangrijke uitdaging daarbij is het faciliteren van connecties en verbondenheid tussen mensen. En ook nu zie je dat leertechnologieën hiervoor steeds krachtiger worden, en dat ook steeds beter wordt nagedacht over het ontwerpen van online leren dat sociale interactie mogelijk maakt.
Een ontwikkeling die met name online leren stimuleert, is ook de behoefte om meer lerenden te bereiken. Het realiseren van schaalgrootte heeft te maken met de noodzaak van een leven lang leren en met het vergroten van de toegankelijkheid van een leven lang leren. Werkenden zullen hun kennis en ervaring steeds vaker en steeds sneller moeten updaten of zich zelfs moeten bekwamen binnen een ander domein (upskilling en reskilling). Daarnaast zullen ook steeds meer mensen deelnemen aan leren, opleiden en onderwijs.
Er wordt dan ook gekeken naar de rol van digitalisering om leren op een grotere schaal mogelijk te maken, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit (zoals een gebrek aan interactie). Dit betekent wat mij betreft ook dat digitalisering docenten werk uit handen moet nemen of dat anderszins het werk van docenten moet worden verlicht. Je kunt als docent immers niet meer lerenden begeleiden en ondersteunen, zonder dat dit ten koste gaat van werkdruk (die al hoog is).
Je ziet in Berlijn leertechnologieën die gericht zijn op het makkelijker maken van werkzaamheden van docenten. Ik durf echter niet te zeggen of dit leidt tot het creëren van ruimte voor docenten om meer lerenden te begeleiden en beoordelen. Dit is m.i. wel essentieel om schaalgrootte te realiseren.
Technology enhanced learning: breed vakgebied
Wat ook opvalt is hoe breed het vakgebied van technology enhanced learning is geworden. Een wijd spectrum aan thema’s en leertechnologieën kom je tegen in Berlijn, zoals ik al had verwacht. Dat geldt ook voor de veelheid aan leertechnologieën. Dat is een behoorlijke uitdaging voor L&D-afdelingen en onderwijsinstellingen. Hoe creëer je een krachtige en kosteneffectieve digitale leeromgeving, waarvan de applicaties elkaar aanvullen en versterken?
Snelle veranderingen zijn een constante
Wat mij ook altijd opvalt, is dat de meeste sprekers benadrukken dat we in een turbulente tijd leven, in een tijd van grote veranderingen. We leven volgens mij echter altijd in een turbulente tijd. Verleden jaar schreef ik hierover:
Ik moet dan echter altijd denken aan mijn oma. Zij is in 1912 geboren. Zij heeft de nasleep van de Eerste Wereldoorlog bewust meegemaakt, evenals de recessie van 1929. Zij heeft als jonge moeder van vier kinderen haar man maanden lang moeten missen tijdens de mobilisatie en aan het begin van de Tweede Wereldoorlog (na de slag bij de Grebbeberg heeft mijn opa in krijgsgevangenschap gezeten). In 1944 heeft mijn moeder met familie frontstad Kerkrade gedwongen moeten verlaten. Zij heeft de wederopbouw meegemaakt, evenals de sluiting van de mijnen en de gevolgen daarvan voor het bedrijf van mijn opa (brandstoffenhandel). Zij heeft haar man op betrekkelijk jonge leeftijd verloren, en helaas ook drie zonen en een schoonzoon. Op het gebied van technologie heeft zij de telefoon, radio en TV op zien komen. Internettechnologie nog net, al ging dit haar voorstellingsvermogen te boven (ik heb eind jaren negentig een vergeefse poging gedaan).
Hoe veerkrachtig moest zij niet zijn om met deze veranderingen om te gaan?
De vraagstukken van deze tijd zijn uiteraard van een andere orde en vragen ook om andere bekwaamheden, bijvoorbeeld op het gebied van digitale geletterdheid en het kunnen analyseren en interpreteren van data. Maar dynamiek is van alle tijden.
Kwaliteit van bijdragen
Ik heb uitgebreid verslag gedaan van de Online Educa. Wat niet overkomt in een blogpost, is de spreekstijl van de sprekers en de sfeer van de bijeenkomst. Ik heb over het algemeen met genoegen deelgenomen aan de sessies. Als je je vakgebied het hele jaar bijhoudt, dan hoor je niet heel veel nieuws. Sommige sprekers halen zelfs oude koeien uit de sloot. Zoals Pär Lager die pleitte voor het 70:20:10-model. Zelfs de bedenkers van dit model, gebruiken deze getallen niet meer. Dit kan echt niet meer tijdens een keynote.
Zijn mijn verwachtingen uitgekomen?
Over het algemeen zeker. Nederland had de grootste delegatie, en Mastodon speelde helaas nog geen enkele formele rol in de onderlinge interactie (Twitter wel). De solidariteit met de Oekraïne is één keer in het algemeen genoemd, over Qatar en mensenrechten is niet gerept tijdens plenaire sessies die ik heb bijgewoond.
We zijn, zoals beschreven, in gegaan op allerlei veranderingen en de impact op leren (inclusief de Coronapandemie). De Metaverse is aan de orde gekomen, evenals ’simultaan onderwijs’. Ethische aspecten zijn inderdaad vooral impliciet besproken. De rijkheid aan applicaties was overduidelijk, evenals nieuwe toepassingen van bestaande technologieën (lees bijvoorbeeld mijn korte impressie van de beurs).
De spanning tussen innovatie en evidentie heb ik niet bespeurd. Sterker, enkele sprekers stelden dat je geen heldere doelen kunt stellen, maar vooral moet ‘kijken wat het wordt’.
Lees ook mijn aparte blogposts:
- Impressie plenaire opening OEB #oeb22
- Onderwijs voor een nieuwe wereld van werk #oeb22
- Hybrid is Here to Stay #OEB22
- The Good, the Bad and the Limitations of AI in Education #oeb22
- Onderwijs verzorgen via de Metaverse? #oeb22
- De onderwijsinstelling van de achtbaan #oeb2022
- Going Digital 4.0: New Design Thinking for the Digital Transformation of Higher Education #oeb22
- Korte impressie van de beurs #oeb22
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie