Terugblik online evenement “Innovatief leren over Onderwijsinnovatie”

Afgelopen donderdag en vrijdag heb ik bij de Open Universiteit een online evenement over onderwijsinnovatie verzorgd. In deze bijdrage blik ik terug op het concept en het verloop.

Ik ben bij de Open Universiteit betrokken bij een gecertificeerd professioneel programma over onderwijsinnovatie (post-initieel onderwijs). Een tijd geleden wilden we een face-to-face evenement van twee dagdelen over onderwijsinnovatie organiseren dat wat betreft investering in tijd en geld meer laagdrempelig moest zijn. Dat ging uiteraard in verband met ‘corona’ niet. Daarom hebben er een online evenement van gemaakt.

Deelnemers moesten na afloop in staat zijn do’s and don’ts op het gebied van onderwijsinnovatie te formuleren.Verder moesten zij in staat zijn om vanuit theorieën rond onderwijsinnovatie te reflecteren op de eigen praktijk en aanbevelingen te formuleren voor de aanpak van een eigen onderwijsinnovatie.

Didactisch concept

Wat betreft didactisch concept hadden we gekozen voor een programma met een belasting van ongeveer acht uur, verdeeld over twee dagen. Ik denk dat het belangrijk is dergelijke evenementen over niet te veel dagen uit te smeren omdat je anders focus verliest. Van massive open online courses weten we ook dat een te lange doorlooptijd leidt tot meer uitval. Ik verwacht dat dat bij een online evenement niet anders is.

Een online evenement van een dag waarbij men geacht wordt acht uur te leren is weer behoorlijk belastend. Bij asynchroon leren komen er bij werkende professionals ook altijd dingen tussendoor. Het is volgens mij heel lastig om je een volledige werkdag vrij te maken om deel te nemen aan een programma, tenzij je fysiek ook daadwerkelijk van je werkplek weg bent (wat bijvoorbeeld bij een normale conferentie het geval is). Het is verder belangrijk dat lerenden bij online leren zelf keuzes kunnen maken wanneer zij willen leren, zonder onbeperkte vrijheid wat betreft doorlooptijd te hebben.

Ik zoek echter nog naar de ideale vorm, uitgaande van een investering van 8 uur:

  • 2, 3 of 4 dagen?
  • doorlooptijd van één week, twee weken of drie weken?

We hadden ook bewust gekozen voor een combinatie van asynchroon online leren en twee interactieve live online sessies. Deelnemers voerden dus binnen het tijdsbestek van twee dagen leeractiviteiten in eigen tijd en tempo uit (zoals het bekijken van online video’s, het lezen van artikelen en het maken van verwerkingsopdrachten). Daarnaast namen zij deel aan twee synchrone online sessies (virtuele klas-sessies). Deze virtuele klas-sessies waren bedoeld als mijlpalen binnen de tweedaagse. Ze boden structuur aan deelnemers. Verder speelde deze sessies uiteraard een belangrijke inhoudelijke rol. De virtuele klas-sessies hingen ook nauw samen met de asynchrone online leeractiviteiten.

Het programma kenmerkte zich ook door een activerende didactiek. Deelnemers namen deel aan interactieve sessies en maakten opdrachten, waarover zij ook met elkaar online in gesprek konden gaan.

Verder vond ik het belangrijk dat deelnemers elkaar konden ontmoeten en met elkaar en met mij kennis maakten. Leren is namelijk ook een sociaal proces. Ik had overigens niet de illusie dat deelnemers in twee dagen tijd het stadium van samen kennis ontwikkelen zouden bereiken. Daar heb je waarschijnlijk meer tijd voor nodig.

Ontwikkelen programma

Voor de ontwikkeling van het programma heb ik vooral gebruik gemaakt van bronnen en opdrachten uit een cursus over onderwijsinnovatie die ik bij de Open Universiteit verzorg. Ik heb één opdracht nieuw ontwikkeld. De twee virtuele klas-sessies heb ik ook voor het eerst voorbereid en verzorgd. Het bedenken van het concept (plus overleg daarover) en de organisatie (aanvragen leeromgeving, werving deelnemers, enzovoorts) hebben de meeste tijd gekost.

Verloop programma

Er hadden zich zestien deelnemers ingeschreven. Zij hadden drie dagen voor de start al toegang tot de online leeromgeving. Zij konden al voor de officiële start bronnen bestuderen. Ik heb hen hierover geïnformeerd. Ik had ook een welkomstbericht in de omgeving geplaatst. Sowieso heb ik steeds aan het begin van de dag een mededeling geplaatst over wat er die dag ging gebeuren.

Dag 1

Dag één startte met een aantal kennismakingsopdrachten. Ik had ook een Innovatiecafé gestart. Dat was een sessie die twee dagen lang binnen BlackBoard Collaborate open stond (virtuele klas-tool die binnen de leeromgeving yOUlearn van de OU is geïntegreerd). Ik had aangegeven van 10.30 tot 11.00 uur daar aanwezig te zullen zijn voor kennismaking. Veertien van de zestien deelnemers waren er om 10.30 uur ook. Verder had ik de aanwezigen gevraagd zich kort via een forum voor te stellen. Ik heb dat zelf ook gedaan.

’s Middags vond de eerste virtuele klas-sessie van een uur plaats. Tijdens deze sessie ben ik ingegaan op onderwijsinnovatie in het algemeen, op een raamwerk voor onderwijsinnovatie en in break-out rooms op ervaringen van deelnemers met onderwijsinnovaties. Mede dankzij vragen was ik langer aan het woord dan gepland. Deelnemers hadden eigenlijk te weinig tijd voor het bespreken van eigen ervaringen aan de hand van een opdracht die ik hen had gegeven. Een volgende keer zal ik de sessie een kwartier langer laten duren en mijn presentatie meer focussen.

Ik constateerde dat vijftien van de zestien deelnemers hadden geparticipeerd in de virtuele klas-sessie. Ik zag vervolgens dat deelnemer zestien nog niet had ingelogd. Bij een tweedaags evenement heeft het dan geen zin deze deelnemer te gaan benaderen. Als je bij de start niet aanwezig bent, haal je een achterstand bij een tweedaagse niet meer in. Bovendien kan ik als docent alleen een mailbericht sturen aan de deelnemer, en bijvoorbeeld niet telefoneren.

Verder konden deelnemers deze dag via een podcast een casus bestuderen van een school voor voortgezet onderwijs die passend onderwijs met succes heeft ingevoerd. De opdracht luidde:

  • Beluister het interview van ongeveer 45 minuten.
  • Noteer de factoren die deze onderwijsinnovatie tot een succes hebben gemaakt.
  • Werk de factoren op maximaal 2 A4 uit en lever deze uitwerking in.
  • Vergelijk vervolgens de eigen uitwerking met het antwoordmodel dat je krijgt na inlevering van de opdracht.
  • Bewaar je eigen uitwerking en het antwoordmodel. Het antwoordmodel gebruiken we in een volgende opdracht.

Vervolgens was het de bedoeling om een reflectieve vergelijking te maken en in te leveren waarin deelnemers succes- en faalfactoren uit de literatuur moesten vergelijken met een aantal cases. Onder andere de podcast en een eigen onderwijsinnovatie. Deelnemers mochten kiezen of zij dit via een document wilden doen of via een blogpost. Het was de bedoeling dat ze dat uiterlijk vrijdagochtend 10.30 uur zouden doen. Ik zou dan tijdens virtuele klas-sessie 2 op de uitwerkingen ingaan.

Dag 2

Tijdens dag twee hebben de deelnemers verder gewerkt aan deze opdracht. Daarnaast hebben zij een aantal video’s over verschillende benaderingen van en theorieën over innovatie bekeken (o.a. van Thijs Homan en Clayton Christensen). Ik heb hen gevraagd o.a. na te denken over de essentie van de theorie/benadering. Hier zouden we gedurende de tweede virtuele klas-sessie op in gaan. Ik heb deelnemers ook gevraagd via YouTube te zoeken naar andere theorieën/modellen/benaderingen van innovatie, deze te delen via een forum en te beargumenteren waarom deze video hen aanspreekt. Ik realiseer me achteraf dat ik daar niets meer mee heb gedaan (actiepunt volgende keer).

Tijdens de virtuele klas van dag 2 zijn we nader ingegaan op de gemaakte opdracht over de succes- en faalfactoren die deelnemers hebben gemaakt. Uiteindelijk hebben dertien deelnemers deze opdracht gemaakt. Ik heb alle uitwerkingen bekeken (variërend van 1,5 A4 tot 6 A4), en was behoorlijk onder de indruk van de kwaliteit. Een aantal deelnemers had een keuze gemaakt uit de literatuur, anderen hadden echt alle bijdragen bestudeerd.

Tijdens de virtuele klas-sessie heb ik hier een samenvatting van gepresenteerd en feedback op de rode draad gegeven. Dit heeft mij best veel tijd gekost. Ik zou gebruik hebben kunnen maken van peer feedback. Dan had ik echter een groter beroep gedaan op de deelnemers. Bovendien heeft de leeromgeving van de OU niet echt een goede functionaliteit voor peer feedback.

Daarnaast hebben deelnemers weer in break-outrooms gediscussieerd over de relevantie van verschillende innovatietheorieën en benaderingen voor het onderwijs. Ik heb een toelichting gegeven op de laatste verwerkingsopdracht: het schrijven van een beknopt actieplan voor het zetten van een volgende stap in het kader van een onderwijsinnovatie van de eigen onderwijsinstelling. Verder heb ik wat verteld over vervolgmogelijkheden en gevraagd een evaluatie in te vullen.

Er hebben veertien deelnemers deelgenomen aan deze tweede sessie die bijna anderhalf uur heeft geduurd (anderhalf uur was de bedoeling). ’s Ochtends had één deelnemer zich ziek afgemeld.

De actieplannen druppelen nu binnen, en de evaluaties ook. De actieplannen zal ik nog van feedback voorzien. Degenen die deel hebben genomen ontvangen een bewijs van deelname. Ik ga deelname niet beoordelen.

Positieve punten

  • Ik ben over het algemeen tevreden over de opzet, inhoud en de structuur van het programma. De ruimte voor kennismaking is belangrijk. Een korte sessie in het Innovatiecafé werkt goed. De afwisseling tussen asynchroon en synchroon online leren is goed bevallen.
  • De groep deelnemers was erg enthousiast en betrokken. Leuk om mee te werken. Ik vond het leuk om te doen.
  • Naar mijn mening is dit een mooie vorm van professionalisering en voor herhaling vatbaar.
  • De leeromgeving yOUlearn met BlackBoard Collaborate daarbinnen geïntegreerd is geschikt voor dit type evenementen. Je kunt deadlines gebruiken, verschillende communicatiemiddelen inzetten, content op een bepaald moment beschikbaar stellen, enzovoorts.

Verbeterpunten

  • Het programma wellicht uitsmeren over drie dagen, verspreid over twee weken. Dat geeft meer lucht aan deelnemers en aan de docent.
  • Ik zou een volgende keer meer moeten doen met de video’s die deelnemers delen. De eerste virtuele klas-sessie zou ik wat langer willen laten duren, met meer ruimte voor het werken in subgroepen en een minder lange presentatie van mijn kant.
  • De terminologie binnen de leeromgeving is gefocust op cursussen (‘Ga verder met de cursus’). Er ontbreekt een echte functionaliteit voor peer feedback. Blackboard Collaborate heeft een aantal verbeterpunten: break-out sessies worden zeer abrupt geëindigd, je kunt peilingen niet voorbereiden (vragen vooraf invoeren), subgroepen moeten handmatig worden ingericht.

 

 

 

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Ik had graag meegedaan, maar de intensiteit van 8 uur over 2 dagen was te hoog. Ik wist bij voorbaat al dat dit niet te combineren zou zijn met werk. Een langzamer programma zou voor mij beter zijn. En een idee om het in het Engels te doen? Zo kunnen we ook leren van internationale ervaringen met deelnemers uit verschillende landen.

  2. Dank voor je reactie. Uitspreiden over meer dagen is een optie. Engels als voertaal schrikt veel Nederlandstalige docenten af, vrees ik.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *